Engels The team in the picture 5/6 Unit 6 lesson 2
1 / 18
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Wat is het Engelse woord voor:
zon?
zon?
A
sunny
B
sun
Slide 6 - Quizvraag
Wat is het Engelse woord voor:
warm?
warm?
A
cold
B
hot
Slide 7 - Quizvraag
Wat is het Engelse woord voor:
koud?
koud?
A
cold
B
hot
Slide 8 - Quizvraag
Hoe schrijf je het Engelse woord voor:
het weer?
het weer?
A
the wether
B
the weather
Slide 9 - Quizvraag
Hoe schrijf je het Engelse woord voor:
regenachtig?
regenachtig?
A
rainy
B
reny
Slide 10 - Quizvraag
Hoe schrijf je het Engelse woord voor:
wind?
wind?
A
wint
B
wind
Slide 11 - Quizvraag
Wat betekent het Engelse woord :
temperature?
temperature?
A
de temperatuur
B
de thermometer
Slide 12 - Quizvraag
Wat betekent het Engelse woord :
rain?
rain?
A
de regen
B
de mist
Slide 13 - Quizvraag
Wat betekent het Engelse woord :
sunny?
sunny?
A
zonnig
B
de zon
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Video
weather
wind
temperature
rain
hot
cold
sun
Slide 16 - Sleepvraag
Ik kan in het Engels vragen stellen.
😒🙁😐🙂😃
