persoonsvorm vinden

De persoonsvorm vinden
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

De persoonsvorm vinden

Slide 1 - Tekstslide

Persoonsvorm: een werkwoord dat een activiteit uitdrukt. Zoals: Fietsen, lopen en zwemmen

Slide 2 - Tekstslide

Persoonsvorm: een werkwoord dat een activiteit uitdrukt. Zoals: Fietsen, lopen en zwemmen


Slide 3 - Tekstslide


- De tijdproef
- De vraagproef

Slide 4 - Tekstslide

Tijdproef
1.  In welke tijd staat de zin?
2. Verander de zin naar de 
     andere tijd.
3. Het woord dat veranderd is
     de persoonsvorm!

Slide 5 - Tekstslide

Vraagproef
1. Maak de zin vragend
2. Het woord dat vooraan staat is de persoonsvorm

Slide 6 - Tekstslide

Hij loopt nu naar huis

Slide 7 - Tekstslide

Hij loopt nu naar huis
Hij liep gister naar huis

Slide 8 - Tekstslide

Wij liepen richting de bios

Slide 9 - Tekstslide

Wij liepen richting de bios
Wij lopen richting de bios?

Slide 10 - Tekstslide

Ik luister niet goed

Slide 11 - Tekstslide

Ik luister niet goed
Ik luisterde niet goed

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm?

Sam loopt graag met zijn hond.

Slide 13 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm?

Sam liep graag met zijn hond.

Slide 14 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm?

Dimitri maakt zijn huiswerk. 

Slide 15 - Tekstslide

Wat zijn de persoonsvorm en het onderwerp?
Geef het enkelvoud en het meervoud (getalsproef)

Dimitri maakte zijn huiswerk. 


Slide 16 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm?

Wij lopen naar het meer.

Slide 17 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm?

Wij liepen naar het meer.

Slide 18 - Tekstslide

Iedereen maakt opdracht 2 en 3
timer
15:00

Slide 19 - Tekstslide