gt 4e UV D 1e week wo

Welke laag van de opperhuid is NIET levend?
A
De basale cellaag
B
De korrellaag
C
De hoornlaag
D
De stekellaag
1 / 20
volgende
Slide 1: Quizvraag
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Welke laag van de opperhuid is NIET levend?
A
De basale cellaag
B
De korrellaag
C
De hoornlaag
D
De stekellaag

Slide 1 - Quizvraag

Welke lagen liggen in de opperhuid?
A
Kiemlaag - Lederhuid
B
Kiemlaag - Hoornlaag
C
Hoornlaag- Lederhuid
D
Onderhuids bindweefsel - Hoornlaag

Slide 2 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor de opperhuid?
A
Epidermis
B
Dermis
C
Decubitus
D
Subcutis

Slide 3 - Quizvraag

Wat doet talg?
A
Het beschermt de haarknop tegen vocht.
B
Het beschermt tegen vet haar.
C
Het beschermt de hoofdhuid tegen uitdrogen.
D
Het laat haren sneller groeien.

Slide 4 - Quizvraag

Waardoor ontstaan puistjes ( acné)?
A
door het eten van veel chocolade
B
doordat je je niet goed wast
C
vanwege de hormoon huishouding
D
door veel vet ( patat e.d) te eten

Slide 5 - Quizvraag

Geef aan of de voorbeelden horen bij: oppervlaktereiniging, voorbehandeling dieptereiniging of dieptereiniging.

Een peeling aanbrengen.
A
opperaktereiniging
B
Voorbehandeling dieptereiniging
C
Dieptereiniging

Slide 6 - Quizvraag

Geef aan of de voorbeelden horen bij: oppervlaktereiniging, voorbehandeling dieptereiniging of dieptereiniging.

Milia verwijderen
A
opperaktereiniging
B
Voorbehandeling dieptereiniging
C
Dieptereiniging

Slide 7 - Quizvraag

Vul het ontbrekende woord in:
De belangrijkste ..... van de nagels is de ....... van de zenuwuiteinden in de toppen van de vingers. Door de aanwezigheid van de nagels behoudt een mens dus het ........ in de vingertoppen.
A
functie, bescherming, gevoel
B
deel, nagelwortel, gevoel
C
functie, nagelwortel, gevoel
D
reden, sierraadfunctie, gevoel

Slide 8 - Quizvraag


A
De nagelplaat
B
Halve maan
C
De vrije boord
D
De nagelwal

Slide 9 - Quizvraag

De nagelplaat is verdikt. Wat wordt hier bedoeld?
A
Nagelgroeven
B
Kalknagels
C
Hoornnagels
D
Ingegroeide nagels

Slide 10 - Quizvraag

Welk onderdeel van de nagel wordt aangeduid op de afbeelding?
A
De nagelplaat
B
Het maantje
C
De vrije boord
D
De nagelwal

Slide 11 - Quizvraag

Welk onderdeel van de nagel wordt er op de afbeelding aangeduid met een vraagsteken?
A
De nagelplaat
B
De nagelwortel/ nagelmatrix
C
De vrije boord
D
De nagelriem

Slide 12 - Quizvraag

2. Waarom gebruik je een basecoat?
A
Deze lak is voedend voor onder de kleurlak
B
Hierdoor blijft de kleurlak beter vastzitten
C
Hierdoor bescherm je de nagelplaat tegen weers- invloeden
D
Hierdoor bescherm je de nagel zodat de kleur niet in de nagel trekt

Slide 13 - Quizvraag

Ergonomie betekend de....
A
Werkomgeving bewust niet aanpassen
B
Werkomgeving aanpassen aan de mens
C
Als iemand gedag zegt

Slide 14 - Quizvraag

Waar wordt roos door veroorzaakt?
A
Door een te snelle celdeling.
B
Door het gebruik van medicijnen.
C
Door het haar te weinig te wassen.
D
Door met verkeerde shampoo te wassen.

Slide 15 - Quizvraag

waarvoor is een haardiagnose nodig?
A
Om te beoordelen of het gewenste nieuwe kapsel mogelijk is of niet.
B
Om te beoordelen of Om te beslissen welke shampoo je gaat gebruiken.
C
Om te onderzoeken of de vorige kapper zijn werk goed heeft gedaan.
D
Om te ontdekken of er sprake is van haarproblemen.

Slide 16 - Quizvraag

Waarvoor dient een shampoo?
A
Om roos te verwijderen
B
Om het haar te reinigen
C
Om het haar lekker te laten ruiken
D
Om het haar en de hoofdhuid te reinigen

Slide 17 - Quizvraag

De hoofdhuid van een klant is trekkerig en schraal, het haar is dof en breekbaar.
Wat is de beste manier om het haar en de hoofdhuid te behandelen?
A
Massage: tapotement, shampoo voor droog haar.
B
Massage: petrissage, shampoo voor droog haar.
C
Massage: effleurage, shampoo voor normaal haar
D
Massage: petrissage, shampoo voor normaal haar

Slide 18 - Quizvraag

Een baliemedewerker moet representatief zijn. Wat betekent ‘representatief’?
A
Dat je aardig en klantvriendelijk bent
B
Dat je de omgangsregels die gelden in het bedrijf kunt toepassen.
C
Dat je het bedrijf en alle medewerkers goed kent.
D
Dat je met je uiterlijk en gedrag laat zien dat je bij het bedrijf hoort.

Slide 19 - Quizvraag

wat in shampoo zorgt er voor dat het vuil los komt van het haar
A
conditioner
B
wasactieve stof
C
versteviger
D
bleekmiddel

Slide 20 - Quizvraag