K2 betrouwbaarheid bronnen (les 57)

Bronnen op internet
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Bronnen op internet

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Hoe weet je of bronnen betrouwbaar zijn?
  • geschreven door een deskundige
  • geschreven door iemand die neutraal is
  • de informatie is actueel 

Slide 3 - Tekstslide

Welke informatie is volgens jou het meest betrouwbaar?
A
Een artikel op Facebook van je buurvrouw
B
Een artikel in een tijdschrift.
C
Een verhaal op Wikipedia.

Slide 4 - Quizvraag

Dekundigheid van de auteur

Slide 5 - Tekstslide

Datum van publicatie (actueel?)
  • Hoe ouder, hoe onbetrouwbaarder....

Waarom is dat zo?

Slide 6 - Tekstslide

Neutrale schrijver (objectief)
  • Feiten en meningen
Voor- en nadelen
Wie is de schrijver? 
Heeft hij al een voorkeur?

Slide 7 - Tekstslide

  • Feiten: controleerbaar
  • Meningen: iets wat iemand vindt


  • Een betrouwbaar artikel is
       gebaseerd op feiten

Slide 8 - Tekstslide

Zelf bronnen gebruiken
  • Let goed op of jouw bron zelf ook (goede) bronnen gebruikt.
  • Check altijd meerdere bronnen.

Des te meer goede bronnen dezelfde informatie geven, hoe betrouwbaarder de informatie is!

Slide 9 - Tekstslide

Meningen...
Wanneer zijn meningen wel betrouwbaar?

Denk aan het voorbeeld:
Mevrouw Mellink zegt dat zij een bepaalde tandpasta niet goed vindt.

VS

De tandarts zegt dat hij een bepaalde tandpasta niet goed vindt. 

Slide 10 - Tekstslide

Waarom moet je altijd de datum vermelden waarop je op een site gekeken hebt?

Slide 11 - Open vraag

Verkoper van vitaminepillen die zegt: 'Het beste is om drie vitamine-C-pillen per dag in te nemen. Dat werkt goed tegen ziektes.'
A
Wel betrouwbaar, niet deskundig
B
Niet betrouwbaar, wel deskundig
C
Allebei
D
Geen van beide

Slide 12 - Quizvraag

Docent wiskunde: 'De rekenmachines van het merk Casio werken het fijnst.'
A
Wel betrouwbaar, niet deskundig
B
Niet betrouwbaar, wel deskundig
C
Allebei
D
Geen van beide

Slide 13 - Quizvraag

Dokter: 'Je moet minimaal twee keer in de week sporten, daardoor word je fit.'
A
Wel betrouwbaar, niet deskundig
B
Niet betrouwbaar, wel deskundig
C
Allebei
D
Geen van beide

Slide 14 - Quizvraag

Eigenaar van de sportschool: 'Je moet minimaal twee keer in de week sporten en onze sportdrankjes drinken, daardoor word je fit.'
A
Wel betrouwbaar, niet deskundig
B
Niet betrouwbaar, wel deskundig
C
Allebei
D
Geen van beide

Slide 15 - Quizvraag

Aan het werk!
Maken: les 57 opdr. 1 t/m 10 + 14
Dit is morgen af en mee naar school!


Slide 16 - Tekstslide