Levensloop hoofdstuk 4 deel 1

Lesdoelen hoofdstuk 4
- verschil tussen voorraadgrootheden en stroomgrootheden
- opofferingskosten bepalen in verschillende situaties
- vaststellen en rekenen met absolute en comparatieve  voordelen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lesdoelen hoofdstuk 4
- verschil tussen voorraadgrootheden en stroomgrootheden
- opofferingskosten bepalen in verschillende situaties
- vaststellen en rekenen met absolute en comparatieve  voordelen

Slide 1 - Tekstslide

Voorraad- & stroomgrootheden
  • Een voorraadgrootheid laat zien wat de waarde van iets op een bepaald moment is. Een voorbeeld is de hoeveelheid spaargeld die je op een bepaald moment hebt of het aantal werklozen op 1 januari.
  • Een stroomgrootheid wordt gemeten over een bepaalde periode. Een voorbeeld is de rente die je op je spaargeld krijgt of je inkomen in de maand december,

Slide 2 - Tekstslide

Voorraadgrootheid
Stroomgrootheid
Maandloon
Schuld aan de bank
Jaarlijkse aflossing van de hypotheekschuld
Aantal werklozen
Winst

Slide 3 - Sleepvraag

4.3 Werken of doorleren
Waarom nog verder studeren na het VWO?

Langer doorstuderen = laatverdiener = investering in menselijk kapitaal = hogere verdiencapaciteit

Niet alleen goed voor de individu, maar ook voor de samenleving! Hoe? 



Slide 4 - Tekstslide

Studeren kost geld
- Tienduizend euro per jaar (bron: NIBUD)
- Ga je lenen (ouders/DUO) of ben je al aan het sparen? 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Studiefinanciering
Bestaat uit:

- basisbeurs (deze heeft iedereen)
- aanvullende beurs (hangt af van het inkomen van je ouders)
- lening ( kun je voor kiezen) (sociaal leenstelsel)
- collegegeldkrediet (alleen voor HBO en WO)

Slide 7 - Tekstslide

4.4 Een gezin stichten
Wat kost een kind? 

- 110 000 euro over je leven
- kwart van je besteedbaar inkomen aan gezin

Slide 8 - Tekstslide

Wel of geen kind? 
- 80 % kiest voor een kind
- Gemiddelde leeftijd is 30 jaar bij vrouwen 
- Kinderen kosten geld (kinderwagen, luiers, kinderkamer,etc)
- Kinderopvang!

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Kinderbijslag 
  • De overheid geeft de ouders/ verzorgers van kinderen kinderbijslag. 
  • Kinderbijslag is inkomen zonder tegenprestatie en wordt per kwartaal uitbetaald (= 4x per jaar).
  • Hoogte van de kinderbijslag is afhankelijk van leeftijd en aantal kinderen. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Kinderopvang toeslag
Het kabinet is gevallen vanwege de kinderopvangtoeslagenaffaire. ‘Kinderopvangtoeslag’ is geld dat ouders van de Belastingdienst kunnen krijgen om een deel van de kosten voor de opvang van hun kinderen mee te betalen. 

Slide 13 - Tekstslide

Waarom krijgen hoger opgeleide vrouwen gemiddeld op latere leeftijd een eerste kind dan lager opgeleide vrouwen?

Slide 14 - Open vraag

Waarom kan een flexibel arbeidscontract een reden zijn om geen kinderen te krijgen?

Slide 15 - Open vraag