H3L9 - 3HD/3VE - Vrijdag 30 februari - 3.7 Grammatica zinsdelen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Welkom 3HD / 3VE : )

Toetsen en opdrachten die eraan komen:

• Boekopdracht Zonder titel (vandaag)
• Repetitie hoofdstuk 3 (toetsweek)
• Informatieve presentatie + discussie (start na de toetsweek)

Havo	Vwo
Uitleg Beknopte bijzin	Uitleg Beknopte bijzin
Zelfstandig werken in stilte: Lees leertekst 'Beknopte bijzin' (bladzijde 222) + maak opdracht 7, 8 en 10 van 3.7 Grammatica zinsdelen	Uitleg + instructie Voorlopig onderwerp, voorlopig lijdend voorwerp en meewerkendvoorwerpszin
Mogelijkheid tot vragen stellen	Zelfstandig werken in stilte: Lees leertekst 'Voorlopig onderwerp en voorlopig lijdend voorwerp' en 'meewerkendvoorwerpszin' op bladzijde 230 t/m 231) + maak opdracht 8 t/m 10 + 11 en 12 van 3.7 Grammatica zinsdelen
Zelfstandig werken, rustig overleggen	Mogelijkheid tot vragen stellen

o       wg     vw   o            bwb        wg       wg

Ik | denk || dat | ik | dit weekend | ga | wandelen. 

Het groene gedeelte is een bijzin, want:

1. De bijzin begint met een voegwoord 
2. In de bijzin kunnen er woorden tussen het onderwerp en de persoonsvorm staan
3. Je kunt de hele bijzin vervangen door één woord ('dat')

o       wg     vw   o            bwb        wg       wg

Ik | denk || dat | ik | dit weekend | ga | wandelen. 

Kijk goed: in de bijzin staat een onderwerp en een persoonsvorm 

Beknopte bijzin

• Bijzin zonder onderwerp en persoonsvorm

Na even gewacht te hebben, || renden | we | het weiland | over. 

Beknopte bijzin

• Om te + infinitief (hele werkwoord)
  Om het allemaal niet erger te maken, ging ik maar weg. 
• Tegenwoordig deelwoord
  Schuilend onder de paraplu pakte ze alvast haar fietssleutel. 
• Voltooid deelwoord
  Aangekomen in het vakantiehuis inspecteerde ze eerst de slaapkamers. 

Wat moet je weten en kunnen op de toets? (havo)

• Theorie over samengestelde zinnen
• Bijzinnen herkennen
• Beknopte bijzinnen herkennen
• Eén zin helemaal ontleden

Lijdendvoorwerpszin

• Een bijzin die de functie heeft van lijdend voorwerp (lv-zin)
• Te vervangen door één woord (het, iets, dat, x)

De docent | besloot || dat we de toets later mochten maken. 

Onderwerpszin

• Een bijzin die de functie heeft van onderwerp (o-zin)
• Te vervangen door één woord (het, iets, dat, x)

Dat hij de bus mist || keert | dagelijks | terug. 

Voorlopig onderwerp (vo)

• Onderwerpszin wordt vooraf gegaan door 'het' 

 o       wg     bwb     wg                  o-zin

Het | komt | slecht | uit || dat het al dagen regent. 

Voorlopig lijdend voorwerp (vlv)

• Lijdendvoorwerpszin wordt vooraf gegaan door 'het' 

 o    wg    vlv  bwb                 lv-zin

Ik | vind | het | fijn || dat we zo goed kunnnen praten. 

Meewerkendvoorwerpszin

• Een bijzin die de functie heeft van meewerkend voorwerp (mv-zin)
• Te vervangen door één woord (het, iets, dat, x)
• Begint met aan/voor

De docent | vertelde | de toetsresultaten || aan wie daar aanwezig waren. 

Wat moet je weten en kunnen op de toets? (vwo)

• Theorie over bijzinnen
• Lijdendvoorwerpszin, onderwerpszin, meewerkend voorwerpzin en gezegdezin herkennen
• Voorlopig onderwerp en voorlopig lijdend voorwerp herkennen
• Eén zin ontleden