Herhaling Hfd 2.1 tm 2.4 + - x en : voor examen 2F

Lesdoelen 
  • Je kan verkort optellen met hele getallen
  • Je kan verkort aftrekken met hele getallen
  • Je kan vermenigvuldigen met hele getallen
  • Je kan delen met hele getallen
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMiddelbare schoolMBOBeroepsopleidingStudiejaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lesdoelen 
  • Je kan verkort optellen met hele getallen
  • Je kan verkort aftrekken met hele getallen
  • Je kan vermenigvuldigen met hele getallen
  • Je kan delen met hele getallen

Slide 1 - Tekstslide


Optellen
Aftrekken
Vermenigvuldigen
Delen
Kwadraten, Wortels en volgorde van bewerkingen
Gemengde opgaven

Slide 2 - Tekstslide

298 + 45=
A
300+47
B
300+43=

Slide 3 - Quizvraag

395 + 75=
A
400+70
B
400+80

Slide 4 - Quizvraag

158 - 97=
A
158-100+3
B
158-100-3

Slide 5 - Quizvraag

545 + 99=
A
545+100+1
B
545+100-1

Slide 6 - Quizvraag

2.1 Optellen
Als je twee getallen bij elkaar optelt, noem je het antwoord de som van de getallen.
- Bij een optelling mag je de volgorde van de getallen wisselen.

- Je kunt op verschillende manieren optellen:
1. Uit het hoofd
2. Kolomsgewijs of traditioneel.

Slide 7 - Tekstslide

2 manieren

Slide 8 - Tekstslide

Handig optellen met strategieën zoals 
Rijgen                    (230 + 90: 230 → 300 → 320) 
Splitsen                 (46 + 53 → 90 + 9) 
Compenseren    (199 + 86: 200 + 86 - 1 of ineens 200 + 85)
Analogie                (3000 + 12000 naar analogie van 3 + 12) 
Verwisselen         (2 + 399 → 399 + 2)
Omvormen           (97 + 54 is evenveel als 100 + 51)

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide


Reken uit.

Slide 11 - Open vraag


Reken uit.

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Video

2.2 Aftrekken
Als je twee getallen van elkaar aftrekt, noem je het antwoord het verschil van de getallen. Bij aftrekken mag je de volgorde van de getallen niet verwisselen.

Je kunt op verschillende manieren aftrekken
 1.Uit het hoofd
2. Kolomsgewijs
3. Traditioneel.

Slide 14 - Tekstslide

2 manieren

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Bereken de opgave en upload de uitwerking.
3 8 5 2 -
1 9 3 6
---------------

Slide 17 - Open vraag

1293
133
1373
A
B
C

Slide 18 - Sleepvraag

Slide 19 - Video

2.3 Vermenigvuldigen
- Vermenigvuldigen is herhaald optellen. Als je getallen met elkaar vermenigvuldigt, noem je het antwoord het product van de getallen.
-
Bij een vermenigvuldiging mag je de volgorde van de getallen verwisselen. 

Je kunt op verschillende manieren vermenigvuldigen
1. Uit het hoofd
2.  Kolomsgewijs
3. Traditioneel.

Slide 20 - Tekstslide

2 manieren

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide


Slide 23 - Open vraag

83 x 7

Slide 24 - Woordweb

Bereken de opgave en upload de uitwerking.
1 3 5
4 5 x
---------------

Slide 25 - Open vraag

Bereken de opgave en upload de uitwerking .
2 8 4
3 6 x
----------

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide


A
100 kg
B
300 kg
C
150 kg
D
500 kg

Slide 30 - Quizvraag

Maak de staartdeling en upload de uitwerking.
6/8592\

Slide 31 - Open vraag

Slide 32 - Tekstslide

Goed gewerkt tot volgende week!

Slide 33 - Tekstslide