In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Bestellen
Bestellen
Slide 1 - Tekstslide
Bedrijfskolom
Slide 2 - Woordweb
Bestellen
Slide 3 - Woordweb
Verschil: Fysieke winkel & Webshop
Voorbereiden van de ontvangst van de goederen
Ontvangst
Opslag
Winkel
Verkoop
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Hier liggen de goederen tijdelijk opgeslagen
Bedrijf dat de goederen verplaatst, bijvoorbeeld met een vrachtauto.
Bedrijf dat goederen levert, zoals fabrikant of groothandelaar.
Leverancier
Distributiecentrum
Transporteur
Slide 6 - Sleepvraag
Een vrachtwagen brengt de producten van het distributiecentrum naar de verschillende winkels. Hoe noem je dit proces?
A
de bedrijfskolom
B
de consumentenketen
C
de retaillogistiek
Slide 7 - Quizvraag
Wat is derving?
A
verlies van geld of goederen, bijvoorbeeld doordat goederen zijn beschadigd
B
verlies van leveranciers, bijvoorbeeld doordat leveranciers failliet gaan
C
verlies van klanten of bezoekers, bijvoorbeeld doordat klanten ontevreden zijn
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de oorzaak van niet-criminele derving?
A
werkfouten
B
inbraak
C
fraude
D
diefstal
Slide 9 - Quizvraag
Liam werkt in een kledingwinkel. Hij bestelt de nieuwe collectie kinderkleding. Voordat de nieuwe collectie in de winkel aankomt, heeft de kleding al een hele route afgelegd. Hoe noem je deze route?
A
Interne route
B
Externe route
Slide 10 - Quizvraag
Wat is een order?
A
een bestelling van een klant
B
een locatie waar de klant zijn internetbestelling kan afhalen
C
een managementinformatiesysteem voor het afhandelen van bestellingen
Slide 11 - Quizvraag
Wat is een pick-uppoint?
A
een bestelling van een klant
B
een locatie waar de klant zijn internetbestelling kan afhalen
C
een managementinformatiesysteem voor het afhandelen van bestellingen
Slide 12 - Quizvraag
Bestellingen klaarmaken doe je in vier stappen. Zet de stappen in de juiste volgorde.