In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
herhaling spelling vt en vdw
Klas 1 t/h
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoel
Je kunt de pv in de verleden tijd goed schrijven.
Je weet wat klankvaste/klankveranderende werkwoorden zijn.
Slide 2 - Tekstslide
Spelling
Regels tt:
ik = ik-vorm
hij/zij/het/ = ik-vorm + t
meer = hele ww.
In de verleden tijd lijkt het erg op de tt.
Slide 3 - Tekstslide
Spelling: verleden tijd
Klankvaste werkwoorden > zwakke werkwoorden
Poetsen
wandelen
ik poetste
ik wandelde
hij/zij/het poetste
hij/zij/het wandelde
wij/jullie poetsten
wij/jullie wandelden
Slide 4 - Tekstslide
Spelling: verleden tijd
Klankveranderende/sterke werkwoorden:
Meestal kun je horen hoe je deze ww schrijft.
slapen - Ik sliep pas laat vannacht.
liggen - Het varken lag in de modder.
liegen - Jullie logen over het huiswerk.
Slide 5 - Tekstslide
Spelling, verleden tijd zwakke werkwoorden
Slide 6 - Tekstslide
Zo schrijf je het voltooid deelwoord
*Eindigt het voltooid deelwoord op een -t of -d? Gebruik de verlengproef om de laatste letter te vinden:
Mijn ouders hebben gefiets... Je hoort gefietste --> je schrijft gefietst.
Slide 7 - Tekstslide
Zo schrijf je het voltooid deelwoord
*Als je niet goed kunt horen of het -d of -t moet zijn, gebruik je
't ex-kofschip.
Slide 8 - Tekstslide
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Een voltooid deelwoord begint vaak met ge-, her- ver- of be- en kan een deel zijn van het werkwoordelijk gezegde. Er staat dan een vorm van hebben, zijn, of worden in de zin.
Bijvoorbeeld: Nicolai is in het zwembad gedoken.
Slide 9 - Tekstslide
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Een voltooid deelwoord kan ook als bijvoeglijk naamwoord worden gebruikt.
Bijvoorbeeld: de geperste sinaasappel; de ingehaalde toets.
Het staan dan voor het zelfstandig naamwoord.
Slide 10 - Tekstslide
Noteer de pv in de verleden tijd.
Hij ... (hoesten) toen hij zich verslikte.
Slide 11 - Open vraag
Noteer de pv in de verleden tijd. Hopelijk ... (worden) het daar een mooi toernooi.
Slide 12 - Open vraag
Noteer de pv in de verleden tijd.
Hij gelooft dat jij hem leugens ... (vertellen)
Slide 13 - Open vraag
Noteer de pv in de verleden tijd.
Het vliegtuig ... (landen) precies op tijd.
Slide 14 - Open vraag
Noteer de pv in de verleden tijd.
De schilder .... (branden) het houtwerk eerst af.
Slide 15 - Open vraag
Noteer de pv in de verleden tijd.
Thomas ... (lachen) als een boer die kiespijn heeft.
Slide 16 - Open vraag
Noteer de pv in de verleden tijd.
Door die enorme knal ... (barsten) die ruit.
Slide 17 - Open vraag
Noteer de pv in de verleden tijd.
De leerlingen... (besteden) niet altijd genoeg aandacht aan de spelling.
Slide 18 - Open vraag
Geef de juiste spelling van het voltooide deelwoord:
Zij heeft de hele wereld ...(rondzwerven)
Slide 19 - Open vraag
Spelling voltooid deelwoord
(zwijgen) Die opgepakte man heeft al die tijd ...
Slide 20 - Open vraag
Spelling voltooid deelwoord
(bewegen) Na de val had zij haar been niet meer ...
Slide 21 - Open vraag
Spelling voltooid deelwoord (bedriegen) Die winkelier was door een bekende klant ...
Slide 22 - Open vraag
Spelling voltooid deelwoord
(verkopen) Dat huis is gisteren ...
Slide 23 - Open vraag
Spelling voltooid deelwoord
(blijven) Wij zijn daar niet zo lang ...
Slide 24 - Open vraag
Spelling voltooid deelwoord
(winnen) Gelukkig hebben wij die wedstrijd ...
Slide 25 - Open vraag
Spelling voltooid deelwoord
(zwerven) Wij hebben uren door de bossen ...
Slide 26 - Open vraag
Spelling voltooid deelwoord
(meten) Heb jij dat wel goed ...
Slide 27 - Open vraag
Spelling voltooid deelwoord
(strijden) Wij hebben er met ons allen voor ...
Slide 28 - Open vraag
Spelling voltooid deelwoord
(treffen) Zij hebben het met de nieuwe buren wel ...
Slide 29 - Open vraag
In hoeverre heb jij het idee dat je deze leerstof hebt begrepen?