1.Lees met elkaar de tekst van pagina 87.
2.opdracht 39: Bedenk tien overtredingen en misdrijven, variërend van lichte overtredingen tot zware misdrijven.
3.groepjes van vier.
4. ieder groepje bedenkt voor elke overtreding een passende straf bedenken. waarom is deze straf passend en wat bereik je met die straf.
5. Bespreek : welke straffen zijn er bedacht – loopt dat ver uiteen of zijn er ook overeenkomsten. Wat wil men ermee bereiken en zal dat ook gebeuren? Zijn er nog alternatieven denkbaar?