18 september 2020

Ga naar Learnbeat
De toets staat voor je klaar
veel succes
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
MetaaltechniekPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 49 slides, met tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Ga naar Learnbeat
De toets staat voor je klaar
veel succes

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 4
BRAND
  • je kunt uitleggen hoe brand ontstaat en wat je dan moet doen
  • je kunt uitleggen welke verschillende soorten branden er zijn
  • je kunt uitleggen hoe je brand kunt blussen
  • je kunt uitleggen wat je moet kunt doen om brand te voorkomen

Slide 2 - Tekstslide

Brand
Een brand heeft 3 dingen nodig:
  1. brandbare stof
  2. zuurstof
  3. warmte

Slide 3 - Tekstslide

Zuurstof zit in de lucht
Bij voldoende warmte kan brand ontstaan
bv vonkje, vlammetje, wrijving, zonlicht

Slide 4 - Tekstslide

Soorten Brand
Verschillende brandstof:
A-klasse = brand van vaste stoffen, zoals hout, papier, plastic
B-klasse= vloeistoffen, zoals benzine, olie, terpentine
C-klasse= gassen, zoals aardgas, propaan, butaan, acetyleen

Slide 5 - Tekstslide

Soorten Brand
D-klasse= metalen zoals natrium en magnesium
Niet geclassificeerd = bv elektriciteit zoals de meterkast
F-klasse= vet

Slide 6 - Tekstslide

Explosie
Een explosie is een brand die heel snel gaat.
Alle brandstof verbrandt in 1 keer
Een explosie heet ook een ontploffing

Slide 7 - Tekstslide

Libanon
Beiroet

Slide 8 - Tekstslide

0

Slide 9 - Video

zelfontbranding
  • wanneer de temperatuur hoog genoeg is kan elk voorwerp uit zichzelf gaan branden
  • vlampunt

Slide 10 - Tekstslide

0

Slide 11 - Video

18 september 2020

Slide 12 - Tekstslide

18 september 2020
Groep P4A1

Slide 13 - Tekstslide

Brand blussen
Verschillende blusmiddelen
  • voor elke klasse brand een eigen blusmiddel
  • op de brandblusser staat een letter: A,B,C,D of F
  • soms staan er meer letter op de brandblusser

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

0

Slide 17 - Video

Wat moet je doen bij een brand?
Als er een brand is doe je dit:
  • breng jezelf in veiligheid
  • bel het Alarmnummer
  • Waarschuw mensen in de omgeving
  • breng gewonde mensen in veiligheid

Slide 18 - Tekstslide

Wat moet je doen bij een brand?
Als er brand is doe je dit:
  • Blus de brand als het mogelijk is
  • Meldt dat je in veiligheid bent

Slide 19 - Tekstslide

Houd je aan deze punten als er brand ontstaat:
Wat moet je doen:
  • blijf rustig en verlaat de brandende ruimte
  • doe de deuren achter je dicht
  • Gebruik nooit een lift
  • adem zo weinig mogelijk rook in (laag bij de grond> natte zakdoek

Slide 20 - Tekstslide

Wat moet je doen:
  • koel brandwonden met lauw water
  • slootwater kan ook
  • laat weten dat je niet kunt vluchten
  • maak kieren onder ramen en deuren dicht met natte doeken

Slide 21 - Tekstslide

0

Slide 22 - Video

Brandpreventie
Preventie = voorkomen, zorg dat het niet gebeurd
  • brandbare stoffen goed opbergen
  • zuurstof = te veel zuurstof meer kans op brand
  • doe voorzichtig met een zuurstoffles
  • let op apparaten die heet worden of die vonken afgeven

Slide 23 - Tekstslide

Hoofdstuk 5: Giftige stoffen
Je leert:
  • je kunt uitleggen wat giftige stoffen zijn en hoe ze in je lichaam komen
  • je kunt uitleggen wat gevarensymbolen betekenen
  • je begrijpt de informatie op etiketten
  • je kunt uitleggen wat chemiekaarten en gevarendiamanten zijn

Slide 24 - Tekstslide

Giftige stoffen
Sommige stoffen zijn giftig
  • je kunt ziek worden
  • de stof komt in je lichaam:

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

0

Slide 27 - Video

Hoe komt een giftige stof in je lichaam?
Dit kan op verschillende manieren:
  • inademen > longen > bloed
  • gaat om gassen, dampen, fijne druppels (COVID-19)
  • concentratie van de stof: hoeveelheid van de stof in de lucht

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

giftige stoffen via je huid
Hoe komen giftige stoffen binnen:
  • Via een wondje
  • als je zweet is je huid nat

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

giftige stoffen via je mond
als je eet:
  • via het eten in je maag > bloed
  • handen wassen voor het eten
  • niet eten op je werkplek

Slide 34 - Tekstslide

0

Slide 35 - Video

giftige stoffen via je ogen
Ogen:
  • rondspatten van vloeistof
  • met je handen in je ogen wrijven

Slide 36 - Tekstslide

Gevarensymbolen
9 soorten gevarensymbolen
Het plaatje geeft het gevaar van een stof aan

Slide 37 - Tekstslide

0

Slide 38 - Video

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

H- en P-zinnen
H-zinnen> geven aan dat het een gevaarlijke stof is (HAZARD)
P-zinnen> welke maatregelen moet je nemen (Precaution)

Slide 42 - Tekstslide

H-ZINNEN
P-ZINNEN

Slide 43 - Tekstslide

Chemiekaart:
Wat is een chemiekaart:
  • alle belangrijke gegevens van de gevaarlijke stof staan erop
  • moet altijd in bv de vrachtwagen aanwezig zijn
  • altijd dezelfde indeling

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Chemiekaart
Vlampunt
MAC
Directe gevaren/verschijnselen
Preventie
Blusstoffen/eerste hulp

Slide 46 - Tekstslide

Gevarendiamant
Gevarendiamant:
  • snel zien of een stof gevaarlijk is
  • blauw> gevaren voor de gezondheid
  • rood> brandgevaar
  • geel> gevaar voor reageren met andere stoffen
  • wit> bijzondere gevaren

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

Opdrachten:
maak de opdrachten af tot en met hoofdstuk 5 blz. 55

Slide 49 - Tekstslide