Les 2 - week 9 (assertiviteit deel 2)

Mentorstart
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

Mentorstart

Slide 1 - Tekstslide

Assertief zijn
Opkomen voor jezelf zonder de gevoelens en belangen van een ander uit het oog te verliezen.

Als je assertief, heeft dat voordelen.

Slide 2 - Tekstslide

Sociale vaardigheden die horen bij assertief zijn


  • 'Nee' zeggen
  • Grenzen stellen
  • Geven van kritiek, feedback of je mening
  • Kritiek ontvangen

Slide 3 - Tekstslide

Voordelen van assertief zijn
  • Anderen maken geen ‘gebruik’ van je
  • Het geeft meer zelfvertrouwen
  • Je bent eerlijk naar de ander toe
  • Je leert je gevoelens beter kennen en plaatsen
  • Je bent eerder op zoek naar een win-win situatie
  • Je verbetert je communicatie skills
  • Je wordt beter in het nemen van beslissingen
  • Je voelt je minder onzeker
  • Vaak waarderen mensen je juist omdat je duidelijk bent
  • Het vermindert je stresslevel

Slide 4 - Tekstslide

We hebben al geoefend met:
  • de ik-boodschap
  • lichaamstaal
  • nee zeggen



Slide 5 - Tekstslide

Oefening 4: affirmaties
Help jezelf een handje door affirmaties uit te spreken.
 
Affirmaties zijn positieve, versterkende gedachten over iets dat je graag wil hebben (of wil zijn) en die je regelmatig in jezeld moet herhalen.
Je kunt een affirmatie ook opschrijven en er elke dag naar kijken.

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeelden affirmaties
Ik ben trots op wie ik ben.

Ik ben genoeg.

Ik ben mooi van binnen en van buiten.

Ik ben perfect zoals ik ben.

Slide 7 - Tekstslide

Schrijf jouw eigen affirmatie
Je krijgt een kaartje van de mentor.

Schrijf hierop een affirmatie op voor jezelf.
Je hoeft de affirmatie niet te delen met een ander.
Neem het kaartje mee naar huis en lees de affirmatie iedere ochtend en/of avond.

Slide 8 - Tekstslide

Oefening 5: emoties
Emoties geven aan hoe je je voelt. 
Maar je emoties herkennen en begrijpen 
kan nog best een uitdaging zijn

Slide 9 - Tekstslide


Bekijk de
emotie thermometer.


Hoe voel jij je nu?
Zit je in rood, oranje, geel of groen?

Kan je uitleggen waarom je in die kleur zit?

Slide 10 - Tekstslide

Zoek een plaatje op internet die past bij hoe jij je nu voelt. Lever in.

Slide 11 - Open vraag

Oefening 6: wees eerlijk
Gebruik geen smoesjes of leugentjes om bestwil.

Leer jezelf aan om eerlijk te zijn naar een ander. 
Geef het aan als je gewoon geen zin hebt. Zeg eerlijk dat je te moe bent of dat je met iemand anders hebt afgesproken.

Slide 12 - Tekstslide

Waarvoor heb je wel eens een smoesje gebruikt en hoe had je eerlijk kunnen zijn?

Slide 13 - Woordweb

Oefening 7: haal adem!
Je centrale zenuwstelsel (in je hersenen en ruggemerg) bestaat uit:

1. Het sympatische zenuwstelsel: staat voor ACTIE en is ook handig bij gevaar. Hierbij hoort een verhoogde hartslag, versnelde ademhaling. Dit is je gaspedaal.
2. Het parasympathische zenuwstelsel: dit staat voor RUST, voor ontspanning en herstel. Hierbij past een rustige hartslag en rustige ademhaling. Dit is je rem.

Slide 14 - Tekstslide

Haal adem!
Bij het inademen activeer je het sympatische stelsel (actie) en 
bij uitademen het parasymatische stelsel (rust). 

Oefeningen waarbij je langer uitademt dan inademt, helpen om het rustsysteem te activeren.

Slide 15 - Tekstslide

Haal adem!
  • Focus op de buikademhaling (als je inademt komt je buik naar voren, als je uitademt gaat hij weer in)
  • Adem 4 tellen in en 7 tellen uit

Probeer ook eens:
  • adem 4 tellen in, houd 4 tellen vast, adem 4 tellen uit, doe 4 tellen niets

Slide 16 - Tekstslide

Mentorstart

Slide 17 - Tekstslide