Het tegenwoordig deelwoord (td) of onvoltooid deelwoord
Het tegenwoordig deelwoord (td) of onvoltooid deelwoord geeft aan dat een handeling nog bezig is.
Je vormt een tegenwoordig deelwoord door een -d achter de infinitief te zetten:
fluiten – fluitend: De postbode brengt fluitend de post rond.
mopperen – mopperend: De spelers verlieten mopperend het veld.