KT2 - Periode 1 TEST JE KENNIS 2

.
.
Test je kennis - 2
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Kerntaak 2MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

.
.
Test je kennis - 2

Slide 1 - Tekstslide

Benodigdheden!
Log in via je laptop en pak snel....

  1. Pen en/of potlood
  2. Voldoende papier
  3. Rekenmachine

Slide 2 - Tekstslide

1. Er wordt gebruikt gemaakt van een piramidesysteem en jij staat in de laatste rij. Wat moet je doen om een plek om hoog te komen?
A
Je mag degene boven je uitdagen
B
Je mag iemand tot twee rijen boven je uitdagen
C
Je moet eerst iemand uit je eigen rij uitdagen
D
Als je verliest, dan lig je uit het systeem

Slide 3 - Quizvraag

2. Voorbeelden van niet-wedstrijdgerichte vormen zijn:
A
Poulesysteem, Klokopschuifsysteem, Uitdaagsysteem
B
Spelenkermis, Sportinstuif, Schoorsteensysteem
C
Roulatiesysteem, Vakopschuifsysteem, Open instuif
D
Roulatiesysteem, Spelenkermis, Levend ganzenbord

Slide 4 - Quizvraag

3. Opdracht:
Maak een tekening van een uitdaagsysteem geschikt voor 18 spelers/teams

Slide 5 - Open vraag

4. De meest ideale indeling voor een afvalsysteem is als je deelnemers kunt indelen in de volgende verhoudingen:
A
2-4-8-16-32-...
B
2-4-6-8-10-...
C
4-8-12-16-20-...
D
1-2-3-4-5-...

Slide 6 - Quizvraag

5. In een tafeltennistoernooi met 35 deelnemers en een enkel afvalsysteem worden...
A
35 wedstrijden gespeeld
B
36 wedstrijden gespeeld
C
33 wedstrijden gespeeld
D
34 wedstrijden gespeeld

Slide 7 - Quizvraag

6. Opdracht:
Maak een tekening van een afvalsysteem
geschikt voor 34 spelers.

Slide 8 - Open vraag

7. Je moet een tennistoernooi organiseren met 28 deelnemers. Welk van de onderstaande antwoorden is juist?
A
Je moet 4 BYE's gebruiken
B
Je moet 2 voorrondes gebruiken
C
Je moet 4 voorrondes gebruiken
D
Je moet 2 BYE's gebruiken

Slide 9 - Quizvraag

8. Opdracht:
Maak een tekening van een afvalsysteem met
verliezers ronde geschikt voor 15 spelers.

Slide 10 - Open vraag

9. Wat is een vakopschuifsysteem?
A
B
C
D

Slide 11 - Quizvraag

10. Verwerk de uitslagen in de tabel.

Slide 12 - Tekstslide

11. Wat is de juiste formule voor een halve competitie?
X = aantal wedstrijden
N= aantal teams
A
X = N * (N-1) / 2
B
X (aantal wedstrijden) = N (aantal teams) * (N-1)

Slide 13 - Quizvraag

12. Teken de wedstrijden uit voor een poule met 5 teams volgens het kloksysteem.

Slide 14 - Open vraag

Casusopdracht 
Je organiseert een hockeytoernooi op 16 april bij O.H.C Bully in Oldenzaal 
Je speelt een poulesysteem met een halve competitie. Gevolgd door kruisfinales en finales. 
Er zijn 20 teams die meedoen. 
Je speelt op 4 velden en je hebt 4 uur en 20 minuten zuivere speeltijd. 
Je maakt 4 poules van 5 teams per poule.


Vraag 1: Hoeveel wedstrijden moeten er gespeeld worden in een poule? Laat de berekening zien of schrijf uit. 
Vraag 2: Hoeveel wedstrijden worden er bij dit hockeytoernooi in totaal gespeeld in de poulefase, dus zonder de kruisfinales, halve finales en finale? 
Vraag 3: Hoeveel wedstrijden worden er bij dit hockeytoernooi in totaal gespeeld als je ook de kruisfinales, halve finales en finale meetelt? Leg je antwoord uit!
Vraag 4: Hoeveel speelronden worden er gespeeld?
Vraag 5: Hoelang duurt elke wedstrijd?
Vraag 6: Hoeveel wedstrijden speelt de uiteindelijke winnaar van het toernooi?

timer
15:00

Slide 15 - Tekstslide

Upload een foto van je antwoorden van de casusopdracht.

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide