In deze les zitten 19 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Lesduur is: 80 min
Onderdelen in deze les
Mevrouw de Cuba
Slide 1 - Tekstslide
¿Qué vamos a hacer?
El imperativo
Vocabulario
De weg vragen
Leerdoel:
Aan het eind van de les heb je geoefend met alle onderdelen van de toets
Slide 2 - Tekstslide
¿Preguntas?
Slide 3 - Tekstslide
El programa
5 min - Bienvenidos
15 min - comprensión auditiva
5 min - begin taak
15 min- Ejercicios de imperativo
20 min - texto
15 min - Quiz
Slide 4 - Tekstslide
B escuchar
P. 10- 11 ejercicio 5 y 6
1. La comprensión auditiva
Slide 5 - Tekstslide
El imperativo
Imperativo afirmativo y negativo
Vervoeging
Regels
! Tip: De ontkennende gebiedende wijs leid je af van de gewone presente. Als de uitgang in de presente een -a heeft, verandert deze in een -e en andersom.
Slide 6 - Tekstslide
El imperativo
El imperativo: de gebiedende wijs
We leren 1 vorm van de gebiedende wijs:
- la forma tú
Slide 7 - Tekstslide
¿Cuándo se usa el imperativo?
Adviezen
Instructie
Bevelen of verzoeken
In beleefdheidsformules
Slide 8 - Tekstslide
El imperativo
La forma tú is gelijk aan de usted-vorm van de presente
andar anda anda cada día un rato = loop elke dat een stukje
comer come come mucho = eet veel
abrir abre abre la ventana = open het raam
Slide 9 - Tekstslide
El imperativo irregular (Tú)
Deze onregelmatige vormen kennen we al.
Slide 10 - Tekstslide
Imperativo negativo
tú: usted vorm + s
usted: hetzelfde
-AR
-ER
-IR
comprar
comer
escribir
tú
no compres
no comas
no escribas
usted
no compre
no coma
no escriba
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
¡A trabajar!
- Beantwoord deze vragen met 3 volle zinnen per vraag:
¿Dónde está la estación?
¿Dónde está el museo?
¿Dónde está la playa?
- Je moet richting geven. Gebruik de Imperativo!
- Je gebruik de kaart in de volgende slide. Je start punt is "Mi casa":
- Gebruik de woordenlijst.
- Gebruik de slide over de CINE als voorbeeld voor je opdracht.
Slide 13 - Tekstslide
Vanuit "mi casa", leg uit hoe je naar het strand, het trein station en het museum gaat
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Lees de volgende zinnen en kies de juiste werkwoordstijden.