3.1 3.2 3.3

3.1 3.2 3.3
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

3.1 3.2 3.3

Slide 1 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
9: Ontstaan en verspreiding van de islam
10: De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid.
11: Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
12: De verspreiding van het christendom in geheel Europa
















Slide 2 - Tekstslide

11. Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur (3.1)
- Ontstaan leenstelsel/feodale stelsel
- Karel de Grote
- Vazallen
- Leenmannen en leenheer
- Eed van trouw

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

- De de dood van Karel de Grote werd zijn rijk onder drie kleinzoons verdeeld
- Versplintering van de macht
- In elkaar storten leenstelsel
- Invallen van Noormannen (plunderen)

Slide 6 - Tekstslide

 10: De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid. (3.1)
 

-Door val WRR steeds onveiliger in grote delen van Europa
- Terug naar een landbouwsamenleving
- Ontstaan hofstelsel
- Horigen
- Domein
- Herendiensten
- Autarkie 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

12. De verspreiding van het christendom in geheel Europa (3.2)
- Kerk heel machtig in de middeleeuwen
- Paus stond aan het hoofd
- Koningen steunden kerk door onderdanen te laten dopen en beschermden geestelijken 
- Schonken grond en andere goederen een kloosters en kerken
- Geestelijken waren nuttig in het bestuur, waarom? 

Slide 10 - Tekstslide

- Bovendien benadrukte de kerk dat koningen door God aangesteld zouden zijn (kerk versterkte hiermee machtspositie van de koning)
- Bekering van West-Europa was werk van missionarissen die vanuit Engeland overkwamen om christendom te verspreiden
- In late tiende eeuw gingen meeste koningen over tot christendom. Duurde nog even voordat nieuwe geloof was doorgedrongen in alle lagen van de samenleving (resten oude godsdiensten)
- Vrijwel heel Europa rond jaar 1000 christelijk  

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

- Missionarissen werkten vanuit kloosters
- Monniken en nonnen leefden daar in wijdden hun hele leven aan God
- Ze moesten hun leven doorbrengen met bidden, studeren en werken (Ora et Labora, Benedictus (480-540))
- In de praktijk weinig van terecht

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

- Koningen en edelen stichtten talloze kloosters en gaven grond en andere inkomstenbronnen
- Hierdoor kloosters heel rijk
- Monniken hielpen koningen en adel bij bestuurlijke taken en leverden in tijden van oorlog zelfs wapens en soldaten

Slide 17 - Tekstslide

9. Ontstaan en verspreiding islam (3.3)
- Stichter islam koopman uit Mekka: Mohammed
- Volgens verhalen die na zijn dood door volgelingen werden opgeschreven, raakte Mohammed ervan overtuigd dat er maar één god was, Allah in het Arabisch
- Mohammed zag zichzelf als profeet van Allah
- Machtige families in Mekka moesten hier niets van weten
- Mohammed vluchtte in 622 van Mekka naar Medina

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

- Enkele jaren later keerde Mohammed terug naar Mekka met een leger en veroverde de stad
- Vanuit Mekka werd de jihad (inspanning voor (de verspreiding) van de islam. Soms uitgelegd als heilige oorlog)
- Toen hij in 632 overleed was hij erin geslaagd de eerder verdeelde Arabische stammen te verenigen onder zijn nieuwe geloof

Slide 20 - Tekstslide

- Na zijn dood verspreidde de islam snel door grote delen van het Midden-Oosten
- Nu Arabieren verenigd waren door de islam richten zij alle energie niet meer naar elkaar maar naar buiten toe
- Buit bleef een belangrijk motief maar de jihad was ook een rechtvaardiging van oorlog

Slide 21 - Tekstslide

- In gebieden die Arabieren veroverden werd niet iedereen meteen moslim
- Aanhangers polytheïstische geloven werden daartoe gedwongen, maar joden en christenen niet 
- Zij waren volgens moslims net als zijzelf 'volken van het boek' 
- Drie godsdiensten veel overeenkomsten
- Joden en christenen mochten geloof behouden zolang zij gezag van islamitische heersers erkenden

Slide 22 - Tekstslide

- Moesten wel belasting betalen en waren tweederangs burgers
- Mochten bijvoorbeeld geen wapens meedragen en voorrang geven aan moslims in openbare ruimtes
- Op de lange duur veel mensen tot islam bekeerd
- Verspreiding niet alleen door veroveringen maar ook door handelscontacten

Slide 23 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
9: Ontstaan en verspreiding van de islam
10: De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid.
11: Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
12: De verspreiding van het christendom in geheel Europa
















Slide 24 - Tekstslide