2223 H5 PTA 2 les 7: HC 2 Duitsland economie 1919-1929

Welkom in de geschiedenisles!
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom in de geschiedenisles!

Slide 1 - Tekstslide

Noem twee kenmerkende aspecten die bij tijdvak 9 horen

Slide 2 - Woordweb

Welke combinatie van begrippen past bij deze bron?
A
Spotprent & Vrede van Versailles
B
Spotprent en Beurskrach
C
Propaganda en dolkstootlegende
D
Propaganda & Vrede van Versailles

Slide 3 - Quizvraag

De maker is:
A
Een voorstander van de Russische Revolutie
B
Een tegenstander van de Republiek van Weimar
C
Een voorstander van een communisme
D
Een tegenstander van het verdrag van Versailles

Slide 4 - Quizvraag

Welk begrip en Kenmerkend aspect past bij deze bron?
A
Vrede van Versailles & crisis wereldkapitalisme
B
Dolkstootlegende & totalitaire ideologiëen
C
Vrede van Versailles & antisemitisme
D
Dolkstootlegende & antisemitisme

Slide 5 - Quizvraag

Vaardigheden: Welk verband wordt er in de bron gelegd?
A
De bepalingen van Versailles zijn de oorzaak van de opkomst van de partij van Hitler
B
De bepalingen van Versailles zorgen voor een boze hitler
C
De bepalingen van Versailles zorgen ervoor dat Hitler een partij begint
D
De opkomst van de partij van Hitler is een oorzaak voor de bepalingen van Versailles

Slide 6 - Quizvraag

De Republiek van Weimar
A
Is een parlementaire democratie geregeerd door een groep centrumpartijen met alle vertrouwen van het volk
B
Is een absolute monarchie geregeerd door een groep extremistische partijen
C
Is een parlementaire democratie geregeerd door een groep centrumpartijen met weinig vertrouwen van het volk
D
Is een absolute monarchie geregeerd door een groep centrumpartijen met weinig vertrouwen van het volk

Slide 7 - Quizvraag

Vóór...
...na WO 1

Slide 8 - Tekstslide

welke topografische veranderingen zie je?

Slide 9 - Woordweb

De 'leidende vragen' over Duitsland
1. Wat leidde tot de opkomst van het nationaalsocialisme en welke gevolgen had dit voor Duitsland en Europa (1918-1945)?

Functie: aanbrengen van een 'historische lijn' en gekoppeld aan de kenmerkende aspecten






Slide 10 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten PTA 2
Uit tijdvak 8, Burgers en Stoommachines: deze kan je toepassen op de periode 1900-1950.
33. Modern imperialisme helpt de industrie
36. Maatschappelijke stromingen: socialisme en nationalisme

Tijdvak 9, Wereldoorlogen
37. Propaganda en vormen van massa-organisatie
38. Totalitaire ideologieën communisme en nationaalsocialisme
39. Crisis van het wereldkapitalisme
40. Het voeren van twee wereldoorlogen
41. Racisme leidt tot genocide (zoals de Holocaust)
42. De Duitse bezetting van Nederland
43. Massa-vernietigingswapens; burgers zijn betrokken bij de oorlog
44. Verzet tegen Westers imperialisme

Tijdvak 10, TV en Computer
45. De Koude Oorlog leidt tot een wapenwedloop met kernwapens




Slide 11 - Tekstslide

Wat leidde tot de opkomst van het nationaalsocialisme?
Geen vertrouwen bevolking in Republiek Weimar
Versailles & de dolkstootlegende
Politieke polarisatie en strijd tussen extreme groepen
Meerdere economische crises
Populariteit boodschap Hitler: oplossingen voor problemen



Slide 12 - Tekstslide

Leer/lesdoelen
Aan het eind van deze les:1. 

3. Je begrijpt dat veel groepen Duitsers tegen de nieuwe democratie waren; maar daar telkens verschillende redenen voor hadden (communisten, fascisten, conservatieven)
1. Je kan uitleggen dat Duitsland twee keer een economische crisis had:
a. de eerste crisis (1919-1924) eindigde met het Dawesplan en de verzoeningspolitiek
b. de tweede crisis (1929-1934) startte met de Beurskrach en eindigde met Hitler.
Je kan deze KA's uitleggen met voorbeelden: 
39. Crisis van het wereldkapitalisme





Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Lloyd George (GB)
Wilson (VS)
Clemenceau (F)
Johannes Bell en Hermann Müller (Reichaußenminister)
  • De oorlog was de schuld van Duitsland
  • Hun grond moet naar nieuwe landen (ze moeten 1/3 weggeven)
  •  Hun leger moet klein en zwak zijn
    Boete 132 miljard mark
  • Rijnland (industriegebied) gedemilitariseerd
  • Geen koloniën meer


Begin 1919: verdrag van Versailles 

Slide 15 - Tekstslide

Herstelbetalingen
Duitlsand moet een enorm bedrag betalen aan de geallieerden. Eerst wordt het bedrag tot 1921 vastgesteld op 20 miljard Goudmark. Na 1921 wordt het bedrag verhoogd naar 132 miljard. Ook moest Duitsland in natura betalen aan de zwaarst getroffen landen, waaronder België. Dit deden ze met steenkool en ijzer. 
132 MILJARD!!!
132 miljard Goudmark staat gelijk aan 7 miljoen kilo Goud. 
De goudprijs is op dit moment 36,58 Euro per gram. 7 miljoen kilo goud kost nu dus ongeveer 256 miljard Euro. 

Slide 16 - Tekstslide

Dolkstootlegende
  • Oud-soldaten (die gevochten hadden) & conservatieve adel (die de keizer terug wilden) vond dat het leger was verraden door de sociaaldemocratische/Joodse regering.
  • Veel mensen geloofden dat het leger in de rug was gestoken (dolkstoot). 
  • Vooral de oude legerleiding verspreidde dit gerucht

Slide 17 - Tekstslide

De Dolkstootlegende
Veel Duitse burgers geloofden in de dolkstootlegende. Dit houdt in dat de nieuwe regering (van de Weimarrepubliek) er voor heeft gezorgd dat Duitsland de oorlog verloren heeft. De nieuwe regering heeft het leger dus in de rug gestoken, door de wapenstilstand en de Vrede van Versailles te tekenen. Velen waren niet blij met deze nieuwe regering, want veel burgers geloofden het idee dat de oorlog nog gewonnen kon worden (wat niet zo was).  De militairen en oude legerleiding konden met deze legende voorkomen dat zij zich hoefden te schamen voor een nederlaag, want ze waren nooit verslagen! 
Later werd deze legende expres herhaald door partijen en mensen die tegen de regering waren om mensen te overtuigen om op hen te stemmen (o.a. Hitler).   

Slide 18 - Tekstslide

Communisten (extreemlinks) doen een staatsgreep
(want: wereldrevolutie!) Lukt niet. 
1919 'Spartacusopstand'

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

'Onze laatste hoop: Hitler' poster uit 1932 
Wie zijn deze mensen?
Waarom kijken zij zo somber?
Wat wordt er bedoeld met: 'onze laatste hoop'? 

Slide 36 - Tekstslide

Wie zijn deze mensen?

Slide 37 - Woordweb

Waarom kijken zij zo somber?

Slide 38 - Woordweb

Wat wordt er bedoeld met: 'onze laatste hoop'?

Slide 39 - Woordweb

Bronnen
Vraag
De foto's die Willy Römer tussen 1919 en 1933 maakte in Berlijn, brengen verschillende factoren in beeld die hebben geleid tot de ondergang van de Republiek van Weimar.

T2 x 4p Licht dit toe door bij elke foto:
- een punt van kritiek op de leiders van de Republiek van Weimar te noemen en
- aan te geven op welke wijze dit in de foto zichtbaar wordt.

Beantwoord deze examenvraag

Slide 40 - Woordweb

Bronnen
Vraag
De foto's die Willy Römer tussen 1919 en 1933 maakte in Berlijn, brengen verschillende factoren in beeld die hebben geleid tot de ondergang van de Republiek van Weimar.

T2 x 4p Licht dit toe door bij elke foto:
- een punt van kritiek op de leiders van de Republiek van Weimar te noemen en
- aan te geven op welke wijze dit in de foto zichtbaar wordt.

antwoord
Bron 1:
De leiders van de Republiek van Weimar krijgen de schuld van de 'vernedering' van het Verdrag van Versailles, wat in de foto zichtbaar wordt in de slechte levensomstandigheden van de veteraan (die zijn leven waagde voor het vaderland maar eindigt als straatmuzikant).
Bron 2:
De leiders van de Republiek van Weimar hebben de (ellende van de) economische crisis van de jaren 1930 niet kunnen voorkomen, wat in de foto zichtbaar wordt in de opheffingsuitverkoop (waardoor radicalere partijen, KPD/NSDAP, meer aanhang krijgen).

Beantwoord deze examenvraag

Slide 41 - Woordweb

Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde

Slide 42 - Open vraag

Slide 43 - Tekstslide

Leer/lesdoelen
Aan het eind van deze les:1. 

3. Je begrijpt dat veel groepen Duitsers tegen de nieuwe democratie waren; maar daar telkens verschillende redenen voor hadden (communisten, fascisten, conservatieven)
1. Je kan uitleggen dat Duitsland twee keer een economische crisis had:
a. de eerste crisis (1919-1924) eindigde met het Dawesplan en de verzoeningspolitiek
b. de tweede crisis (1929-1934) startte met de Beurskrach en eindigde met Hitler.
Je kan deze KA's uitleggen met voorbeelden: 
39. Crisis van het wereldkapitalisme





Slide 44 - Tekstslide