De grote Economie & Organisatie quiz 2B

De grote 
Economie & Organisatie 
quiz
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieSecundair onderwijs

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De grote 
Economie & Organisatie 
quiz

Slide 1 - Tekstslide

Wat waren de titels van de drie thema's die we het afgelopen jaar hebben gezien?

Slide 2 - Open vraag

Thema 1
De consument in de samenleving

Slide 3 - Tekstslide

Kost of opbrengst?
Na een voetbalmatch
verkoopt Pascal 50 fanta's.
A
Kost
B
Opbrengst

Slide 4 - Quizvraag

Waarom kiezen voor
binnenlandse producten?

Slide 5 - Woordweb

Welke macrotrend herken je in de afbeeldingen?
A
Versnelde technologische vooruitgang en digitalisering
B
Sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen
C
Toenemende diversiteit
D
Aandacht voor ecologie en duurzaamheid

Slide 6 - Quizvraag

Welke macrotrend herken je in de afbeeldingen?
A
Versnelde technologische vooruitgang en digitalisering
B
Sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen
C
Toenemende diversiteit
D
Aandacht voor ecologie en duurzaamheid

Slide 7 - Quizvraag

een voorbeeld van digitaliseren
A
bv: naar de winkel gaan
B
bv: online shoppen
C
bv: met je broer/zus spelen
D
bv: naar een boerderij gaan

Slide 8 - Quizvraag

Welke macrotrend herken je in de afbeeldingen?
A
Versnelde technologische vooruitgang en digitalisering
B
Sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen
C
Toenemende diversiteit
D
Aandacht voor ecologie en duurzaamheid

Slide 9 - Quizvraag

Welke macrotrend herken je in de afbeeldingen?
A
Versnelde technologische vooruitgang en digitalisering
B
Sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen
C
Toenemende diversiteit
D
Aandacht voor ecologie en duurzaamheid

Slide 10 - Quizvraag

Thema 2
De onderneming in de samenleving

Slide 11 - Tekstslide

Wat is de juiste volgorde van de bedrijfskolom?
A
Uitgeverij, drukkerij, papierfabriek, houtzagerij, bosbouw
B
Bosbouw, houtzagerij, drukkerij, papierfabriek, uitgeverij
C
Bosbouw, houtzagerij, papierfabriek, drukkerij, Uitgeverij
D
Papierfabriek, bosbouw, houtzagerij, drukkerij, uitgeverij

Slide 12 - Quizvraag

Het transportbedrijf dat in opdracht van de boer de melk naar de melkfabriek vervoert behoort tot de bedrijfskolom.
A
Juist
B
Fout

Slide 13 - Quizvraag

Wat hoort niet thuis in de bedrijfskolom?
A
graanboer
B
meelfabriek
C
bakker
D
consument

Slide 14 - Quizvraag

Primaire 
sector
Secundaire
sector
Tertiaire
sector
Quartaire
sector

Slide 15 - Sleepvraag

McDonald's is gevestigd aan de autosnelweg. Welke P van de marketingmix passen ze toe?
A
Product
B
Plaats
C
Prijs
D
Promotie

Slide 16 - Quizvraag

Marketing
Marketingmix
Doelgroep
Bestaat uit de 6 P’s.
Een afgebakende groep personen waar een product zich op richt
Onderzoek doen naar de behoeften van mensen en op basis van hun behoeften een strategie ontwikkelen om nieuwe klanten aan te trekken en bestaande klanten te behouden.

Slide 17 - Sleepvraag

KOSTEN
OPBRENSTEN
Het geld dat je moet betalen voor het gebruik van een goed of dienst om iets te produceren of te verkopen.
Het geld dat je ontvangt voor de verkoop van goederen of de levering van diensten.

Slide 18 - Sleepvraag

Wat is omzet?
A
Het bedrag dat je over hebt
B
Je totale verkoop
C
Je winst
D
Wat je inkoopt

Slide 19 - Quizvraag

Wat is 'het resultaat' van een onderneming?
A
in het resultaat zie je of een bedrijf winst of verlies heeft gemaakt
B
in het resultaat zie je wat de kosten waren voor het bedrijf
C
in het resultaat zie je wat de opbrengsten waren voor het bedrijf
D
alles hierboven

Slide 20 - Quizvraag

Welke bouwsteen van het BMC hoort bij deze onderzoeksvraag?
"Welke goederen en diensten behoren tot het kernassortiment?"
A
klantensegmenten
B
kernactiviteiten
C
inkomstenstromen
D
kostenstructuur

Slide 21 - Quizvraag

Tot welke sector behoort: de dienstverlening die niet tot doel heeft winst te maken.
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Quartaire sector

Slide 22 - Quizvraag

Verbind de blauwe termen met de juiste P
Plaats

Prijs 
product
promotie 
reclame
grote doelgroep
winstmarge 
assortiment
korting 
markt

Slide 23 - Sleepvraag

Welke winkelvorm past bij de winkel?
A
m-commerce
B
speciaalzaak
C
outletstore
D
e-commerce

Slide 24 - Quizvraag

Op de foto zie je de volgende winkelvorm:
A
outletstore
B
speciaalzaak
C
m-commerce
D
hypermarkt

Slide 25 - Quizvraag

Op de foto zie je de volgende winkelvorm:
A
outletstore
B
speciaalzaak
C
m-commerce
D
hypermarkt

Slide 26 - Quizvraag

Wat is logistiek?
A
Logistiek is het organiseren, plannen, besturen en uitvoeren van de goederenstroom, en de wetenschap hierover.
B
Logistiek is het geheel van technieken die verkopers gebruiken in het verkoopgesprek.
C
Logistiek is een synoniem voor de bedrijfskolom.
D
Logistiek omvat alle documenten van het verkoopproces.

Slide 27 - Quizvraag

Een logistiek bedrijf die aankoopt bij verschillende leveranciers en verkoopt aan kleinhandelaars, is een?
A
groothandel
B
distributiecentrum

Slide 28 - Quizvraag

We krijgen een factuur omdat de leverancier wil dat we de goederen betalen.
A
Juist
B
fout

Slide 29 - Quizvraag

De klant stuurt mij een bestelling. Ik heb de bestelling goed ontvangen en stuur een ... terug.
A
Offerte
B
Pakbon
C
Factuur
D
Orderbevestiging

Slide 30 - Quizvraag

Ik stuur het pakket op naar de klant. In de doos zit een lijst met alle artikelen in de doos. Dit document is een ...
A
Offerte
B
Pakbon
C
Factuur
D
Orderbevestiging

Slide 31 - Quizvraag

In dit document ga ik de klant informeren over de prijs van het product. Ik hoop dat ze bestellen!
A
Offerte
B
Pakbon
C
Factuur
D
Orderbevestiging

Slide 32 - Quizvraag

Met welk(e) document(en) moet je de factuur vergelijken?
A
De leveringsbon
B
De offerte
C
De bestelbon
D
De vrachtbrief

Slide 33 - Quizvraag

Als je zelf een bestelling doet online dan krijg je 1 document niet. Welke?
A
Offerte
B
Pakbon
C
Factuur
D
Orderbevestiging

Slide 34 - Quizvraag

Wat is de vervaldag op een factuur?
A
Een factuur heeft geen vervaldag
B
Dit is de dag waarop je de factuur meg weggooien.
C
Dit is de dag waarvoor je moet betalen.
D
Dit is de dag waarop factuur werd gemaakt.

Slide 35 - Quizvraag

Thema 3
De overheid en de samenleving

Slide 36 - Tekstslide

De privacywet beschermt de persoonlijke gegevens die een bedrijf of instelling over jou verzamelt.
A
juist
B
fout

Slide 37 - Quizvraag

De privacywet zorgt ervoor dat je altijd toestemming moet geven wanneer een bedrijf je persoonlijke gegevens wil gebruiken.
A
juist
B
fout

Slide 38 - Quizvraag

Verbind de bestuursniveaus met de juiste vlag
Steden en gemeenten
Vlaanderen
België

Slide 39 - Sleepvraag

Zijn de blauwe onderdelen inkomsten of uitgaven voor de overheid? 
Inkomsten
Uitgaven
BTW
Groeipakket
Personenbelasting
Accijnzen
Terugbetaling medicijnen
Lonen politieagenten
Verkeersbelasting
Wegenwerken

Slide 40 - Sleepvraag

Sociale zekerheid is gebaseerd op solidariteit. Wat betekent dit?
A
Werkgevers betalen
B
Iedereen draagt zijn steentje bij
C
De overheid betaalt
D
Werknemers betalen

Slide 41 - Quizvraag

Belasting die de overheid heft op goederen zoals alcohol, tabak, frisdrank, brandstof...
A
btw
B
personenbelasting
C
accijnzen
D
verkeersbelasting

Slide 42 - Quizvraag

Belasting die de overheid heft op je inkomen.
A
btw
B
personenbelasting
C
accijnzen
D
verkeersbelasting

Slide 43 - Quizvraag

Noteer nog enkele tips om je persoonlijke gegevens op het internet te beschermen.

Slide 44 - Open vraag