Hoofdstuk 5 Stevigheid en Beweging

Hoofdstuk 5 Stevigheid en Beweging
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5 Stevigheid en Beweging

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
  • 5.1 Het skelet van de mens
  • 5.3 Beenverbindingen
  • 5.4 Spieren
  • Quiz
  • Einde

Slide 2 - Tekstslide

4 Functies van het skelet: 
1. Geeft stevigheid aan het lichaam.
2. Geeft vorm aan je lichaam.
3. geeft bescherming aan tere organen 
(rib beschermt hart, longen).
4. Maakt beweging mogelijk
4 functies van het skelet
1. Beweging mogelijk maken.
2. Geeft stevigheid.
3. Geeft vorm.
4. Geeft bescherming aan tere organen 
(rib beschermt hart, longen)

Slide 3 - Tekstslide

Het skelet heeft 2 soorten botten:
 
  • Pijpbeen: Langwerpig, komen vooral voor in de ledenmaten, koppen bestaan uit kleine holten gevuld met rood beenmerg -> maakt bloedcellen, tussen de koppen zit mergholte, hierin zit geel beenmerg -> slaat vet op.

  • Platte beenderen: Plat, komen veel voor in de schedel en romp, rood beenmerg 
kop
kop
mergholte

Slide 4 - Tekstslide

Beenverbindingen 
  • Vergroeid
  • Geen beweging  

Heiligbeen
Schedelbeenderen
Tussen ribben en borstbeen
Tussen ribben en wervel
  • Door een naad verbonden 
  • Geen beweging
  • Door kraakbeen verbonden  
  • Beetje beweging mogelijk -> ademhaalt
  • Door gewrichten verbonden 
  • Veel beweging mogelijk

Slide 5 - Tekstslide


Bouw van een gewricht
  • Een gewricht verbindt 2 botten met elkaar, ene bot gewrichtskogel andere gewrichtskom.
  • Botten van gewricht zitten met een gewrichtskapsel aan elkaar vast, binnenkant van gewrichtskapel geeft gewrichtssmeer af -> stroperig vloeistof werkt als smeervet -> soepel bewegen.
  • Rondom veel gewrichten zitten kapselbanden -> lopen kruisliks over gewrichtskapsel, zorgen voor extra stevigheid voor de knie. 

Slide 6 - Tekstslide

Type Gewrichten 
  • Kogelgewricht: Gewrichtskogel van het ene bot draait in de gewrichtskom van het nadere.
  • Rolgewricht: Botten draaien om de lengteas om elkaar heen voor een draaiende beweging.
  • Scharniergewricht: Het ene bot beweegt als een scharnier in het andere bot.

Slide 7 - Tekstslide

Bouw van een spier 
  • Spiervezel: Groep spiercellen die samentrekken onder invloed van seintjes van zenuwcellen. 
  • Bindweefsel: Steunweefsel; geeft stevigheid aan een weefsel.
  • Spierschede: Stevig bindweefsel om een spier.
  • Pees: Verbinding tussen spier en bot; kan niet samentrekken.

Slide 8 - Tekstslide

Werking van de spier 
  • Antagonistisch paar zijn 2 spieren met tegenovergestelde functie. 
1. Buigspier -> arm kan buigen deze spier heet de biceps, biceps kan de arm niet terugduwen. 
2. Strekspier -> arm kan strekken dit is de triceps. 

Slide 9 - Tekstslide

Hebben de platte beenderen geel beenmerg in het bot?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Als je arm gestrekt is is de biceps...
A
kort en dik
B
lang en dik
C
lang en dun
D
kort en dun

Slide 11 - Quizvraag

Is tussen de ribben en het borstbeen beweging mogelijk?
A
Een beetje beweging mogelijk
B
Heel veel beweging mogelijk
C
Geen beweging mogelijk

Slide 12 - Quizvraag

Einde

Slide 13 - Tekstslide