Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Engels Grammar Unit 3
GRAMMAR HERHALING
H
A
V
O
1
U
N
I
T
3
1 / 40
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
In deze les zitten
40 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
GRAMMAR HERHALING
H
A
V
O
1
U
N
I
T
3
Slide 1 - Tekstslide
T A G S
Slide 2 - Tekstslide
Wat zijn 'tags'?
A
Een korte zin aan het einde van een zin
B
Een kort vraagje aan het einde van een zin
C
'Tikkie, jij bent 'm'
D
Een labeltje voor aan je rugzak
Slide 3 - Quizvraag
Wat vraag de spreker eigenlijk met een 'tag'?
Bijvoorbeeld: It is snowing outside, isn't it?
Slide 4 - Open vraag
Match de tags met de juiste zinnen
Alex is working late tonight,
She isn't making dinner
Andy isn't going to the cinema tonight
I'm not really good at tennis
They are watching a scary movie
Fem is going to pool
Aren't they?
Is he?
Am I?
Isn't she?
Is she?
Isn't he?
Slide 5 - Sleepvraag
Aanwijzende voornaamwoorden
Slide 6 - Tekstslide
Match de juiste vormen bij de afstand
Dichtbij
Ver af
This
That
These
Those
Slide 7 - Sleepvraag
Enkelvoud
Meervoud
This
That
These
Those
Slide 8 - Sleepvraag
one & ones
Slide 9 - Tekstslide
Wanneer gebruik je 'one' en wanneer gebruik je 'ones'?
Enkelvoud
Meervoud
One
Ones
Slide 10 - Sleepvraag
Soms kun je een zelfstandig naamwoord in een zin vervangen door 'one'. Wanneer doe je dit?
A
Wanneer je het woord herhaalt in een zin
B
Wanneer je geen zin hebt om veel te praten
C
Wanneer je over één voorwerp praat
D
Wanneer je antwoord geeft op een vraag
Slide 11 - Quizvraag
Which is your car, the black ...... or the white .......
A
one, ones
B
ones, one
C
one, one
D
ones, ones
Slide 12 - Quizvraag
Jack has three pens – a red ...... and two green ......
A
one, one
B
ones, one
C
one, ones
D
ones, ones
Slide 13 - Quizvraag
Did you see that famous person?! Which .......? The ........ over there!
A
One - Ones
B
Ones - One
C
One- One
D
Ones - Ones
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Wanneer gebruik je much & wanneer gebruik je many?
MUCH
MANY
Meervouden
Enkelvoud
Als je iets niet kunt tellen
Slide 16 - Sleepvraag
much/many?
_________ umbrellas
A
much
B
many
Slide 17 - Quizvraag
Much or many?
______ people
A
much
B
many
Slide 18 - Quizvraag
much of many:
_________ homework
A
much
B
many
Slide 19 - Quizvraag
Much or many?
_____ postcards
A
Much
B
Many
Slide 20 - Quizvraag
Much of many:
_______ books
A
much
B
many
Slide 21 - Quizvraag
Much or many?
______ cheese
A
much
B
many
Slide 22 - Quizvraag
Much or many?
______ traffic
A
much
B
many
Slide 23 - Quizvraag
The Alphabet
Slide 24 - Tekstslide
Welke letter rijmt er NIET op 'me'
'P (pee) rijmt op me'
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 25 - Quizvraag
Zet de letters bij de juiste uitspraak
/ef/
/double you/
/eetsj/
/dzjeei/
/dzjie/
/es/
S
F
H
G
W
J
Slide 26 - Sleepvraag
MY - MINE - OF MINE
Slide 27 - Tekstslide
Wat geven 'my', 'mine' and 'of mine' aan?
A
Hoeveelheid
B
Zelfstandig naamwoord
C
Meervoud
D
Bezit
Slide 28 - Quizvraag
Zet de juiste bezittelijke voornaamwoorden in de zin
I have a bike. It's
____ bike
Mum and I have a boat. It's ____ boat.
She has a cat. That cat is ____
The boys think that the painting the girls made is better than ____ own.
Hey, that is ____ dog crossing the street!
my
your
hers
their
our
Slide 29 - Sleepvraag
Fill in the missing word:
Oh yes, of course. _______ little sister is Fiona.
A
Your
B
Yours
C
Of yours
Slide 30 - Quizvraag
Fill in the missing word:
It’s not ______. I borrowed it from Max.
A
my
B
mine
C
Of mine
Slide 31 - Quizvraag
Fill in the missing word:
No, she’s a friend ________.
A
Their
B
Theirs
C
Of theirs
Slide 32 - Quizvraag
Slide 33 - Tekstslide
Wanneer gebruik je de Present Continuous?
Slide 34 - Open vraag
Hoe maak je de present continous?
Slide 35 - Open vraag
Waar of niet waar?
In de Present Continuous hebben we een 'bevestigende, ontkennende en vragende' vorm?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 36 - Quizvraag
Welke zin staat in de Present Continuous?
A
Julia works at the supermarket
B
Julia is working in a supermarket
Slide 37 - Quizvraag
In welke zin is de Present Continuous goed gebruikt?
A
Jack plays videogames all the time
B
Jill am playing the piano everyday
C
They're talking on the phone at the moment
D
You can't help me, can you?
Slide 38 - Quizvraag
In welke zin is de Present Continuous NIET goed gebruikt?
A
Thijs is texting Tom to invite him on a trip
B
Don are making an apple pie
C
Rick and Jim are cutting unions in the kitchen
D
I am doing the dishes right now
Slide 39 - Quizvraag
Maak een goede zin in de Present Continuous (minimaal 5 woorden)
Slide 40 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
present continuous
November 2020
- Les met
30 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
week 6- les 2- Recap Unit 3
Februari 2023
- Les met
32 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Present Simple, Past Simple, Present Continuous, Past Continuous, Present Perfect
Juni 2022
- Les met
52 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
AH10 Grammar unit 3
April 2021
- Les met
34 slides
Engels
Middelbare school
Lesson 15 - Recap Unit 3
Januari 2021
- Les met
50 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Grammarherhalingtoetsweek
Juni 2021
- Les met
24 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Chapter 5: E,H,I
Juni 2023
- Les met
32 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
Bijles - Recap Unit 3
Januari 2021
- Les met
23 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1