Organisaties

Organisaties
Dag leerlingen, vandaag gaan we samen even kijken naar wat nu precies een groep is en wat de kenmerken van een groep precies zijn. 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GedragswetenschappenSecundair onderwijs

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Organisaties
Dag leerlingen, vandaag gaan we samen even kijken naar wat nu precies een groep is en wat de kenmerken van een groep precies zijn. 

Slide 1 - Tekstslide

Wat versta jij nu eigenlijk onder een groep ?

Slide 2 - Open vraag

Van welke groepen ben je zelf lid ?

Slide 3 - Open vraag

Wat verstaan we nu eigenlijk onder een groep ? 
Een verzameling mensen die we op 1 of andere manier kunnen afgrenzen van andere mensen. 




Een vakbond                    Een jeugdbeweging     Een gezin

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn nu typische kenmerken voor een groep ? 

Slide 5 - Tekstslide

1) Het aantal. 
Hoe groter een groep, hoe meer interactie er mogelijk is, aangezien er steeds meer relaties ontstaan. In een kleine groep kan deze relatie bestaan uit persoonlijk contant, bij grotere wordt persoonlijk contact soms onmogelijk. 

Slide 6 - Tekstslide

Er bestaat een formule waarmee je het aantal mogelijke contacten tussen N leden van een groep kan berekenen.
Aantal contacten= N(N-1)/2. 

Slide 7 - Tekstslide

Maar de berekening nu eens voor jouw klas. N= aantal leerlingen in de klas.

Slide 8 - Open vraag

2) Homogeniteit. 
De ene groep bestaat uit meer gelijksoortige mensen dan andere groepen. Hoe meer mensen dezelfde kenmerken hebben hoe homogener. 
In de volgende slide krijgen jullie verschillende afbeeldingen te zien en het is aan jullie om te bepalen of dit een homogene of minder homogene groep is. 

Slide 9 - Tekstslide

Homogeen.
Minder homogeen

Slide 10 - Sleepvraag

3) Gemeenschappelijk doel
De leden van de groep leveren inspanningen om een gemeenschappelijk doel te bereiken. Ze willen samen iets realiseren. 

Slide 11 - Tekstslide

Kan je zelf een groep bedenken met een gemeenschappelijk doel ?

Slide 12 - Open vraag

4) Waarden en normen, afspraken en regels

Elke groep heeft haar eigen regels die helpen om de groep goed te laten functioneren. Dit is het gevolg van het feit dat leden dezelfde opvattingen delen over hoe iemand zich hoort te gedragen als lid van een groep. 

Slide 13 - Tekstslide

5) Groepsgevoel

Door interactie, gemeenschappelijke doelstellingen en regels van de groep onstaat er een groepsgevoel. Leden voelen zich meer met elkaar verbonden dan niet-leden. Er onstaat heel vaak een wij groep, en dan diegene die geen lid zijn van jouw groep is de zij-groep. 

Slide 14 - Tekstslide

Basistypologie van groepen. 

Slide 15 - Tekstslide

De socioloog Merton maakte een typologie die uit 4 typen bestond. 

Slide 16 - Tekstslide

Een groep
De leden van een groep gaan regelmatig met elkaar om. Ze hebben gemeenschappelijke kenmerken, waarden en normen. Er heersen gevoelens van samenhorigheid. 

Slide 17 - Tekstslide

Een collectiviteit
Is een zeer grote sociale eenheid waardoor alle leden niet altijd onmiddelijk contact hebben met elkaar. Ze hebben wel gemeenschappelijke waarden, normen en belangen, maar dus geen directie interactie. 

Slide 18 - Tekstslide

Een samenzijn
Een sociale eenheid waarbij de leden zich in dezelfde situatie bevinden en waardoor er wel communicatie en interactie mogelijk, maar daarom nog waarden en normen gedeeld worden. 

Slide 19 - Tekstslide

Een sociale categorie
De leden van een sociale categorie hebben geen direct contact met elkaar en er is ook weinig samenhorigheid. Dit kunnen we niet echt zien als een volwaardige groep. 

Slide 20 - Tekstslide

Tot welke categorie behoren:
"Patiënten in een wachtkamer bij de dokter ? "
A
Collectiviteit
B
Een groep
C
Samenzijn
D
Sociale categorie.

Slide 21 - Quizvraag

Tot welke categorie behoren:
"Het verbond van tandartsen ? "
A
Samenzijn
B
Sociale categorie
C
Collectiviteit
D
Samenzijn

Slide 22 - Quizvraag

Tot welke categorie behoren:
"De Chiromeisjes van Chiro Nele Lede"
A
Een groep
B
Een collectiviteit
C
Een samenzijn
D
Een sociale categorie

Slide 23 - Quizvraag

Tot welke categorie behoren:
"De theaterabonnees van het cultuur centrum "De werf"".
A
Een samenzijn
B
Een groep
C
Een collectiviteit
D
Een Sociale categorie

Slide 24 - Quizvraag