In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Tekst 1 - vraag 1 Waarom heeft Mike het geld dat in een doos van Domino’s zat niet direct na ontvangst teruggegeven?
A
Hij had daar geen zin in omdat hij moest werken.
B
Hij had toen nog niet gezien wat er in de doos zat.
C
Hij twijfelde nog of hij het zelf zou houden.
D
Hij wachtte af of er een beloning werd uitgeloofd.
Slide 2 - Quizvraag
Tekst 2 - vraag 2 Wat wordt duidelijk uit dit artikel?
A
Door een recept van SuperValu te volgen, heeft iemand zijn
vingerkootje afgesneden.
B
Meerdere mensen hebben geklaagd over een onbegrijpelijk recept van
SuperValu.
C
SuperValu geeft aan dat het een schrijffout heeft gemaakt in een
recept.
D
SuperValu wilde een grap uithalen met een Thais recept.
Slide 3 - Quizvraag
Tekst 2 - vraag 3 Kies bij ...3... het juiste antwoord uit de gegeven mogelijkheden.
A
advise against
B
anticipate
C
complain about
D
encourage
Slide 4 - Quizvraag
Tekst 3 - vraag 4 What is the main purpose of paragraphs 1 and 2?
A
to discuss the weaknesses of Australia’s biosecurity system
B
to explain the reasons behind Australia’s declaration policy
C
to warn people against Australia’s current serious diseases
D
Slide 5 - Quizvraag
Tekst 3 - vraag 5 Geef van de volgende bewering aan of deze juist of onjuist is volgens alinea 3 en/of 4.
Je moet alle dierlijke producten die je in Australië wilt invoeren, laten controleren door de DAFF.
A
Juist
B
Onjuist
C
D
Slide 6 - Quizvraag
Tekst 3 - vraag 5 Geef van de volgende bewering aan of deze juist of onjuist is volgens alinea 3 en/of 4.
Je moet op een formulier invullen of je iets aan te geven hebt bij de douane.
A
Juist
B
Onjuist
C
D
Slide 7 - Quizvraag
Tekst 3 - vraag 5 Geef van de volgende bewering aan of deze juist of onjuist is volgens alinea 3 en/of 4.
Iedereen die Australië binnenkomt, wordt door de douane ondervraagd.
A
Juist
B
Onjuist
C
D
Slide 8 - Quizvraag
Tekst 3 - vraag 5 Geef van de volgende bewering aan of deze juist of onjuist is volgens alinea 3 en/of 4.
Als je alles bij de DAFF aangeeft, krijg je geen boete.
A
Juist
B
Onjuist
C
D
Slide 9 - Quizvraag
Tekst 3 - vraag 6 What will happen to a lot of the items that are declared, according to paragraph 5? These will be
A
charged the prescribed import duty.
B
disposed of by the DAFF officer.
C
given back to the person declaring.
D
sent back to the country of origin.
Slide 10 - Quizvraag
Tekst 3 - vraag 7 When should you call the DAFF Redline according to paragraph 6?
A
if you believe someone is violating the rules
B
if you have questions about what to declare
C
if you need to declare something before travelling
D
if you want to transport special food products abroad
Slide 11 - Quizvraag
Tekst 4 - vraag 8 Wat wordt in dit artikel duidelijk over Felix?
A
Er wordt geld ingezameld voor haar verzorging.
B
Mensen vinden het leuk dat ze zo actief is.
C
Verschillende mensen willen haar adopteren.
D
Ze wordt ingezet voor een goed doel.
Slide 12 - Quizvraag
Tekst 4 - vraag 9 “I’d be surprised if she covers 5 kilometres by Christmas” (alinea 1) Wat bedoelt Andrew McClements hiermee? Geef antwoord in het Nederlands.
Slide 13 - Open vraag
Tekst 5 - vraag 10 Why is the route from Bridgeport to Waterloo called the Trail of Tears?
A
because it was the location of a battle during the civil war
B
because it was used by people who were forced to leave
C
because people died while building the road
D
because there were many traffic accidents
Slide 14 - Quizvraag
Tekst 5 - vraag 11 Kies bij ...11... in alinea 2 het juiste antwoord uit de gegeven mogelijkheden.
A
attempt
B
discussion
C
remembrance
Slide 15 - Quizvraag
Tekst 6 - vraag 12 What becomes clear about Melanie Perkins in paragraph 1?
A
She applied her graphic design expertise on social media.
B
She had always wanted to run her own company.
C
Teaching inspired her to try something new.
D
Teaching turned out to be too hard for her.
Slide 16 - Quizvraag
Tekst 6 - vraag 13 What does Melanie Perkins say in paragraph 2? When she started her business
A
she borrowed money from her family.
B
she had little idea of how to do that.
C
she made some basic mistakes.
D
she was constantly worried.
Slide 17 - Quizvraag
Tekst 6 - vraag 14 What becomes clear about Melanie Perkins from paragraph 3?
A
She soon had customers from all over the world.
B
She tended to ask too little money for her products.
C
She used the money she earned to invest in her business.
D
She was unable to pay her bills from the money she made.
Slide 18 - Quizvraag
Tekst 6 - vraag 15 What is true about Melanie Perkins according to paragraph 4?
A
She had trouble finding reliable financers for her new business ideas.
B
She offered a wider variety of products in her new company.
C
She was invited to work in the United States by a rich business man.
D
She won a prize with her new concept of a design programme.
Slide 19 - Quizvraag
Tekst 6 - vraag 16 What is said about Canva in paragraph 5?
A
It also sells wellness products and services now.
B
It has turned into a successful company with many clients.
C
Its employees work less hard than at other companies.
D
Its working conditions make up for a low salary.
Slide 20 - Quizvraag
Tekst 6 - vraag 17 What is the purpose of paragraph 6?