Hoofd- sub- en tegencultuur

Cultuur: een ruim begrip
Herhaling:
  • cultuurcomponenten (taal, recht, kunst, rituelen, waarden, normen,...)
  • waarden: abstracte richtlijnen die uitdrukken in een samenleving wat goed is)
  • normen: concrete gedragsregels (formeel en informeel)
  • een voorbeeld: de waarde "veiligheid" kan als norm hebben: een helm aandoen bij het fietsen, stoppen voor een rood licht. De waarde "respect" kan als norm hebben: rechtstaan in de bus voor een oudere, iemand aankijken als tegen die persoon kijkt,...
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
CultuurwetenschappenSecundair onderwijs

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Cultuur: een ruim begrip
Herhaling:
  • cultuurcomponenten (taal, recht, kunst, rituelen, waarden, normen,...)
  • waarden: abstracte richtlijnen die uitdrukken in een samenleving wat goed is)
  • normen: concrete gedragsregels (formeel en informeel)
  • een voorbeeld: de waarde "veiligheid" kan als norm hebben: een helm aandoen bij het fietsen, stoppen voor een rood licht. De waarde "respect" kan als norm hebben: rechtstaan in de bus voor een oudere, iemand aankijken als tegen die persoon kijkt,...

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdcultuur = dominante cultuur
  • gedeeld door de meeste leden van de samenleving
  • als het ware de "grootste gemene deler"
  • bij ons: "de middenklasse" (tussen de arbeidersklasse en de hogere klasse) 

Slide 2 - Tekstslide

Subculturen
  • (kleinere) groep waarbinnen waarden en normen wijken af van de dominante cultuur, maar wel aanvaard worden.
  • je behoort vaak tot verschillende subculturen

Slide 3 - Tekstslide

Jongerenculturen
  • jongerencultuur = vorm van een subcultuur
  • ontstaan in de jaren 50 door:


  • jongerencultuur creëert een collectieve identiteit: zo kunnen ze zich onderscheiden van de volwassenen
  • peergroup= leeftijdsgenoten met gemeenschappelijke interesses.
  • uiterlijk van elkaar te onderscheiden
1. toenemende welvaart
2. cultuur wordt gecommercialiseerd
3. democratisering van het onderwijs
4. toename van de vrije tijd

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

Tegenculturen
  • verwerpen de hoofdcultuur
  • zetten zich af tegen de heersende waarden en normen van de dominante cultuur
  • sommige zijn gewelddadig en plaatsen zich buiten de wet. 

Slide 7 - Tekstslide

Overheersende cultuur.
Een cultuur die zich verzet tegen de overheersende culturen
Een cultuur die afwijkt van de overheersende cultuur
Dominante cultuur
Tegencultuur
Subcultuur

Slide 8 - Sleepvraag

Slide 9 - Video

De Dolle Mina's zijn
A
tegencultuur
B
subcultuur
C
dominante cultuur

Slide 10 - Quizvraag

frietjes met mayo
A
tegencultuur
B
subcultuur
C
dominante cultuur

Slide 11 - Quizvraag

K.A.A. Gentsupporters
A
tegencultuur
B
subcultuur
C
dominante cultuur

Slide 12 - Quizvraag

Sinterklaas
A
tegencultuur
B
subcultuur
C
dominante cultuur

Slide 13 - Quizvraag

krakers
A
tegencultuur
B
subcultuur
C
dominante cultuur

Slide 14 - Quizvraag

Kerstmis
A
tegencultuur
B
subcultuur
C
dominante cultuur

Slide 15 - Quizvraag

Functies van sub-en tegenculturen
  • sociale identiteit: het gevoel ergens bij te horen

  • individuele identiteit: expressievormen zoals kledij, haarsnit, muzikale voorkeur,... 


Slide 16 - Tekstslide

Cultuur is dynamisch

Slide 17 - Tekstslide