Hoofdstuk 4.6 Vaste opslagmethode

Financieel 1 Opslagmethoden
Welkom
Ga rustig zitten
Start laptop vast

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
financieel 1MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Financieel 1 Opslagmethoden
Welkom
Ga rustig zitten
Start laptop vast

Slide 1 - Tekstslide

Agenda
  • Wat hebben we gehad?
  • Lesdoel
  • Opgaven maken
  • Nakijken
  • Wat hebben we geleerd?

Slide 2 - Tekstslide

Kostprijs bepalen
Kostprijs= directe + indirecte kosten.

Indirecte kosten als % van de directe kosten.

Slide 3 - Tekstslide

Opslagmethode
Twee varianten:
  • enkelvoudige opslagmethode (primitief)
  • Meervoudige opslagmethode (verfijnd)


Slide 4 - Tekstslide

Welke methode van kostprijs berekening gebruiken we hier?
Directe grondstof kosten € 200
Directe loon kosten € 450
Opslag indirecte grondstof kosten 20%
Opslag indirecte loonkosten 10%
Bereken de kostprijs.
A
Fabricage kostprijs
B
primitieve opslag methode
C
Enkelvoudige opslag methode
D
verfijnde opslag methode

Slide 5 - Quizvraag

Imane heeft voor de fabricage van een armband €100,- aan materiaalkosten en € 150,- aan arbeidskosten.
De opslag voor indirecte kosten is 40% van de totale directe kosten.
Wat is haar integrale kostprijs?
A
€ 290,-
B
€ 310,-
C
€ 350,-

Slide 6 - Quizvraag

Welke methode van kostprijs berekening gebruiken we hier?
Totale directe kosten € 15.000,-
Opslag indirecte kosten € 5.625,-
Kostprijs € 20.625,-
A
Fabricage kostprijs
B
primitieve opslag methode
C
Enkelvoudige opslag methode
D
verfijnde opslag methode

Slide 7 - Quizvraag

Directe grondstof kosten € 200
Directe loon kosten € 450
Opslag indirecte grondstof kosten 20%
Opslag indirecte loonkosten 10%
Bereken de kostprijs.
A
€ 735,-
B
€ 760,-
C
€ 845,-

Slide 8 - Quizvraag

Totale directe kosten € 15.000,-
Opslag indirecte kosten € 5.625,-
Kostprijs € 20.625,-

Bereken het opslagpercentage voor indirecte kosten:
A
27,3%
B
37,5%
C
137,5%
D
266,7%

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Lesdoel
Na vandaag kan ik de verfijnde opslagmethode toepassen .
Door middel van opgaven maken. 


Slide 11 - Tekstslide

Maken opgaven
Opgave 4.5



Slide 12 - Tekstslide

Vaste opslagmethode
Bij primitieve en verfijnde methode bereken je de kostprijs door de indirecte kosten toe te rekenen door middel van een opslag op de directe kosten. 

Bij vaste opslag verhoog je de inkoopprijs met een vast %.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Lekkage
Niet alle goederen die in de winkel liggen worden verkocht en niet alle wordt goed geregistreerd. 
= ongeregistreerde derving

Rekenvoorbeeld 4.6

Slide 15 - Tekstslide

Consumentenprijs vanuit inkoopprijs


.
direct vanuit de inkoopprijs met een omrekenfactor de consumentenprijs uitrekenen. 

Consumentenverkoopprijs = inkoopwaarde van de omzet × omrekenfactor

Slide 16 - Tekstslide

Consumentenverkoopprijs = inkoopwaarde van de omzet × omrekenfactor
De omrekenfactor bereken je aan de hand van twee percentages:

  • een gewenst opslagpercentage voor de brutowinst
  • het te hanteren btw-tarief



Oftewel: de opslagfactor voor de verkoopprijs x1,21

Slide 17 - Tekstslide

Voorbeeld

Slide 18 - Tekstslide

Maken
Opgaven van paragraaf 4.6 (18,19,20)


timer
15:00

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Lekkage zorgt ervoor dat …
A
de consumentenprijs hoger wordt
B
de consumentenprijs lager wordt
C
de inkoopprijs hoger wordt
D
de inkoopprijs lager wordt

Slide 21 - Quizvraag

De omrekenfactor …
A
berekent in 1 stap de consumentenprijs vanuit de inkoopprijs
B
berekent in 1 stap de verkoopprijs vanuit de inkoopprijs
C
berekent met meerdere opslagen de consumentenprijs vanuit de verkoopprijs
D
houdt geen rekening met het btw-percentage

Slide 22 - Quizvraag

Met behulp van de vaste opslagmethode bereken je..
A
met één opslagpercentage de integrale kostprijs
B
met één opslagpercentage de verkoopprijs
C
met één vermenigvuldigingsgetal de consumentenprijs
D
met minimaal 2 of meer opslagpercentages de verkoopprijs

Slide 23 - Quizvraag

Huiswerk
Maken opgaven 4.6



Slide 24 - Tekstslide

Wat heb je onthouden van deze les?

Slide 25 - Tekstslide

huiswerk opdracht 2 en 3

Slide 26 - Tekstslide