BS 6 .1 Organismen in hun omgeving

Ecologie en Duurzaamheid
Thema 6.1
Organismen in hun omgeving

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Ecologie en Duurzaamheid
Thema 6.1
Organismen in hun omgeving

Slide 1 - Tekstslide

Ecologie en Duurzaamheid
Doelstellingen
- Je kunt de invloeden op organismen
   indelen in abiotische en biotische factoren
- Je kunt de niveaus van de ecologie beschrijven:
Populatie, levensgemeenschap, biotoop, ecosysteem
- In een ecosysteem de voedselrelaties aangeven

Wat is het meest indrukwekkende ecosysteem 
waar jij bent geweest?

Slide 2 - Tekstslide

Biotisch en abiotisch
  • Biotisch: levende natuur
  • Abiotisch: niet levende natuur
  • Beide hebben invloed op  een organisme

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het meest indrukwekkende ecosysteem
waar jij bent geweest?

Slide 4 - Open vraag

4

Slide 5 - Video

02:04
Welke biotische factoren heb je gezien in het ecosysteem?

Slide 6 - Open vraag

04:25
In een toendra-gebied leven allerlei soorten organismen samen. Hoe noem je al deze soorten samen in dit gebied?
A
Ecosysteem
B
Populatie
C
Biotoop
D
Levensgemeenschap

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een biotische factor?
A
konijn
B
grasplant
C
beide zijn goed
D
beide zijn fout

Slide 8 - Quizvraag

04:25
Ecologie kun je bestuderen op verschillende niveaus. In welk rijtje staan ze op de juiste manier van klein naar groot?
A
Individu - levensgemeenschap - populatie - ecosysteem
B
Individu - populatie - ecosysteem - levensgemeenschap
C
Individu - populatie - levensgemeenschap - ecosysteem
D
Populatie - individu - levensgemeemschap - ecosysteem

Slide 9 - Quizvraag

02:04
Welke abiotische factoren zijn er in de woestijn?

Slide 10 - Open vraag

Niveaus van de ecologie

Slide 11 - Tekstslide

Ecologie en Duurzaamheid
Doelstellingen Gehaald?
- Je kunt de invloeden op organismen
   indelen in abiotische en biotische factoren
- Je kunt de niveaus van de ecologie beschrijven:
Populatie, levensgemeenschap, biotoop, ecosysteem
- In een ecosysteem de voedselrelaties aangeven


Slide 12 - Tekstslide

Voedselrelaties
Voedselketen
Voedselweb
Producenten, consumenten, reducenten
Autotroof, heterotroof

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Voedselketen
Voedselweb

Slide 15 - Tekstslide

  • Producenten, consumenten, reducenten
  • Herbivoor, omnivoor, carnivoor
  • Autotroof en heterotroof
  • Trofische niveaus

Slide 16 - Tekstslide

Accumulatie van giftige stoffen in een voedselketen

Slide 17 - Tekstslide

Piramides
Piramide van aantallen
Piramide van biomassa

Slide 18 - Tekstslide

Piramide van biomassa

Slide 19 - Tekstslide

Piramide van aantallen
Piramide van biomassa

Slide 20 - Tekstslide

Zet de volgende organismen in de juiste volgorde om een voedselketen te vormen. Begin links met het laagste trofisch niveau

Slide 21 - Sleepvraag

Geeft deze pyramide de biomassa of de aantallen per trofisch niveau?
A
Aantallen
B
Biomassa

Slide 22 - Quizvraag

Producenten
Voedselketen
Reducenten
Voedselweb
Consumenten

Slide 23 - Sleepvraag

Zijn in de afbeelding hiernaast van
de kringloop producenten,
consumenten of reducenten
afgebeeld?
A
Producenten
B
Consumenten
C
Reducenten
D
Producenten, consumenten en reducenten

Slide 24 - Quizvraag

Is het organisme in het plaatje hiernaast een producent, consument of reducent?
A
Producent
B
Consument
C
Reducent

Slide 25 - Quizvraag

welke van de onderstaande factoren is/zijn abiotische factoren
A
het zonlicht
B
de paardebloem
C
het fruitvliegje
D
de regen

Slide 26 - Quizvraag

Komt fotosynthese voor bij producenten , consumenten of reducenten?
A
producenten
B
consumenten
C
reducenten

Slide 27 - Quizvraag

Huiswerk
Hoofdstuk Ecologie
Maak opdracht 1 t/m 10 BS 1 (online)

Slide 28 - Tekstslide