voltooid deelwoord (1-3-4)

3.8 spelling
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

3.8 spelling

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Na deze les:
- heb je nog eens herhaald wat voltooid deelwoorden zijn. 
- heb je nog eens herhaald hoe je de voltooid deelwoorden juist moet spellen. 
- weet je wat een tegenwoordig deelwoord is en kun je dit toepassen. 


Slide 2 - Tekstslide

Voltooid deelwoord

Slide 3 - Tekstslide

Voltooid deelwoord 
In een zin met een voltooid deelwoord staat altijd een vorm van 'hebben', 'zijn', of 'worden'. 


Ik heb een film gezien
Ik ben in slaap gevallen
Ik word door mijn klasgenoten geholpen

Slide 4 - Tekstslide

Voltooid deelwoord 
Een voltooid deelwoord begint vaak met 'ge'. 
Als de infinitief begint met ge - be - ver - ont - er of her dan komt er GEEN ge voor het voltooid deelwoord! 
Kijk maar: 
gebeuren > Het is gebeurd
ontwerpen  > Wij hebben ontworpen
verbazen  >  Wij zijn enorm verbaasd

Slide 5 - Tekstslide

Voltooid deelwoord 
Voltooid deelwoorden van zwakke werkwoorden eindigen op -d of -t. Je kan op 2 manieren bepalen of het een -d of een -t wordt.  
1. Maak het woord langer en schrijf wat je hoort: 
werken - ik werkte > je hoort een t, dus 'gewerkt' is met een t.  
herkennen  - ik herkende > je hoort een d, dus 'herkend' is met een d. 

Slide 6 - Tekstslide

Voltooid deelwoord 
 
2. Gebruik 'T KoFSCHiP
Kijk op welke letter de stam eindigt. 
Zit die letter in 'T KoFSCHiP? 
ja?      > te(n)
nee? > de(n)

Slide 7 - Tekstslide

Voltooid deelwoord 
Voltooide deelwoorden van sterke werkwoorden eindigen meestal op -(e)n

kijk maar: 
slapen - heeft geslapen
zwemmen - heeft gezwommen

Slide 8 - Tekstslide

pv tt  versus vdw
Soms hoor je geen verschil tussen de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd en het voltooid deelwoord. De spelling is wel anders!  Kijk maar:
De leerling herinnert zich alles - De leerling heeft zich alles herinnerd. 
Marc vertelt een lang verhaal. - Marc heeft een lang verhaal verteld. 

Slide 9 - Tekstslide

Vul de juiste vorm van het voltooid deelwoord in.

Ik heb gisteren de hele dag naar m'n sleutels ... (zoeken)

Slide 10 - Open vraag

Vul de juiste vorm van het voltooid deelwoord in.

De postbode heeft de post .... (rondbrengen)

Slide 11 - Open vraag

Vul de juiste vorm van het voltooid deelwoord in.

Zijn ouders hebben erg op hem ... (mopperen)

Slide 12 - Open vraag

Vul de juiste vorm van het voltooid deelwoord in.

Zij heeft zijn naam in de boom ... (krassen)

Slide 13 - Open vraag

Vul de juiste vorm van het voltooid deelwoord in.

Ik ben erg ... (verwennen) met al die cadeautjes op mijn verjaardag.

Slide 14 - Open vraag

tegenwoordig deelwoord
Een tegenwoordig deelwoord (td) geeft aan dat een handeling nog bezig is. 
Je vormt een tegenwoordig deelwoord door -d achter de infinitief te zetten. 
Kijk maar: 
fluiten - fluitend: De postbode brengt de post fluitend rond.  


Slide 15 - Tekstslide

tegenwoordig deelwoord
A
append
B
appen

Slide 16 - Quizvraag

tegenwoordig deelwoord
A
lachen
B
lachend

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het tegenwoordig deelwoord van 'juichen'?
A
Gejuicht
B
Juichend
C
Juichende

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het tegenwoordig deelwoord van: voetballen

Slide 19 - Open vraag

Wat is het tegenwoordig deelwoord van: computeren

Slide 20 - Open vraag

Wat is het tegenwoordig deelwoord van zuchten?

Slide 21 - Open vraag

Huiswerk

Maak opdracht 1-3-4 
blz 183-184

Slide 22 - Tekstslide