waarom de grens over?

Programma
  • Opening 
  • Import en Export 
  • Aan de slag!
  • Vragen
  • Afsluiting
     
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Programma
  • Opening 
  • Import en Export 
  • Aan de slag!
  • Vragen
  • Afsluiting
     

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Import & Export
  • Import = Het kopen van goederen uit het buitenland

  • Export = Het verkopen van goederen aan het buitenland

  • Wederuitvoer = Product importeren en vervolgens exporteren naar het buitenland  

Slide 3 - Tekstslide

 kopen uit het buitenland, waarom?
sommigen landen kunnen goedkoper produceren?

bepaalde grondstoffen komen in ons land niet voor?
consumenten willen meer keuze uit producten en merken hebben.

Slide 4 - Tekstslide

Handelsland

We importeren (invoer): we kopen goederen en diensten uit het buitenland.
De import van goederen en diensten kost ons geld. Die import kunnen we betalen met de opbrengst van onze export.

Slide 5 - Tekstslide

Berekenen uit- en invoerwaarde

Invoerwaarde = Het bedrag dat een land in totaal betaald voor de invoer -> ingevoerde hoeveelheid x prijs per eenheid

Uitvoerwaarde = Het bedrag dat een land ik totaal ontvangt aan de export -> uitgevoerde hoeveelheid x prijs per eenheid

Slide 6 - Tekstslide

Nationaal inkomen

Het nationaal inkomen is alle inkomens van de inwoners van ons land bij elkaar opgeteld.

Als je wilt bepalen hoe belangrijk de internationale handel voor ons land is, dan vergelijk je de totale invoerwaarde of totale uitvoerwaarde van Nederland met ons nationaal inkomen.

Slide 7 - Tekstslide

Open en gesloten economie

Nederland heeft een open economie omdat het afhankelijk is van internationale handel. Dat zie je aan de hoge importpercentage en exportpercentage

Landen die naar verhouding weinig in- en uitvoeren ten opzichte van hun nationaal inkomen hebben een meer gesloten economie.

Slide 8 - Tekstslide

Nederland is handelsland

Met deze uitspraak wordt bedoeld dat Nederlnd veel invoert en veel uitvoert.

Het belang van invoer en uitvoer voor een land wordt uitgedrukt in de importquote en de exportquote.

Importquote = totale invoerwaarde : nationaal inkomen x 100%

Exportquote = totale uitvoerwaarde : nationaal inkomen x 100%


Het nationaal inkomen zijn alle inkomens van alle inwoners van Nederland bij elkaar opgeteld.


Hoe hoger de quotes zijn, hoe belangrijker de internationale handel is voor een land.

Slide 9 - Tekstslide

invoer- en uitvoerpercentage
Het percentage van de totale invoerwaarde of uitvoerwaarde ten opzichte van het nationaal inkomen.

Slide 10 - Tekstslide

Open economie
Nederland heeft een kleine, open economie.
Of Nederland naar verhouding  veel met het buitenland handelt, kun je meten m.b.v. de export- en importquote.
Ene land goed andere ook !!!!!

Slide 11 - Tekstslide

Maak opgave 6 t/m 11

Slide 12 - Tekstslide

afsluiten
  • je kunt uitleggen waarom Nederland importeert en exporteert.
  • je kunt met de invoerwaarde en uitvoerwaarde berekenen.
  • je kunt berekenen hoe groot de import en  export zijn in verhouding tot het nationaal inkomen.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide