P1: M&G Hoofstuk 1 & 2 (25)

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

met ....... wordt bedoeld de keuzes die je maakt op het gebied van je lichaam en geestelijke gezondheid
A
bewegingspatroon
B
leefstijl
C
voedingspatroon
D
houding

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Video

Tekst
opdr. 1.09
voedingspatroon
activiteitenbegeleider
laborant

handicap
conditie

bewegingspatroon
de manier waarop iemand zorgt voor zijn/ haar beweging
fit zijn, lenig, soepel, goed uithoudingsvermogen
hij of zij onderzoekt en analyseert allerlei (bio)chemische stoffen
is een aangeboren, dansel door ziekte of ongeval opgelopen beperking van lichamelijke, verstandelijke, psychische en/ of sociale aard.
je organiseert passende activiteiten voor cliënten of buurtbewoners. 
eetgewoonte van iemand

Slide 4 - Sleepvraag

vragen H1 theorie?

Slide 5 - Tekstslide

Wat zijn voedingsstoffen?

Microvoedingsstoffen: vitamine en mineralen.
Macrovoedingsstoffen: eiwitten, koolhydraten en vetten..

Slide 6 - Tekstslide

wat zijn functies van voedingsstoffen? (opdrachten. 2.02)

Slide 7 - Open vraag

Functies van voedingsstoffen
Er zijn vier functies van voedingsstoffen.

  1. Bouwstoffen; groei en herstel
  2. Brandstoffen; energie
  3. Reservestoffen; opslag
  4. Beschermende stoffen; zorgen dat je niet ziek wordt 

Slide 8 - Tekstslide

Welke voedingsstoffen leveren geen calorieën?
A
water, vet en vitamines
B
koolhydraten, eiwit en mineralen
C
vetten, alcohol en water
D
water, vitamines en mineralen

Slide 9 - Quizvraag

waar hangt het van af hoeveel voedingsstoffen iemand nodig heeft?
WEL
NIET

leeftijd
smaak
geslacht
soort werk/ sport
inkomsten
jaargetijde

Slide 10 - Sleepvraag

waarom is het belangrijk om voldoende vitamine A binnen te krijgen?
A
goed voor de huid, ogen, groei en weerstand
B
goed voor de zintuigen
C
goed voor energiehuishouding
D
goed voor energie en zenuwstelsel

Slide 11 - Quizvraag

vitamines H2.5
vetoplosbare vitamines: A, D, E en K. Deze worden in je lichaam opgeslagen.
wateroplosbare vitamines: B1, B2, B3, B5, B6, B8, B11, B12 en C. deze kan je lichaam niet goed vasthouden, daarom dagelijks aanvullen. 
Vitamine A: goed voor de huid, de ogen, de groei en weerstand. 
Vitamine B: zorgt ervoor dat je energie op niveau blijft.
vitamine C: belangrijk voor weerstand, botten, tanden, huid, bloedvaten, zenuwstelsel en energie. 
vitamine D: belangrijk voor je botten en gebit. het zorgt ervoor dat je lichaam calcium opneemt. 
vitamine E: beschermt vellen, bloedvaten, organen, ogen en weefsel tegen schadelijke invloeden van buitenaf. 
vitamine K: belangrijk voor bloedstolling en botstofwisseling

Slide 12 - Tekstslide

mineralen H2.5.2
Het lichaam kan zelf geen mineralen aanmaken. Mineralen zijn nodig voor allerlei processen in het lichaam, bijvoorbeeld voor vervoeren van zuurstof in het bloed. 

Slide 13 - Tekstslide

opdracht 2.10

Slide 14 - Tekstslide

er zijn 2 soorten vetten: verzadigd en onverzadigd. Wat zijn goede vetten?
A
verzadigd
B
onverzadigd

Slide 15 - Quizvraag

Vetten
  • Onverzadigd vet (Oke)
  • Verzadigd vet (Verkeerd)

Slide 16 - Tekstslide

vezels zorgen voor gezonde stoelgang
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

opdracht 2.17

Slide 18 - Tekstslide

opdracht 2.17

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

2.8 begrippen
voedingstoffen
koolhydraten
verzadigd vet
onverzadigd vet
vezels
Dit zijn stoffen die in ons voedsel zitten en die je nodig hebt om je lichaam gezond te houden.
Deze vetten hebben meestal een vaste vorm bij kamertemperatuur. Deze vetten zijn ongezond. 

Deze vetten zijn meestal vloeibaar bij kamertemperatuur. Deze vetten kunnen er juist voor zorgen dat het cholesterolgehalte in het bloed daalt, waardoor de kans op hart- en vaatziekten verkleind wordt.
Bestanddelen van plantaardige voeding, die niet verteerd kunnen worden door de menselijke darm. Ze zijn nodig voor een gezonde darmfunctie.
Voedingsstof die als brandstof en energieleverancier voor het lichaam dient.

Slide 21 - Sleepvraag

vragen H2?

Slide 22 - Tekstslide