K1 les 58 (betrouwbaarheid bronnen)

Planning

  • Lezen uit 'Alaska'
  • Terugblik op de vorige les (info op het internet)
  • Uitleg over 'bronnen op het internet'
  • Aan de slag!


1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Planning

  • Lezen uit 'Alaska'
  • Terugblik op de vorige les (info op het internet)
  • Uitleg over 'bronnen op het internet'
  • Aan de slag!


Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik op de vorige les
Zes tips bij het zoeken op internet:
  • bedenk een goede zoekvraag
  • geef een duidelijke zoekopdracht
  • selecteer de informatie die je kunt gebruiken
  • lees de gevonden informatie goed door
  • gebruik je eigen woorden en vermeld de bron
  • gebruik verschillende zoekmachines


Slide 3 - Tekstslide

Les 58: bronnen op internet

Slide 4 - Tekstslide

Hoe weet je of bronnen betrouwbaar zijn?
  • geschreven door een deskundige
  • geschreven door iemand die neutraal is
  • de informatie is actueel
  • de site gebruikt zelf ook betrouwbare bronnen

Slide 5 - Tekstslide

Welke informatie is volgens jou betrouwbaarder?
A
Een artikel op Facebook van je buurvrouw
B
Een artikel in een tijdschrift.
C
Een verhaal op Wikipedia.

Slide 6 - Quizvraag

Dekundigheid van de auteur

Slide 7 - Tekstslide

Datum van publicatie (actueel?)
  • Hoe ouder, hoe onbetrouwbaarder....

Waarom is dat zo?

Slide 8 - Tekstslide

Neutrale schrijver (objectief)
  • Feiten en meningen
Voor- en nadelen
Wie is de schrijver? 
Heeft hij al een voorkeur?

Slide 9 - Tekstslide

  • Feiten: controleerbaar
  • Meningen: iets wat iemand vindt


  • Een betrouwbaar artikel is
       gebaseerd op feiten

Slide 10 - Tekstslide

Taalgebruik

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Gebruik van bronnen
  • Naar welke bronnen wordt er verwezen?
  • Zijn dat betrouwbare bronnen?

Sites die niets verkopen, feiten 
bevatten en waarin informatie staat 
die je op andere websites ook ziet, 
zijn vaak wel betrouwbaar.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Meningen...
Wanneer zijn meningen wel betrouwbaar?

Denk aan het voorbeeld:
Mevrouw Mellink zegt dat zij een bepaalde tandpasta niet goed vindt.
VS
De tandarts zegt dat hij een bepaalde tandpasta niet goed vindt. 

Slide 15 - Tekstslide

Waarom is het belangrijk dat je de bronnen in je verslag vermeldt?

Slide 16 - Open vraag

Waarom moet je altijd de datum vermelden waarop je op een site gekeken hebt?

Slide 17 - Open vraag

Aan het werk!
Maken: les 58 opdracht 1 t/m 11

Vergeet niet een boek te regelen voor je boekopdracht!

Slide 18 - Tekstslide