7: Argumentatie (Vrouwen bevoorrecht? Nee, ze zijn juist bezig met een inhaalslag)

Een betoog analyseren: tegenargumenten en weerleggingen

Je hebt de volgende twee teksten nodig:
  1. Mannen? Nee vrouwen zijn bevoorrecht
  2. Vrouwen bevoorrecht? Nee, ze zijn juist bezig met een inhaalslag. 



Eventueel (online) te vinden in je Nieuw Nederlands boek (blz. 362-364 + blz. 371-373)
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Een betoog analyseren: tegenargumenten en weerleggingen

Je hebt de volgende twee teksten nodig:
  1. Mannen? Nee vrouwen zijn bevoorrecht
  2. Vrouwen bevoorrecht? Nee, ze zijn juist bezig met een inhaalslag. 



Eventueel (online) te vinden in je Nieuw Nederlands boek (blz. 362-364 + blz. 371-373)

Slide 1 - Tekstslide

Uit de examensyllabus
Vandaag
tegenargumenten en weerleggingen

Slide 2 - Tekstslide

Lees de tekst Vrouwen bevoorrecht? Nee, ze zijn juist bezig met een inhaalslag globaal
- Titel
- Bron
- alinea 1, 9 en 10





Probeer de volgende zaken al te bepalen:
- tekstdoel
- tekstsoort
timer
2:00

Slide 3 - Tekstslide

Lees de tekst nu intensief en beantwoord vraag 1 en 2 van opdracht 11 (blz. 370)


Klaar? Ga dan verder met opdracht 12 (blz. 370-371)
timer
15:00

Slide 4 - Tekstslide

Antwoorden 
1 De kern van een goed antwoord is (maximaal 35 woorden, geformuleerd in volledige zinnen):
  • Volgens Van Saarloos is er sprake van een inhaalslag bij vrouwen / Van Saarloos: Vrouwen zijn bezig de eenzijdige focus te herstellen / Van Saarloos vindt dat vrouwen nog steeds bezig zijn met zich te emanciperen/ Van Saarloos vindt dat het prima gaat met de emancipatie, dat we goed op weg zijn. 1p
  • Van Saarloos vindt dat Van Creveld ongelijk heeft en wil het verschil tussen man en vrouw verkleinen. 0p (= geen antwoord op de vraag) / 
  • Volgens Van Creveld is vrouwenemancipatie overbodig, want vrouwen worden (altijd al) voorgetrokken / Volgens Van Creveld is het goed zoals het is 1p

2. De argumenten die in tekst 10 worden genuanceerd/weerlegd of ontkracht zijn:
  • Argument 4 (1p)
  • Argument 6 (1p)

Slide 5 - Tekstslide

Behaald aantal punten vandaag:
A
0
B
1
C
2
D
3 of meer

Slide 6 - Quizvraag

Volgende les (huiswerk)
Opdracht 12 (blz. 371-372)
  • Bij deze twee deelopdrachten dien je de twee behandelde teksten met elkaar in verband te brengen. Ook dit komt op je CE volgend jaar voor.

    --> daarom is het dus ook zo nuttig om te strepen/omcirkelen/markeren in je teksten!
Uit de studiewijzer:

Slide 7 - Tekstslide

Afronden opdracht 12 - 1 (4p)
Afronden opdracht 12 - 2 (4p)
timer
7:00

Slide 8 - Tekstslide

Nakijken opdr. 12 - 1
Antwoord volgt op de volgende slide. 

Wat hadden jullie? 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Nakijken opdr. 12 - 2
Antwoord volgt op de volgende slide. 

Wat hadden jullie? 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Waar richten we ons op de komende vragen?
Drogredenen!

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Vrouwen kunnen niet schaken, want tijdens het edele schaakspel moet men zijn mond houden.
A
Cirkelredenering
B
Vals dilemma
C
Overhaaste generalisatie
D
Persoonlijke aanval

Slide 15 - Quizvraag

Je moet nu onmiddellijk tegen je vrienden zeggen waar het op staat. Als je het niet doet, zul je nooit meer eerlijk met elkaar om kunnen gaan.
A
Bespelen van het publiek
B
Persoonlijke aanval
C
Ontduiken van de bewijslast
D
Vals dilemma

Slide 16 - Quizvraag

Je moet naar mij luisteren en doen wat ik zeg, want ik ben je moeder
A
Cirkelredenering
B
Onjuist beroep op autoriteit
C
Onjuiste vergelijking
D
Ontduiken van de bewijslast

Slide 17 - Quizvraag

Vroeger zat Thomas op feestjes altijd aan de kant. Nu hij strak in pak zit, gekocht bij Van Bils, vechten de meiden om hem.
A
Persoonlijke aanval
B
Onjuist oorzaak-gevolg
C
Ontduiken van de bewijslast
D
Vals dilemma

Slide 18 - Quizvraag

Het is duidelijk dat we ons moeten neerleggen bij het gebruik van fossiele energie. Je hebt OF vooruitgang en welvaart met die vorm van energie OF stilstand en sluipende armoede zonder fossiele energie.
A
Cirkelredenering
B
Onjuist beroep op autoriteit
C
Onjuist oorzaak-gevolg
D
Vals dilemma

Slide 19 - Quizvraag

Natuurlijk moeten we meer bewegen. Geef me één goede reden om dit niet te doen.
A
Cirkelredenering
B
Beroep op onjuiste autoriteit
C
Ontduiken van de bewijslast
D
Meelopersmotief

Slide 20 - Quizvraag

Ik vind het heel goed dat mijn broer het heeft uitgemaakt met zijn verloofde. Neem nou haar vader. Ik hoorde net dat haar vader hem niet eens zijn auto wilde lenen.
A
cirkelredenering
B
meelopersmotief
C
vals dilemma
D
persoonlijke aanval

Slide 21 - Quizvraag

Het moet een slecht sportprogramma geweest zijn. Ik heb niet gekeken, maar alle programma's over sport zijn slecht, dus dit moet ook slecht geweest zijn.
A
Cirkelredenering
B
Meelopersmotief
C
Dreigement
D
Vals dilemma

Slide 22 - Quizvraag

Het is niet goed dat een volk zijn eigen regeringsvorm laat kiezen. Je laat een kind toch ook zijn eigen type opvoeders uitkiezen?
A
Cirkelredenering
B
Onjuist beroep op autoriteit
C
Onjuiste vergelijking
D
Overhaaste generalisatie

Slide 23 - Quizvraag

Oudere docenten kunnen zich niet meer verplaatsen in de belevingswereld van jonge leerlingen. Als je boven de vijftig bent snap je niet meer waar de jonge leerlingen zich druk om maken.
A
Meelopersmotief
B
Onjuiste vergelijking
C
Overhaaste generalisatie
D
Persoonlijke aanval

Slide 24 - Quizvraag

Als je geluidsboxen koopt moet je die van Fony nemen. Mijn vriend in Delft zegt dat ze perfect zijn.
A
Cirkelredenering
B
Onjuist beroep op autoriteit
C
Onjuist oorzaak-gevolg
D
Vals dilemma

Slide 25 - Quizvraag

Ik vind het maar vreemd hoor dat je een oppasmoeder inhuurt zodat je kinderen bezig gehouden worden. Dan geniet zij van hun mooiste speelgoedjaren! Ik huur als ik moet overwerken toch ook geen escort die mijn man 's avonds bezighoudt?
A
Cirkelredenering
B
Onjuist beroep op autoriteit
C
Onjuiste vergelijking
D
Overhaaste generalisatie

Slide 26 - Quizvraag

Uit de examensyllabus
Vragen? 
(ze staan ook in je boek NN: blz. 209)

Slide 27 - Tekstslide


A
Cirkelredenering
B
Onjuist beroep op causaliteit (= Onjuist oorzaak-gevolg)
C
Ontduiken van de bewijslast
D
Het vertekenen van het standpunt

Slide 28 - Quizvraag

Bij de volgende vraag moet je goed naar de gehele tekst kijken
Was tijdens het CE-2017 een ellendige vraag. Let ook goed op het aantal te verdienen punten: slechts 1!








Bij te veel twijfel bij je CE, zou ik adviseren deze vraag dus over te slaan. 

Slide 29 - Tekstslide

Opdracht 17 (blz. 377) - 1p
timer
10:00

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Na deze les, stoppen met wie er nu bevoorrecht is (of niet)

Slide 32 - Tekstslide

In tweetallen
  • Leg beide teksten naast elkaar en kijk ook naar je antwoorden die je de afgelopen week bij de opdrachten hebt gegeven. 
  • Bepaal telkens welke (van de twee) uitspraken juist is
  • Kijk kritisch! Overleg en probeer elkaar te overtuigen / te voorzien van uitleg. 

  • Pak de teksten erbij!
    (blz. 362-364 + 371-372)

Slide 33 - Tekstslide

Welke uitspraak is juist? 
A: Van Creveld gebruikt vooral feitelijke argumenten voor zijn standpunt



B: Van Creveld geeft vooral waarderende argumenten voor zijn standpunt. 

timer
2:00

Slide 34 - Tekstslide

Welke uitspraak is juist?
A
Van Creveld geeft vooral feitelijke argumenten voor zijn standpunt.
B
Van Creveld geeft vooral waarderende argumenten voor zijn standpunt.

Slide 35 - Quizvraag

Uitleg
A/B De argumenten van Van Creveld zijn allemaal feitelijke argumenten.
NB Feitelijk wil niet zeggen dat ze per se waar zijn. --> ze zijn controleerbaar. 

 
- De levensverwachting van mannen is in alle landen lager dan die van vrouwen.
- Er wordt altijd maar verwacht dat mannen zich opofferen voor vrouwen en niet andersom.
- In crisissituaties worden vrouwen (en kinderen) als eersten vrijgelaten.
- Mannen dragen financieel meer bij dan vrouwen aan een relatie tussen man en vrouw.
- Mannen krijgen in Texas veel vaker de doodstraf opgelegd dan vrouwen.
- Vrouwen spelen nauwelijks een rol van belang in militaire conflicten.

Slide 36 - Tekstslide

Welke uitspraak is juist? 
C: Van Creveld gebruikt meer drogredenen dan Van Saarloos. 



D: Van Saarloos gebruikt meer drogredenen dan Van Creveld. 

timer
2:00

Slide 37 - Tekstslide

Welke uitspraak is juist?
A
C: Van Creveld gebruikt meer drogredenen dan Van Saarloos.
B
D: Van Saarloos gebruikt meer drogredenen dan Van Creveld.

Slide 38 - Quizvraag

Uitleg
Van Saarloos legt Van Creveld woorden in de mond; ze valt hem aan op dingen die hij niet geschreven heeft (vertekenen van het standpunt). 

Ze maakt ook een verkeerde vergelijking door Van Crevelds redenering af te zetten tegen de redenering van Simone de Beauvoir.

Van Creveld bespeelt het publiek door een aantal retorische vragen te stellen.

Slide 39 - Tekstslide

Welke uitspraak is juist? 
E: Van Creveld gebruikt meer ironie dan Van Saarloos om zijn standpunt te ondersteunen. 



F: Van Saarloos gebruikt meer ironie dan Van Creveld om zijn standpunt aan te vallen. 
timer
2:00

Slide 40 - Tekstslide

Welke uitspraak is juist?
A
E: Van Creveld gebruikt meer ironie dan Van Saarloos om zijn standpunt te ondersteunen.
B
F: Van Saarloos gebruikt meer ironie dan Van Creveld om zijn standpunt aan te vallen.

Slide 41 - Quizvraag

Uitleg
E/F Het taalgebruik van Van Saarloos is veel gekleurder/ironischer dan dat van Van Creveld.

Bijvoorbeeld: apocalyptisch geschreeuw

Slide 42 - Tekstslide

Welke uitspraak is juist? 
G: Van Saarloos weerlegt of ontkracht de argumenten van Van Creveld.  



H: Van Saarloos weerlegt of ontkracht niet alle argumenten van Van Creveld.  
timer
2:00

Slide 43 - Tekstslide

Welke uitspraak is juist?
A
G: Van Saarloos weerlegt of ontkracht de argumenten van Van Creveld.
B
H: Van Saarloos weerlegt of ontkracht niet alle argumenten van Van Creveld.

Slide 44 - Quizvraag

Uitleg
Van Saarloos probeert drie van Van Crevelds argumenten te weerleggen of te ontkrachten. Op de andere drie gaat ze niet in.

Slide 45 - Tekstslide

Laatste vraag!
A: Het standpunt van Van Creveld is aannemelijker dan dat van Van Saarloos, omdat zijn argumenten relevanter zijn dan die van Van Saarloos. 






B: Het standpunt van Van Saarloos is aannemelijker dan dat van Van Creveld, omdat haar argumenten relevanter zijn dan die van Van Creveld. 

timer
1:00

Slide 46 - Tekstslide

Welke uitspraak geeft het juiste oordeel over de betogen van Van Creveld en Van Saarloos?
A
Het standpunt van Van Creveld is aannemelijker dan dat van Van Saarloos, omdat zijn argumenten relevanter zijn dan die van Van Saarloos.
B
Het standpunt van Van Saarloos is aannemelijker dan dat van Van Creveld, omdat haar argumenten relevanter zijn dan die van Van Creveld.

Slide 47 - Quizvraag

Toelichting
Argumenten zijn relevant als ze het standpunt aannemelijker maken. Minstens drie van Van Crevelds feitelijke argumenten blijven na Van Saarloos’ aanval overeind.

Slide 48 - Tekstslide

Volgende week
  • Werpen we een blik op het CE 2021 Nederlands (en oefenen we dus voor de toetsweek)
  • Laatste kans om de bonus in te leveren voor je portfolio (22-6) --> opdrachten op de ELO
  • Vragen? 
  • Fijn weekend alvast!

Slide 49 - Tekstslide