Les 13 september Havo 2: De Atlas


Bienvenue Havo 2
 C'est vendredi,
le 13 septembre
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les


Bienvenue Havo 2
 C'est vendredi,
le 13 septembre

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plan du jour
                                                                  Vandaag 2 lesuren Frans:
                                   1e deel: Voorkennis activeren, nut van een taal leren en samen herhalen werkwoorden en ontkenning + quiz
                                    2e deel: Start boek en actief aan de slag met de oefeningen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aujourd'hui: 


  • Se présenter et faire une conversation (spreken)
  • Herhaling deel van de stof uit jaar 1 (grammatica)
  • Na deze les weet je waarom het belangrijk is een taal te leren en hebben we een start gemaakt met het boek. (doel stellen)
  • Leerdoel: Nut van het leren van een taal kennen. Kennis over persoonlijke voornaamwoorden, werkwoorden en ontkenning opfrissen. Voorkennis activeren. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is voor jou een reden om Frans te leren?
Bedenk wat voor jou het nut is of zou kunnen zijn voor het leren van Frans.

Schrijf dit op.

Probeer daarna 1 leerdoel op te schrijven voor de volgende les. 
Bijvoorbeeld: De volgende les ken ik alle kleuren of maanden of kan ik me foutloos voorstellen in het Frans.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Redenen om een taal te leren:
Een taal leren is gezond voor je brein
Je weet misschien wel dat iets nieuws leren goed is voor je brein. Je hersens leggen tijdens het leren allemaal nieuwe verbindingen aan. Door te leren houd je je hersens dus in topconditie. Het leren van een taal heeft een nog sterker effect.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woorden in het Langetermijngeheugen
Hoe doe je dat?
  • Minder woorden (achter elkaar) leren.
    > Verspreid het leren van woorden. 
  • Eén keer = geen keer 
    > 7 à 16 keer herhalen, met steeds grotere tussenpozen.
    > Let op: eerst 'vergeten', dan weer herhalen.
  • Lezen en luisteren in context
    > Leesteksten, luisterteksten, maar ook Frans horen in het klaslokaal
  • Actief aan de slag met woorden
    > Woordvelden, tegenstellingen, woorden clusteren, betekenis opzoeken, invulopdrachten.
  • Woorden op verschillende manieren leren
    > Vertaling, plaatjes, uitspraak, voorbeeldzinnen

Slide 6 - Tekstslide

Docent
Het is bewezen dat de volgende punten helpen om de Franse woorden goed op te slaan in je langetermijngeheugen.

#1 Minder woorden (achter elkaar) leren.
  • Je hoeft niet alle woorden te kennen, maar wel de meest gebruikte woorden in een taal. Denk aan woorden als: ik,jij, hij, waar, wanneer, ik heet, wat is etc.Andere woorden kun je opzoeken in je boek.
  • Ga niet 3 uur achter elkaar woorden leren, dan onthoud je ze veel minder goed, dan dat je 3x 10 minuten leert.
#2 Eén keer = geen keer
  • Als je één keer een woord leest, ken je hem een dag later vaak al niet meer. Daarom moet je herhalen. Tussen de 7 à 16 keer herhalen blijft het woord beter hangen.
  • Let op: het heeft minder nut als je in 10 minuten het woord 16 keer herhaalt. Woorden gaan het beste je hoofd in, als je hem eerst (bijna) vergeten bent en hem dan weer gaat herhalen.
#3 Lezen & luisteren in context
  • Als je de woorden die je hebt geleerd tegenkomt in lees- en luisterteksten, ga je ze beter onthouden. Kijk en luister dus met veel aandacht.
  • Daarnaast gebruik ik als docent ook veel woorden in de les, als je goed luistert en kijkt leer je vanzelf ook wat die woorden betekenen en ga je ze makkelijker onthouden.
#4 Actief handelen aan woorden
  • Alleen woorden leren en tegenkomen is niet genoeg. Om ze écht goed te onthouden moet je wat met de woorden doen.
  • Denk aan: het maken van opdrachten, opzoeken van de vertaling. Maar ook aan: het zoeken van tegenstellingen, woorden in een categorie bij elkaar zetten etc.
#5 Woorden op verschillende manieren leren
  • Je onthoudt woorden het beste als je ze op verschillende manieren leert. Denk hierbij aan: het juiste woord bij een plaatje zetten, een woord in een context zin gebruiken, de uitspraak van een woord, maar ook gewoon het geven van een vertaling.

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

 Être / avoir

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

La négation

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nu je wat van je voorkennis hebt geactiveerd: 
Een quiz
Je kunt op verschillende manieren bij mij in de les jokerpunten halen.
Dit kan met een quiz of opdracht.

Degene met de meeste punten (bijvoorbeeld na 8 of 10 lessen) mag uiteindelijk als eerste kiezen uit een lijst met "Jokers".
Een te halen joker kan zijn: Een oreo reep of bijvoorbeeld 0,4 bonus op de toets.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zijn =
A
être
B
avoir

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

être of avoir?

Tu es
A
être
B
avoir

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

être of avoir?

On a
A
être
B
avoir

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

être of avoir?

Ils sont
A
être
B
avoir

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

être of avoir?

Je suis
A
être
B
avoir

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

elles (avoir)
A
vont
B
sont
C
ont
D
font

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

nous (avoir)
A
sommes
B
êtes
C
avez
D
avons

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sophie (avoir)
A
as
B
ai
C
avez
D
a

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

tu (avoir)
A
es
B
as
C
a
D
est

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vous (être)
A
êtes
B
avez
C
ont
D
est

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tu (être)
A
as
B
est
C
es
D
sont

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Elles (être)
A
suis
B
être
C
sont
D
est

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Quelle est la négation de :
"Je suis triste"
A
Je ne suis pas triste
B
Je ne pas suis triste
C
Je suis ne pas triste

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef een ontkennend antwoord!
C'est facile la négation?
A
Non, ce est ne facile pas la négation.
B
Non, ce ne est pas facile la négation.
C
Non, ce n'est facile pas la négation.
D
Non, ce n'est pas facile la négation.

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Marie et Pierre (être)
A
est
B
sont
C
ont
D
sommes

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies de juiste vertaling van :
André <is> sympathique.
A
a
B
es
C
est
D
as

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies de juiste vertaling van :
Mon père <heeft> un restaurant
A
es
B
as
C
est
D
a

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies de vorm van avoir of être die bij het onderwerp
past. Let nu dus op de zin !!

Ah, bon, <u ........ > monsieur Chevalier !
A
nous avons
B
ils ont
C
vous êtes
D
il est

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

C'est fini
De quiz is afgelopen.
De telefoon gaat terug in de telefoontas.
De boeken gaan open op pagina 10..
Ouvrez vos livres à la page 10.    On y va!

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

A En cours                               Page 10

Wat: Je gaat opdrachten 1, 2, 3a, 4 en 5a maken
Hoe: Individueel
Hulp: Vanuit je boek op pagina 6 en 7 en docent loopt rond.
Tijd: 13-17 minuten
Uitkomst: De voorkennis van een aantal woorden en zinnen is geactiveerd in je brein.
Klaar: Kies:
1: Schrijf de woorden van leerstukje A op pagina 50 een keer over in je schrift.
2: Maak een woord web van alles wat je nog weet over Frans en Frankrijk.
3: Bekijk op pagina 181 waar ter wereld Frans gesproken wordt.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel voor de volgende keer
Weet je nog wat jouw leerdoel was voor de volgende keer?
Kijk er nog eens naar, lees hem nog eens op.
Zit jouw leerdoel in de leerzone?
Of misschien in de comfort zone?

Het maakt niet uit, volgende week checken 
we of je je doel hebt behaald!

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijd over:
Indien we aan het einde van de tweede les tijd over hebben gaan we een Blooket doen. Dit helpt bij het leren van woordjes.

https://play.blooket.com/host?id=66e199816a720d88f5c96845

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Au  revoir
À la prochaine fois!

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies