In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Samenvating mens en zorg hfst 1-5
Slide 1 - Tekstslide
Wat is een voorbeeld van intramurale zorg?
A
Hospice
B
Tandarts
C
Huisarts
D
Verslaving kliniek
Slide 2 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van extramurale zorg?
A
fysiotherapeut
B
thuiszorg
C
Verloskundige
D
instelling voor gehandicapten
Slide 3 - Quizvraag
Noem 1 voorbeeld van een zintuigelijke beperking
Slide 4 - Open vraag
Wat is een motorische beperking?
Slide 5 - Open vraag
Motorische beperking - Problemen met voortbewegen door bijv. Reuma, dwarslaesie, spasticiteit
Zintuigelijke beperking - Problemen met zintuigen bijv., Doofheid, Blind, niet ruiken, niet proeven
Slide 6 - Tekstslide
Wat weet jij van mantelzorg?
Slide 7 - Woordweb
Waarom zijn mantelzorgers zo belangrijk in onze maatschapij?
Slide 8 - Open vraag
Wat is het verschil tussen een ECD en een EPD?
Slide 9 - Open vraag
Elke zorgvrager heeft een persoonlijk zorgdossier. Hierin staan gegevens van de zorgvrager. Dit is meestal elektronisch. dit noem je dan een ECD of een EPD.
Slide 10 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen en ECD en een EPD?
Slide 11 - Open vraag
Welke past bij vraaggericht werken?
A
Als de zorgvrager iets eist dan komt dit er ook
B
zorgverlener bepaald hoe de zorg wordt ingericht kijkt wat nodig.
C
zorgvrager en zorgverlener bespreken samen de behoeften van de cliënt over hoe die verzorgd wilt worden
D
zorgvrager en zorgverlener hebben beiden niks te zeggen. directie bepaald welke zorg en hoeveel zorg de zorgvrager nodig heeft.
Slide 12 - Quizvraag
Informele zorg = alle zorg en ondersteuning niet betaald en wordt niet uitgevoerd door een professional
Formele zorg= Zorg dat wordt uitgevoerd door een professional
Slide 13 - Tekstslide
noem voorbeelden van informele zorg
Slide 14 - Woordweb
De hond van jouw cliënt is vanmorgen overleden. Geef een voorbeeld van hoe je hier empathisch op kunt handelen.
Slide 15 - Open vraag
Als een zorgvrager op bed wordt gewassen gebeurd dit meestal met een washand en een kom met water en zeep. Dit kan soms veel stress geven bij de zorgvrager door te veel handelingen. daarom wordt en nu verzorgend gewassen.
Slide 16 - Tekstslide
Wat is verzorgend wassen?
A
Zorgvrager wordt onder de douche gezet.
B
Er word heel voorzichtig gewassen en daarna body lotion gesmeerd.
C
Washandjes worden warm gemaakt. op de washandjes zit al vloeistof (zeep) 1 melig gebruik.
D
je wast de zorgvrager met meer dan 2 zorgverleners zodat het sneller gaat en meer aandacht naar de zorgvrager
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Video
Is hier sprake van zelfredzaamheid? Waarom wel/niet?