Thema 2 B7 Eencellige organismen + B8 DNA-onderzoek

Thema 2
 
Organen en cellen


B7
Eencellige organismen
+
B8
DNA-onderzoek

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 2
 
Organen en cellen


B7
Eencellige organismen
+
B8
DNA-onderzoek

Slide 1 - Tekstslide

0

Slide 2 - Video

Wat gaan we doen?
  • Herhaling B6
  • Leerdoelen B7 en B8
  • Uitleg B7 Eencellige organismen
  • Maken opdracht 1 en 2 + nakijken
  • Uitleg B8 DNA-onderzoek
  • Maken opdracht 1 t/m 3 + nakijken
  • Flitskaarten oefenen
  • Lesafsluiter B7 en B8

Slide 3 - Tekstslide

Waarvoor worden er nieuwe cellen aangemaakt?
A
om je voeding binnen te houden
B
om dingen beter te onthouden
C
voor je nachtrust
D
voor vernieuwing, groei en herstel

Slide 4 - Quizvraag

Zet de fasen in de juiste volgorde.
1
2
3
Celdeling
Kerndeling 
Plasmagroei

Slide 5 - Sleepvraag

Hoeveel dochtercellen ontstaan er uit een moedercel?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 6 - Quizvraag

Wanneer een oogcel deelt, worden beide dochtercellen dan oogcellen?
A
Geen enkele dochtercel wordt oogcel
B
1 dochtercel wordt oogcel
C
beide dochtercellen worden oogcel
D
dat verschilt per keer

Slide 7 - Quizvraag

Hoe noem je het terugkerende proces van celdeling, groei en weer een nieuwe celdeling?

Slide 8 - Open vraag

Hoe noem je cellen die oneindig vaak kunnen delen?

Slide 9 - Open vraag

Leerdoel B7 + B8 

2.7.13 Je kunt uitleggen dat organismen kunnen bestaan uit één cel

2.8.14 Je kunt uitleggen dat door DNA-onderzoek verwantschap kan worden aangetoond

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Amoebe
Pantoffeldiertje

Slide 12 - Tekstslide

Leerdoel B7 + B8 

2.7.13Je kunt uitleggen dat organismen kunnen bestaan uit één cel

2.8.14 Je kunt uitleggen dat door DNA-onderzoek verwantschap kan worden aangetoond

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Iedereen is anders
  • DNA verschilt per mens, behalve bij eeneiige tweeling
  • Aan de hand van DNA kun je dus iedereen identificeren
  • DNA krijg je van je ouders, daarom lijken familieleden meer op elkaar

Slide 15 - Tekstslide

Misdaadonderzoek
  • DNA-onderzoek om een misdaad op te lossen
  • Op de plaats van  misdrijf vaak cellen van de misdadiger te vinden
  • Bijvoorbeeld huid onder de nagels van slachtoffer, of speeksel, bloed, haren of sperma
  • Onschuld kan ook bewezen worden
  • 8000 mannen stonden wangslijmvlies-cellen af en dader moest volgens DNA 
      West-Europese man zijn 

Slide 16 - Tekstslide

DNA-profiel
  • Tekening of tabel van het DNA
  • Vier stappen:
  1. Isoleren: DNA uit celkern gehaald, stoffen toegevoegd die de cellen stukmaken
  2. In stukjes knippen: in DNA zitten stukjes herhaling, aantal kan verschillen
  3. Vermeerderen: dus veel kopiën gemaakt 
  4. Meten: stukjes DNA in een machine gedaan, die de stukjes sorteert op lengte en zichtbaar maakt als bandjes (streepjes)

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk B7 + B8
  • Maak eerst opdracht 1 en 2 van B7 op je Ipad of in je boek
  • Kijk de opdrachten van B7 na en verbeter de fouten of vul aan!
  • Maak daarna de opdrachten 1 t/m 3 van B8
  • Kijk ook deze opdrachten goed na!
  • Oefen de flitskaarten van B7 en 8

Klaar? Ga vast bezig met de oefentoets en Diagnostische Toets

Slide 18 - Tekstslide

Lesafsluiter B7 + B8
2.7.13 Je kunt uitleggen dat organismen kunnen bestaan uit één cel.

2.8.14 Je kunt uitleggen dat door DNA-onderzoek verwantschap kan worden aangetoond.

Slide 19 - Tekstslide

Hoe beweegt een amoebe zich voort?
A
met trilhaarcellen
B
met hele kleine pootjes
C
met schijnvoetjes

Slide 20 - Quizvraag


Welk(e) van de volgende onderdelen heeft een pantoffeldiertje NIET?
A
Celkern
B
Celwand
C
Bladgroenkorrels
D
Celmembraan

Slide 21 - Quizvraag

Noem één reden waarom DNA-onderzoek nuttig kan zijn.

Slide 22 - Open vraag

Als een laborant DNA-onderzoek doet, op welk niveau werkt hij dan?
A
Organellen
B
Moleculen
C
Cellen
D
Organen

Slide 23 - Quizvraag

Hoe noem je een tekening of een tabel van het DNA van een persoon?

Slide 24 - Open vraag

Welke vier stappen doe je om een DNA-profiel te maken?

Slide 25 - Open vraag