Leesvaardigheid paragraaf 5 les 1

Hoofd- en bijzaken
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofd- en bijzaken

Slide 1 - Tekstslide

Deze les 
- lesdoel
- startopdrachten
- uitleg
- samen oefenen
- zelf oefenen
- reflectie

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
- Aan het einde van deze les kun je uitleggen wat hoofdzaken en wat bijzaken zijn.
- Aan het einde van deze les kun je hoofdzaken en bijzaken benoemen in een tekst.

Slide 3 - Tekstslide

Halverwege werd nog de snelste tijd (timen) (v.d.), maar hij (finishen)
(v.t.) als laatste.

Slide 4 - Open vraag

Er zijn nog maar (bedroeven) weinig treinen die niet zijn (beschilderen).

Slide 5 - Open vraag

Voeg de juiste interpunctie toe:
toen het regende zette hij een pet op

Slide 6 - Open vraag

Voeg de juiste interpunctie toe:
zijn paleis was het mooiste van de hele wereld het paleis was van porselein dus breekbaar maar adembenemend van schoonheid

Slide 7 - Open vraag

Hoe bepaal ik waar de inleiding van een tekst ophoudt en het middenstuk start?

Slide 8 - Open vraag

Hoe vind ik de hoofdgedachte van een tekst?

Slide 9 - Open vraag

Wat is de hoofdzaak:
Alle leerlingen van klas twee hebben voor de herfstvakantie de boswachter geholpen. De leerlingen moesten op de fiets naar het bos. In het bos werden ze in groepen ingedeeld.

Slide 10 - Open vraag

Wat is de hoofdzaak:
"De voetbalcompetitie is in jaren niet zo spannend geweest. Het is dit jaar bijvoorbeeld vaak voorgekomen dat een middenmoter bij een topclub punten kon weghalen."

Slide 11 - Open vraag

De manier waarop mensen praten is daarentegen wel een sterke aanwijzing voor liegen.
A
opsommend
B
toelichtend
C
tegenstellend
D
concluderend

Slide 12 - Quizvraag

Het elektriciteitsnetwerk is overspannen door een te grote hoeveelheid aan geleverde stroom.
A
Redengevend
B
Concluderend
C
Oorzakelijk
D
Toelichtend

Slide 13 - Quizvraag

De waarheid vertellen gaat ons niet altijd gemakkelijk af. Soms voelen we ons gedwongen om een leugen te vertellen.
A
Redengevend
B
Concluderend
C
Oorzakelijk
D
Toelichtend

Slide 14 - Quizvraag

timer
1:00

Slide 15 - Tekstslide

Wat is je bijgebleven van wat je net gelezen hebt?

Slide 16 - Open vraag

Hoofdzaken

De belangrijkste elementen in een tekst noemen we hoofdzaken. Hoofdzaken vind je vaak op voorkeurplaatsen, zoals de inleiding en het slot van een tekst en het begin of het einde van een alinea.
bijzaken

Bijzaken zijn de minder belangrijke elementen van een tekst, zoals een anekdote, een toelichting (voorbeeld) of een vergelijking.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link

Wat is het onderwerp van deze tekst?

Slide 20 - Open vraag

Wat is de hoofdgedachte?

Slide 21 - Open vraag

Lesdoel
- Aan het einde van deze les kun je uitleggen wat hoofdzaken en wat bijzaken zijn.
- Aan het einde van deze les kun je hoofdzaken en bijzaken benoemen in een tekst

Slide 22 - Tekstslide