Hoe weet je met welk ww je te maken hebt?
2. Bepaal of het belangrijkste ww een ZWW of KWW is.
--> Er zijn slechts 9 koppelwerkwoorden: zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten, dunken, voorkomen
Dat
had ik hem juist
willen vertellen--> ''vertellen'' hoort niet bij de 9 KWW's, dus het is automatisch een ZWW. ''had'' en ''willen'' zijn hulpwerkwoorden (HWW's)