Deel B taak 11 -12

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Werken in de kinderopvang deel B
De afgelopen weken  hebben jullie  gewerkt aan deel B kennis maken met een dreumesgroep.    

Slide 5 - Tekstslide

de leerdoelen bij deel B waren 
  • Dreumesen kunnen verzorgen 
  • Activiteiten kunnen voorbereiden, uitvoeren en afsluiten
  • Kunnen samenwerken en communiceren
  • Opvoedregels kunnen opstellen
  • Een sociale kaart kunnen maken
  • Informatie over tanden poetsen opzoeken
  • huishoudelijke taken uitvoeren denkend daarbij aan , Hygiëne - vellig en ergonomische werken 

Slide 6 - Tekstslide

Voor wie is de kinderdagverblijf
A
dreumes
B
kleuters
C
schoolkind

Slide 7 - Quizvraag

hoe oud is een dreumes?
A
5 maand
B
16 maand
C
2 jaar
D
24 maand

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het doel van een sociale kaart?
A
Sociale media bekijken
B
Verwijzingen kunnen maken.
C
Het snel vinden van contactinformatie.
D
Sociaal netwerk bijhouden.

Slide 9 - Quizvraag

Waar staat de afkorting naw voor in het woord 'naw-gegevens'?
A
nationaliteit, adres, woonadres
B
naam, adres, woonplaats
C
naam, achternaam, woonplaats
D
nationaliteit, adres, woonplaats

Slide 10 - Quizvraag

Als een baby begint te brabbelen (taalontwikkeling) is dit onderdeel van de...
A
Cognitieve/geestelijke ontwikkeling
B
Motorische ontwikkeling
C
sociale ontwikkeling
D
lichamelijke ontwikkeling

Slide 11 - Quizvraag

De juiste volgorde van de taalontwikkeling van de baby is:
A
brabbelen, imiteren, huilen, éénwoordzinnen gebruiken, volledige zinnetjes
B
huilen, imiteren, brabbelen, éénwoordzinnen gebruiken, volledige zinnetjes
C
huilen, brabbelen, imiteren, éénwoordzinnen gebruiken, volledige zinnetjes
D
imiteren, huilen, brabbelen, volledige zinnetjes, éénwoordzinnen gebruiken

Slide 12 - Quizvraag

Wat staat er in een schoonmaakplan?
A
Wat, hoe en wanneer er gepoetst moet worden.
B
Wat, hoe, wanneer en door wie er gepoetst moet worden.
C
Wat er gepoetst moet worden.
D
Wat en door wie er gepoetst moet worden.

Slide 13 - Quizvraag

Welke werkzaamheden worden wekelijks gedaan in het schoonmaakplan?
A
Badkamer poetsen.
B
Luchtrooster schoonmaken.
C
WC poetsen.
D
Eettafel afvegen.

Slide 14 - Quizvraag

Schoonmaakregels:
Werk van boven naar beneden?
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Welke werkzaamheden worden periodiek gedaan in het schoonmaakplan?
A
Badkamer poetsen.
B
Luchtrooster schoonmaken.
C
WC poetsen.
D
Eettafel afvegen.

Slide 16 - Quizvraag

Vanaf wanneer moet je de tanden van een kind poetsen?
A
Vanaf dat ze kleuter zijn
B
Als ze echt heel vies zijn en een beetje bruin worden
C
Vanaf dat ze tanden krijgen
D
Als ze dat zelf kunnen

Slide 17 - Quizvraag

Wat doet 'fluor' of 'fluoride' in tandpasta?
A
doet gaatjes verdwijnen
B
versterkt het tandglazuur
C
doodt schadelijke bacteriën in de mond
D
voorkomt tandplak

Slide 18 - Quizvraag

Waarom is drinken uit een tuitbeker voor een dreumes niet goed?
meerdere antwoorden goed!
A
slecht voor de spraak
B
slecht voor het gebit
C
staat stom
D
is echt voor baby's

Slide 19 - Quizvraag

0 - 1 jaar
1 - 2 jaar
2 - 4 jaar
4 - 6 jaar
12 - 18 jaar
Baby
Dreumes
Kleuter
Peuter
Puber

Slide 20 - Sleepvraag

Kan een dreumes samen spelen?
A
ja
B
nee

Slide 21 - Quizvraag

Waarom is het beter of voor
peuter en kleuters aparte
tandpasta te gebruiken?
A
Daar zit minder 'fluoride' in
B
Daar zit minder suiker in
C
Daar zit meer 'fluoride' in
D
Dat maakt de tanden beter schoon

Slide 22 - Quizvraag

Bij kinderen moet je tot welke leeftijd napoetsen ?
(minimaal 1x per dag)
A
5 jaar
B
10 jaar
C
7 jaar
D
4 jaar

Slide 23 - Quizvraag

 Wat hoort bij wat? 
Feit
Mening
Objectief
Subjectief

Slide 24 - Sleepvraag

Het is mooi weer buiten.
Het regent.
Dennis is erg verdrietig
Levi kan goed klimmen
Maaike speelt met de poppen
Tygo maakt een mooie tekenning
OBJECTIEF
SUBJECTIEF

Slide 25 - Sleepvraag

Waar staat 'GFT' voor?

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Tekstslide