Scheikunde HAVO 1.1

Scheikunde
1.1 Materialen en stoffen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Scheikunde
1.1 Materialen en stoffen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
1.1.1
Je kunt het verschil uitleggen tussen natuurlijke en synthetische materialen.
1.1.2
Je kunt uitleggen wat grondstoffen zijn.
1.1.3
Je kunt uitleggen wat een composiet is.
1.1.4
Je kunt een aantal materiaal- en stofeigenschappen benoemen.
1.1.5
Je kunt berekeningen maken met dichtheid.

Slide 2 - Tekstslide

Natuurlijke materialen
Natuurlijke materialen zijn materialen van natuurlijke afkomst zoals, hout of steen.
blz 8

Slide 3 - Tekstslide

Natuurlijke materialen
Grondstoffen zijn stoffen die je nodig hebt om materialen te maken die je niet in de natuur kan vinden. 

Voorbeelden zijn ijzererts of steenkool.

blz 8

Slide 4 - Tekstslide

Natuurlijke materialen
Biologische grondstoffen noemen we hernieuwbare grondstoffen. Meestal gaat het dan op gewassen die wij zelf kunnen kweken.
blz 8

Slide 5 - Tekstslide

Synthetische materialen
Synthetische materialen zijn materialen die je niet in de natuur kunt vinden, maar die door de mens worden gemaakt.
blz 9

Slide 6 - Tekstslide

Synthetische materialen
Tegenwoordig gebruiken we de term synthetisch materiaal vooral voor kunststof. Kunststof is plastic. Je vindt kunststof vooral in kleding, voertuigen, elektronica en nog veel meer dingen. Kunststof wordt gesynthetiseerd uit de grondstof aardolie.
blz 9

Slide 7 - Tekstslide

Materiaal- en stofeigenschappen
Materiaal- en stofeigenschappen zijn eigenschappen van materialen en stoffen. Zoals, dichtheid, hardheid en kookpunt.
blz 9

Slide 8 - Tekstslide

Eigenschappen van stoffen en materialen
DICHTHEID
De dichtheid geeft aan hoe groot de massa is per volume-eenheid. De dichtheid drukken we uit in kg/m3 of g/L.

blz 10

Slide 9 - Tekstslide

Eigenschappen van stoffen en materialen
Voorbeeldopdracht 1
Een hoeveelheid aluminium heeft een volume van 20 cm3. De dichtheid van aluminium is 2,7 g/cm3.
Bereken de massa in gram van deze hoeveelheid aluminium.
blz 10

Slide 10 - Tekstslide

Materiaal- en stofeigenschappen
Voorbeeldopdracht 1
Een hoeveelheid aluminium heeft een volume van 20 cm3. De dichtheid van aluminium is 2,7 g/cm3.
Bereken de massa in gram van deze hoeveelheid aluminium.
blz 10
Voorbeeldopdracht 1
Een hoeveelheid aluminium heeft een volume van 20 cm3. De dichtheid van aluminium is 2,7 g/cm3.
Bereken de massa in gram van deze hoeveelheid aluminium.

Slide 11 - Tekstslide

Eigenschappen van stoffen en materialen
Opdracht 6 d
De dichtheid van eikenhout is 0,78 g/cm3. Een houtwinkel koopt 50 m3 eikenhout in. Bereken de massa in kg van deze hoeveelheid eikenhout.
blz 10

Slide 12 - Tekstslide

Materiaal- en stofeigenschappen
Voorbeeldopdracht 1
Een hoeveelheid aluminium heeft een volume van 20 cm3. De dichtheid van aluminium is 2,7 g/cm3.
Bereken de massa in gram van deze hoeveelheid aluminium.
blz 10
Opdracht 6 d
De dichtheid van eikenhout is 0,78 g/cm3. Een houtwinkel koopt 50 m3 eikenhout in. Bereken de massa in kg van deze hoeveelheid eikenhout.

Slide 13 - Tekstslide

Eigenschappen van stoffen en materialen
OPLOSBAARHEID
De mate waarin stoffen oplossen in een vloeistof, wordt oplosbaarheid genoemd.
blz 11

Slide 14 - Tekstslide

Eigenschappen van stoffen en materialen
HYDROFOOB
Stoffen die slecht in water oplossen noemen we hydrofoob.

HYDROFIEL
Stoffen die goed in water oplossen noemen we hydrofiel.
blz 11

Slide 15 - Tekstslide

Eigenschappen van stoffen en materialen
SMELTPUNT EN KOOKPUNT
Je weet dat water (ijs) smelt bij 0 graden Celsius en kookt bij 100 graden Celsius. Iedere stof heeft een smeltpunt en een kookpunt.
blz 11

Slide 16 - Tekstslide

Eigenschappen van stoffen en materialen
ELEKTRISCHE GELEIDBAARHEID
Elektrische geleidbaarheid geeft aan hoe goed stoffen en materialen de elektrische stroom kunnen geleiden.
blz 11

Slide 17 - Tekstslide

Composietmaterialen
Door het combineren van materialen ontstaat er een samengesteld materiaal. Het materiaal wat dan ontstaat noem je composiet.
blz 12

Slide 18 - Tekstslide

Opdrachten maken
Maak opdracht 1, 3, 5, 6 en 8

Huiswerk voor volgende les zijn de opdrachten 1 tot en met 9.

Slide 19 - Tekstslide