Dinsdag 15 april - Zinsverbanden

Signaalwoorden
Pak je leesboek.
We lezen 10 minuten 
zelfstandig en in stilte. 
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 55 min

Onderdelen in deze les

Signaalwoorden
Pak je leesboek.
We lezen 10 minuten 
zelfstandig en in stilte. 

Slide 1 - Tekstslide

Dagopening
Het beste voor de ander

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
Doel van deze les
Je leert verbanden tussen zinnen/alinea's te herkennen m.b.v. signaalwoorden.
Planning
Mindmap: welke signaalwoorden ken je al?
Uitleg: zinsverbanden (H26, p.106)
Klassikaal oefenen met opdracht 1 (p.107)
Zelfstandig aan de slag met opdracht 2-4-5 (p.107)

Slide 3 - Tekstslide

Welke signaalwoorden ken je al?

Slide 4 - Woordweb

Uitleg - Zinsverbanden (H26, p.106-107)
  • Zinnen in een tekst hebben met elkaar te maken
  • Verbindingswoorden vertellen jou wat verband is
  • Verbindingswoorden = signaalwoorden

Slide 5 - Tekstslide

Klassikaal oefenen

Slide 6 - Tekstslide

Zelfstandig oefenen
Je maakt opdracht 2-4-5 (Kern, p.107) in je schrift. 

Je werkt zelfstandig en in stilte.

Als je klaar bent, haal je een antwoordblad op en kijk je je antwoorden na. 

Nadat je je antwoorden hebt nagekeken, kun je aan de slag met het oefenblad (Teams).

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het signaalwoord?

George gaat naar het strand, want hij heeft vakantie.
A
George
B
strand
C
want
D
vakantie

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het signaalwoord?

Al met al kunnen we stellen dat vroegtijdige selectie geen goed idee is.
A
Al met al
B
kunnen
C
stellen
D
idee

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het signaalwoord?

Ten eerste ben ik te moe om mee te gaan. Daarnaast vind ik het koud.
A
Ten eerste
B
moe
C
Daarnaast
D
koud

Slide 10 - Quizvraag