Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
7.2F Scheidbare werkwoorden
Nederlands
Scheidbare werkwoorden
1 / 14
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 4
In deze les zitten
14 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Nederlands
Scheidbare werkwoorden
Slide 1 - Tekstslide
Grammatica
Slide 2 - Tekstslide
Scheidbare werkwoorden
Je kunt de werkwoorden dus uit elkaar halen, zoals bij
opeten - hij eet op
Je noteert het voltooid deelwoord door ge tussen de twee delen te plaatsen: hij heeft op
ge
geten.
Afvallen - zij vallen af - zij zijn af
ge
vallen.
Slide 3 - Tekstslide
Lopen, nakijken, gapen, skateboarden en invullen zijn voorbeelden van:
A
bijvoeglijke naamwoorden
B
werkwoorden
C
zelfstandige naamwoorden
Slide 4 - Quizvraag
In, naast, tijdens, op en achter zijn voorbeelden van:
A
persoonlijke voornaamwoorden
B
telwoorden
C
voorzetsels
Slide 5 - Quizvraag
Maak zoveel mogelijk nieuwe werkwoorden
passen
schuiven
drinken
pakken
nemen
bellen
maken
in
op
aan
af
uit
voor
Slide 6 - Sleepvraag
Wat is het splitsbare werkwoord in de zin: Ik kan niet meer, ik geef het op.
A
kan meer
B
geef op
Slide 7 - Quizvraag
Wat is het splitsbare werkwoord in de zin: Van het geld van mijn krantenwijk blijft niets over!
A
blijft niets
B
blijft over
Slide 8 - Quizvraag
Wat is het splitsbare werkwoord in de zin: Kun jij deze sierletters namaken?
A
namaken
B
kun maken
Slide 9 - Quizvraag
Welke is een scheidbaar werkwoord?
A
vergeten
B
voorstellen
Slide 10 - Quizvraag
Welke is een scheidbaar werkwoord?
A
Goedkeuren
B
Vergeten
Slide 11 - Quizvraag
Gelijkspelen, inmaken, vertellen, bekendmaken.
Welk werkwoord is niet scheidbaar?
A
gelijkspelen
B
inmaken
C
vertellen
D
bekendmaken
Slide 12 - Quizvraag
Voetballen, terugvinden, stilzetten, indutten.
Welk werkwoord is niet scheidbaar?
A
voetballen
B
terugvinden
C
stilzetten
D
indutten
Slide 13 - Quizvraag
Let op!
Alle delen van het scheidbare werkwoord horen bij het werkwoordelijk gezegde en soms bij de persoonsvorm.
Ik kijk haar lachend aan.
wwgezegde: kijk aan
persoonsvorm: kijk aan
Slide 14 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
7.2 Scheidbare werkwoorden
September 2022
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
1tl h1 werkwoorden scheidbaar
September 2022
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 4
les 3 en 4
Maart 2019
- Les met
17 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 8
Grammatica scheidbare werkwoorden
April 2021
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
thema 6 ww TA groep 8 les 3/4
Maart 2021
- Les met
23 slides
Basisschool
Grammatica scheidbare werkwoorden
April 2024
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Herhaling werkwoord en lw zn
Oktober 2024
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Verbeteren toets 24/9 - OKAN Groen
September 2024
- Les met
24 slides
NT2
Secundair onderwijs