MTH DA periode 1 les 5 Venapunctie BSE

Medisch Technisch Handelen


DA 2
Periode 1
Les 5/ week 41
Venapunctie, BSE
2023-2024
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Medisch Technisch Handelen


DA 2
Periode 1
Les 5/ week 41
Venapunctie, BSE
2023-2024

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
Welkom + Osiris
Vorige les (Cholesterol)

Vandaag:
Venapunctie MTH 5.12 blz 114 t/m 119
BSE MTH 5.16 blz 130 t/m 132

Afsluiten + huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les
  • Vragen?
  • Opdracht reeds besproken (voedingsadvies)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn twee soorten cholesterol. Het goede cholesterol ruimt slechte vetdeeltjes in de bloedvaten op. Het slechte cholesterol blijft plakken aan de wanden van de bloedvaten. Wat is het slechte cholesterol?
A
HDL
B
LDH
C
LDD
D
LDL

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer is het totaal cholesterol verhoogd?
A
> 5mmol/L
B
>2,5 mmol/L
C
>6mmol/L
D
Help?!

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voedingsadvies bij een verhoogd cholesterol

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Venapunctie
  • Wat is dat ook alweer?
  • Wat te doen als het misgaat? prikaccident?
  • Waarom is er voor veel bloedonderzoek veneus bloed nodig?
  • Wat is een gesloten vacuümsysteem?
  • Wanneer welke buis?  

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht Venapunctie
Staat in Cumlaude onder MTH week 41
timer
15:00

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Foutenbronnen
Vacuüm blijven behouden --> pijnlijk
Aanprikken mislukt? 
Toestemming patiënt
Niet langer dan 1 minuut stuwen
Buizen voldoende vullen

Slide 10 - Tekstslide

(blz. 118 MTH boek)
Handig om te weten
1. Wanneer valt een patiënt minder snel flauw?
2. Wat te doen als er bij venapunctie geen bloedkomt?
3. Bloedfontein --> wat te doen?
4. Volgorde stollingsbuizen (zie pag. 117)

Slide 11 - Tekstslide

1. halve liter water drinken, bilspieren aanspannen, benen kruizen, knie buigingen laten maken
2. Naald enkele mm opschuiven wel vacuüm behouden! - naald kwartslag draaien- stuwband losser maken - nieuwe buis plaatsen
3. stuwband los -naald verwijderen -afdrukken
4. Procedure INR: acenocoumarol/fenprocoumon: citraatbuis (lichtblauw) vullen - buis mag weg als je hem niet nodig hebt -stuwband losmaken en rest ongestuwd afnemen, daarna nomaals lichtblauwe dop (citraatbuis) vullen 
BSE
  • BSE inzetten en aflezen in de BPV?
  • Bezinkingssnelheid = de snelheid waarmee de ery's d.m.v. zwaarte kracht in een bepaalde tijd naar beneden zakken
  • Doel; onderscheid maken tussen klachten en/of aandoening/ ontstekingen/ kwaadaardige aandoeningen
  • Verhoogde bezinking
  • Verlaagde bezinking
  • Kleur

Slide 12 - Tekstslide

Doel: onsteking/maligniteit bv.
Deze snelheid hangt af van:
* Eiwitsamenstelling van het plasma: albumine/globuline
* De vorm en de grootte van de erytrocyten
Het onderzoek is niet specifiek, wat betekent dat? Net als bijv. bij bloeddruk: niet afwijkend bij 1 bepaalde aandoening.
Referentiewaarden > MTH-boek.
Afkapwaarde 24 mm/ per uur als grens.
Verhoogde bezinking komt voor bij:
• Infectieziekten; acuut of chronisch
• Kwaadaardige ziekten; o.a. tumoren
• Anemie
• Acuut en chronisch reuma
• Graviditeit
Verlaagde bezinking komt voor bij:
• polycythaemie
• uitdroging
• hoge bloedsuikerwaarde
De bezinking is ook een methode om het verloop van een ziekte te volgen, maar wordt ook vaak in combinatie met andere bepalingen aangevraagd door een huisarts.
Een normale bezinking sluit echter niet uit, dat er niets ernstigs aan de hand is.
Is dus niet specifiek!!
De methode > wordt uitgelegd in de praktijkles. Verhouding 0,4 en 1,6 ml is wel zeer belangrijk voor betrouwbare uitslag.
• de macro-methode volgens Westergren
0,4 ml. Na-citraat 3,8% en 1.6 ml. bloed
Aandachtspunten bij het aflezen, deze noteer je bij de uitslag.
• sluiering: de scheiding tussen plasma laag en erytrocyten is niet duidelijk
• BUFFYCOAT = grijswitte laag boven de erytrocyten, aantal leukocyten zijn verhoogd = leukocytose
• De KLEUR van het plasma indien afwijkend:
Geel - icterisch
Wit - lipemisch
Rozerood - hemolytisch
Kleurloos/waterig- anemisch

BSE Youtube link
LINK

Vanaf 9.45 min kijken. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BSE Uitslag
Donkergele kleur: verhoogde Bilirubineconcentratie in het bloed;
Roodachtige kleur: kan duiden op het kapot gaan van rode bloedcellen, bijv. door teveel stuwing tijdens afname;
Kleurloos plasma; ijzergebreksanemie
Troebel witachtig plasma; gestoorde vetstofwisseling;
Leukemie; opvallend dikke buffycoat



Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BSE uitslag
Buffycoat = het witte leukocytenlaagje op de grens
Gesluierde bezinking = als de scheiding tussen de gele en de rode kolom niet duidelijk te zien is, vermeld je 'gesluierde bezinking'. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiten + huiswerk
  • Vragen?
  • Volgende week: 
  • Urine onderzoek MTH 5.6 t/m 5.8 blz 91 t/m 101
  • Urinekweek + dipslide MTH 5.8 t/m 5.11 blz 101 t/m 112
  • Alle theorie van de afgelopen weken leren
  • LET OP: Toets in de bijzondere lesweek, week 46!

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies