02/10

Vandaag
Huishoudelijke mededeling
Terugblik vorige week
2.3 De organen voor vertering
2.4 Gezonde voeding (zelf lezen)
SO 1.1 t/m 1.3 bespreken
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vandaag
Huishoudelijke mededeling
Terugblik vorige week
2.3 De organen voor vertering
2.4 Gezonde voeding (zelf lezen)
SO 1.1 t/m 1.3 bespreken

Slide 1 - Tekstslide

Volgende week PW hoofdstuk 1!

Slide 2 - Tekstslide

2.1 Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
Leerdoelen:
- Je kunt de functies van voedingsstoffen en voedingsvezel in voedingsmiddelen noemen
- Je kunt zes groepen voedingsstoffen noemen met hun functies en kenmerken
- Je kunt essentiële en niet essentiële voedingsstoffen onderscheiden

Slide 3 - Tekstslide

Voedingsmiddelen
Alle producten die je eet of drinkt, noem je voedingsmiddelen

Voedingsmiddelen worden onderverdeeld in plantaardige voedingsmiddelen en dierlijke voedingsmiddelen


Slide 4 - Tekstslide

Functies van voedingsstoffen
Voedingsmiddelen bevatten voedingsstoffen
Voedingsstoffen zijn stoffen die je lichaam nodig heeft voor energie, groei en herstel

Voedingsstoffen kunnen 4 functies vervullen:
1. Brandstof
2. Bouwstof
3. Reservestof
4. Beschermende stof (mineralen en vitaminen)

Slide 5 - Tekstslide

6 groepen voedingsstoffen
  1. Eiwitten
  2. Koolhydraten 
  3. Vetten
  4. Water
  5. Mineralen
  6. Vitaminen

Slide 6 - Tekstslide

2.2 Het verteringsstelsel
  • Je kunt de werking van vertering, verteringssappen en enzymen beschrijven
  • Je kunt de delen van een gebit noemen met hun functie
  • Je kunt de werking en functie van de darmperistaltiek beschrijven

Slide 7 - Tekstslide

Het darmkanaal bestaat uit...
A
Je dunne en dikke darm
B
De mondholte tot en met de dunne darm
C
Al je verteringsorganen

Slide 8 - Quizvraag

Vertering
Het verteringsstelsel bestaat voor het 
grootste deel uit één lang kanaal van mond 
tot de anus: het darmkanaal

Voedingsstoffen worden vanuit het voedsel 
in het bloed opgenomen:
Sommigen kunnen door de darmwand heen, 
anderen moeten eerst verteerd worden

Slide 9 - Tekstslide

Vertering
Bij vertering worden grotere voedingsstoffen afgebroken tot kleinere verteringsproducten die wel door de darmwand heen in het bloed kunnen komen:
  • Voedsel in kleine stukken verdelen door kauwen
  • Voedingsstoffen omzetten door middel van verteringssappen

Slide 10 - Tekstslide

Kauwen
  • Snij- en hoektanden om een hap af te bijten
  • Kiezen om het voedsel fijn te malen = in kleine stukjes verdelen

Voordeel van kauwen: door het voedsel in kleine stukjes te verdelen wordt het oppervlak van het voedsel vergroot = mechanische vertering

Slide 11 - Tekstslide

Wat is het voordeel als het oppervlak van je voedsel wordt vergroot?

Slide 12 - Tekstslide

Verteringssappen
Verteringssappen worden gemaakt door verteringsklieren:
  • speekselklieren
  • maagsapklieren
  • lever
  • alvleesklier
  • darmsapklieren

Slide 13 - Tekstslide

Verteringssappen
  • Zorgen ervoor dat de stoffen in je voedsel worden afgebroken tot steeds kleinere stoffen (verteringsproducten)
  • Scheikunde reacties: stoffen worden omgezet in andere stoffen
  • Chemische vertering

Slide 14 - Tekstslide

Enzymen
  • Verteringssappen bevatten enzymen
  • Enzymen laten reacties
    sneller verlopen

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Darmperistaltiek
  • In de wand van het darmkanaal zitten kringspieren en lengtespieren 
  • Afwisselend samentrekken en ontspannen
  • Hierdoor wordt het voedsel verder geduwd, gekneed en vermengd met de verteringssappen
  • Voedingsvezels prikkelen de spieren en zorgen dus voor een goede darmwerking
  • Peristaltische bewegingen 

Slide 17 - Tekstslide

2.3 De organen voor vertering
Leerdoelen:
- Je kunt de functies en kenmerken van de delen van het verteringsstelsel noemen
- Je kunt de verteringssappen noemen met hun functies

Slide 18 - Tekstslide

Mondholte, keelholte en slokdarm
  • Speeksel: verteringssap bestaande uit water, slijm en een enzym 
  • Slikken --> slokdarm --> peristaltische bewegingen om het naar beneden te duwen

Slide 19 - Tekstslide

Maag
  • Ook in de maagwand zitten kring- en lengtespieren: voedsel wordt gekneed en vermengd met maagsap
  • Maagsapklieren in de maagwand produceren maagsap
  • Maagsap: water, zoutzuur en een enzym
  • Maagportier: kringspier aan het einde van je maag die de maag kan afsluiten 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Twaalfvingerige darm, lever, galblaas en alvleesklier
  • Maagportier --> twaalfvingerige darm
  • Verteringssappen uit de lever en alvleesklier komen in de twaalvingerige darm bij het voedsel
  • Lever produceert gal --> tijdelijk opgeslagen in galblaas 
  • Alvleesklier produceert alvleessap --> verteert eiwitten, koolhydraten en vetten

Slide 22 - Tekstslide

Probleem: vetten lossen niet op in water, maar vormen grote druppels...

Slide 23 - Tekstslide

Oplossing: gal
  • Gal verdeelt de grote vetdruppels in kleinere druppeltjes: dit heet emulgeren 
  • Gal verteert de vetten niet!
    Het emulgeert ze allen
  • Wat is het voordeel hiervan?? 

Slide 24 - Tekstslide

Dunne darm
  • Ongeveer 6 meter lang; gekronkeld en opgerold
  • Darmsapklieren  in de wand produceren darmsap: bevat enzymen die vertering van koolhydraten en eiwitten afmaken
  • De verteringsproducten kunnen daarna door de darmwand het bloed in
  • Ook veel water (afkomstig van de verteringssappen) het bloed in 

Slide 25 - Tekstslide

  • Darmwand is sterk geplooid
  • Op de darmplooien zitten uitsteeksels: darmvlokken
  • Hierdoor groot oppervlakte; wat is het voordeel?
  • Bloedvaten en een heel dunne wand  

Slide 26 - Tekstslide

Dikke darm, blinde darm en endeldarm
  • Dunne darm --> dikke darm
  • Vlak onder deze overgang ligt de 
    blinde darm --> deze heeft geen functie 
    bij de vertering
  • Blindedarmontsteking --> 
    appendix wordt verwijderd
  • Dikke darm = 1,5 meter lang en neemt
    de rest van het water op
  • Diarree

Slide 27 - Tekstslide

Huiswerk
  • 2.3 De organen voor vertering:
    Maken opgaven 1 t/m 3, 6 t/m 8 (blz. 108-112)
  • 2.4 Gezonde voeding:
    Lezen blz. 114-119
    Maken opgaven 1 t/m 3 en 8, 9 (blz. 119-123)

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide