Les 5 Unité 2

Bonjour et bienvenue!
Comment ça va?
C'est quelle date aujourd'hui?

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bonjour et bienvenue!
Comment ça va?
C'est quelle date aujourd'hui?

Slide 1 - Tekstslide

Le programme d'aujourd'hui:
 Vandaag: mercredi

1. Overhoren  de woorden van apprendre 1
2. Ga naar:  page 64 en maak samen ex 13 et 14 
3. Uitleg vraagzinnen en mk ex. 15
4. Devoirs:  ler apprendre 3 et4 mk ex 13 t/m 5, 14 et 15

Slide 2 - Tekstslide

Apprendre 1
1. le commerce                                 8. l'entreprise
2. choisir                                              9. l'étranger
3. la langue maternelle                10. la filière
4. déménager
5. apprendre                                       8,9,10 goed = 0,2
6. la profession                                  6,7 goed = 0,1
7. étudier

Slide 3 - Tekstslide

Le but d'aujourd'hui: 
Pouvoir poser des questions en français.

Slide 4 - Tekstslide

in het Frans kun je een vraag maken, met:

intonatie
est-ce que
inversie
vraagwoorden

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

welke vraagwoorden ken je?

Slide 7 - Woordweb

welke zin is vragend door intonatie?
A
Tu aimes Paris?
B
Aimes-tu Paris?
C
Est-ce que tu aimes Paris?
D
aimez Paris!

Slide 8 - Quizvraag

Maak deze zin vragen met 'est-ce que' :
Tu aimes les frites?

Slide 9 - Woordweb

maak deze zin vragen met inversie:
Vous aimez le lait?

Slide 10 - Woordweb

de droom
A
la drôme
B
le rêve
C
le dream
D
le couchemar

Slide 11 - Quizvraag

de kosten
A
les fraises
B
ça coute combien?
C
les frais
D
la croute

Slide 12 - Quizvraag

la formation
A
de studie
B
de opleiding
C
de formatie
D
de onderneming

Slide 13 - Quizvraag

verhuizen
A
déménager
B
amener
C
transporter
D
transferer

Slide 14 - Quizvraag

het buitenland
A
l'extérieur
B
l Europe
C
l'étranger
D
l'économie

Slide 15 - Quizvraag

kiezen
A
dormir
B
choisir
C
vomir
D
poser

Slide 16 - Quizvraag

étudier
A
etaleren
B
studeren
C
evalueren
D
epibreren

Slide 17 - Quizvraag

chargé
A
overdreven
B
een charge
C
druk
D
sjagerijnig

Slide 18 - Quizvraag

suffisant
A
verstikkend
B
genoeg
C
voldoende
D
suf

Slide 19 - Quizvraag

vertaal:
Eet jij een appel?

Slide 20 - Open vraag

vertaal op 2 manieren:
'Waar woon jij?'

Slide 21 - Open vraag

wat heb je geleerd van vragen stellen?

Slide 22 - Poll

Les devoirs: 
 Faire: Apprendre 10 F/N - N/F -  mk ex. 13 t/m 5, 14 et 15

Slide 23 - Tekstslide