Eengezinswoning: woningen die bestemd zijn voor één gezin. Je kunt er ook alleen of met z'n tweeeën wonen. Voorbeeld: vrijstaand huis, 2-onder-1-kap, rijtjeshuis.
Meergezinswoning: Meerdere gezinnen wonen in hetzelfde gebouw. Voorbeeld: flat, appartement.
Slide 7 - Tekstslide
Verschil tussen hoog en laagbouw?
Slide 8 - Tekstslide
Zoom in: Soestdijk
Soestdijk is een wijk in Soest.
1. Hoe is deze wijk ontstaan?
2. Wat voor gebouwen staan er?
Kijk samen eventueel in Google Streetview
Slide 9 - Tekstslide
Hoe is Soestdijk ontstaan?
1900: Een spoorlijn wordt aangelegd.
Gevolg: Er komen meer mensen wonen.
Gevolg: Er moeten nieuwe woningen worden gebouwd om al die mensen een plek te kunnen geven om te wonen.
-> Soestdijk ontstaat en Soest groeit!
Slide 10 - Tekstslide
Wat voor gebouwen komen er?
Eengezinswoningen: woningen voor 1 gezin.
Vrijstaande woningen
twee-onder-een-kapwoningen
rijtjeswoningen
Het is allemaal laagbouw: De gebouwen zijn niet hoger dan één, twee of drie verdiepingen.
Slide 11 - Tekstslide
Soestdijk
De wijk heeft ook voorzieningen: scholen, winkels, cafés, restaurants.
Boven de winkels zijn 'meergezinswoningen'. Dat zijn woningen onder of boven een ander gebouw.
Wat betekent het begrip 'voorzieningen'?
Slide 12 - Tekstslide
Soestdijk
Soestdijk is een dure wijk: het zijn allemaal koopwoningen.
Dit betekent dat de bewoner eigenaar is van de woning.
Bij huurwoningen huren de bewoners het huis.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Zoom uit: Soest
Vroeger:
Klein dorp met boerderijen.
Nu:
Woonwijken met flats, eengezinswoningen, bedrijventerreinen.
Flats = hoogbouw, elke verdieping een eigen ingang.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
zelfstandig werken
lezen paragraaf 1 H4 zoom in Soestdijk, zoom uit Soest maken opdracht 5 t/m 8 gebruik hierbij:
tekstboek blz. 56/57
werkboek blz. 61/62/63
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken