Chemie enkelvoudige stoffen

Enkelvoudige stoffen
p 65- 70
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
ChemieSecundair onderwijs

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Enkelvoudige stoffen
p 65- 70

Slide 1 - Tekstslide

Hoeveel elementen zijn er aanwezig in de natuur?
A
80
B
90
C
99
D
101

Slide 2 - Quizvraag

Formulering en naamgeving
Metalen
-één atoom
-de stof draagt de naam van het element
-Soms metaal achter

Slide 3 - Tekstslide

Welke naamgeving is juist? Voor Ijzer (Fe)
A
Het element ijzer
B
het atoom ijzer
C
ijzermetaal
D
ijzer

Slide 4 - Quizvraag

Niet-metalen
-één atoom
-enkelvoudige stoffen

Slide 5 - Tekstslide

Niet-metaal: één atoom
-naam element

Slide 6 - Tekstslide

Welke naamgeving is juist? Voor koolstof (C)
A
het element koolstof
B
het atoom koolstof
C
de stof koolstof
D
koolstof

Slide 7 - Quizvraag

Niet-metaal: enkelvoudige stof
-molecule
-index!
-index voor naam element

Slide 8 - Tekstslide

Index
Tellen in het Grieks!

Slide 9 - Tekstslide

1
A
Mono
B
non
C
moni
D
mon

Slide 10 - Quizvraag

2
A
di
B
de
C
die
D
diee

Slide 11 - Quizvraag

3
A
ti
B
ditri
C
trii
D
tri

Slide 12 - Quizvraag

4
A
teta
B
tèta
C
tetra
D
tetà

Slide 13 - Quizvraag

5
A
pena
B
penne
C
penta
D
pentra

Slide 14 - Quizvraag

6
A
hexa
B
hex
C
hexi
D
hexo

Slide 15 - Quizvraag

7
A
hepta
B
heptta
C
hepa
D
hexa

Slide 16 - Quizvraag

8
A
oxta
B
oca
C
octa
D
ota

Slide 17 - Quizvraag

9
A
non
B
nona
C
nena
D
nonaa

Slide 18 - Quizvraag

10
A
dexa
B
deca
C
deci
D
deqa

Slide 19 - Quizvraag

Deze moet je vanbuiten kennen!
H2

Slide 20 - Tekstslide

Edelgassen
-reageren niet met andere elementen
-éénatomig
-stof draagt naam element

Slide 21 - Tekstslide

Welke naamgeving is juist voor He?
A
Helium
B
De stof helium
C
Het element helium
D
een atoom helium

Slide 22 - Quizvraag

Meerder moleculen van een stof?
-arabisch cijfer voor de formule
-Voorgetal
-Coëfficiënt

Slide 23 - Tekstslide

Zeg in woorden:
3P4

Slide 24 - Open vraag

Zeg in woorden:
3N2

Slide 25 - Open vraag

Edelgassen zijn chemische...
A
intact
B
innert
C
inert
D
impact

Slide 26 - Quizvraag

Afwerken
p 69 - 70

Slide 27 - Tekstslide