Module 2 hoofdstuk 3 Voeding

Voeding
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Voeding

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Lesdoelen

Slide 2 - Tekstslide

Voedingsbehoefte
Niet iedereen eet en drinkt het zelfde.
De behoefte aan eten en drinken hangt van heel veel factoren af. 
Kun je wat factoren noemen?

Slide 3 - Tekstslide

ADH
Aanbevolen dagelijkse hoeveelheid.
Voeding levert energie.
uitgedrukt in:
Kilo calorieën (KCAL)
of Kilo Joules (KJ)
1Kcal= 4.2 Kj

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht:
Wat is de Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid voor de gemiddelde cliënt op de leerafdeling? 

Slide 5 - Tekstslide

Voedingsstoffen

Slide 6 - Tekstslide

Functie van voedingsstoffen
Voedingsstoffen kunnen 4 functies hebben:
  • Bouwstof: nodig om te groeien/nieuwe cellen te maken (mineralen, eiwitten, vitaminen, water) 
  • Brandstof: voor energie (koolhydraten, vetten, eiwitten)
  • beschermende stof: om ziekten te voorkomen (vitaminen, mineralen).


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Opdracht
  • Wat is jouw voedingspatroon?
  • Wat kan een signaal zijn van een ongezond voedingspatroon?
  • Waardoor kan een voedingspatroon beïnvloed worden? 

Slide 9 - Tekstslide

Voedingsgewoonten

Slide 10 - Tekstslide

3.2 Gezond gewicht
Met een gezond gewicht kun je goed functioneren. Je voelt je er prettig bij en het gewicht past bij je lengte De hoeveelheid energie die binnenkomt, is in balans met de hoeveelheid energie die je verbruikt.

Slide 11 - Tekstslide

BMI
Body mass index Hiermee kun je meten of je een gezond gewicht, ondergewicht of overgewicht hebt.


Slide 12 - Tekstslide

BMI
Ga naar voedingscentrum.nl
tabblad mijn gewicht
en vul de BMI meter in

Slide 13 - Tekstslide

Ondergewicht
Bij ondergewicht is iemand te licht in verhouding tot zijn lengte, zodanig dat hij zich niet prettig voelt en niet naar wens functioneert

Slide 14 - Tekstslide

Ondergewicht
Geen zin/kunnen koken
Kauw en slikproblemen
Aandoening aan de darmen
Eetstoornis
Ouder worden
Bijwerkingen medicatie
Psychische problemen
Depressie/rouw
Verslaving

Slide 15 - Tekstslide

Overgewicht
Bij overgewicht is iemand te zwaar voor zijn lengte.
De hoeveelheid voedsel die wordt opgenomen overstijgt de hoeveelheid die nodig is

Slide 16 - Tekstslide

Overgewicht kan leiden tot:
Hart en vaatziekten
Diabetes
Hoge bloeddruk
gewrichtsproblemen
ademhalingsproblemen
Menstruatiestoornissen
afwijkingen aan de wervelkolom
Psychische en sociale problemen

Slide 17 - Tekstslide

Kan iemand die overgewicht heeft ook ondervoed zijn?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag

Op welke manier kun jij begeleiding bieden bij onder of overgewicht? 

Slide 19 - Tekstslide

 Voedselinformatie
Op de verpakking van voedingsmiddelen staat een hele hoop informatie, verzamel welke informatie er op een etiket staat en waarvoor deze informatie er staat. Bespreek dit in tweetallen

Slide 20 - Tekstslide

wat is het verschil tussen voedselallergie en voedselintolerantie

Slide 21 - Open vraag

Opdracht
Maak een in tweetallen een gevarieerd dagmenu voor een cliënt op de leerafdeling (20 minuten)
Denk hierbij aan: ADH, diëten, schijf van vijf, voedingspatroon en voedingsgewoonten (cultuur, vegetarisme, veganisme, biologische voeding etc.)
Presenteer deze voor de klas
Kun je deze maaltijd ook gaan bereiden op de leerafdeling?

Slide 22 - Tekstslide

Diëten
Energie-verrijkt dieet: Herstellen van ziekte
Energie-beperkt dieet: Afvallen
Eiwit-verrijkt dieet Herstellen van ziekte
Eiwit-beperkt dieet: bij nierproblemen en stofwisselingsziekten
Natrium-beperkt dieet: Te hoge bloeddruk, hartfalen, nierziekte
Voedingsvezelverrijkt dieet: Betere stoelgang, harde ontlasting
Glutenvrij dieet: Darmproblemen

Slide 23 - Tekstslide

Extra aandacht voor de voeding

  • Eetstoornissen
  • Hoge bloeddruk
  • Diabetes
  • Te hoge cholesterol
  • Hart- en vaatziekten
  • De ziekte van Crohn
  • Cliënten met dementie
  • Cliënten met een lichamelijke beperking
  • Cliënten met een verstandelijke beperking
  • Cliënten die bedlegerig zijn

Zie paragraaf 3.4 t.m 3.6

Slide 24 - Tekstslide