4.3: Een agrarische samenleving

Wie was de eerste keizer in West-Europa sinds de val van het Romeinse Rijk?
A
Julius Caesar
B
Karel de Grote
C
Napoleon Bonaparte
D
Clovis
1 / 15
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wie was de eerste keizer in West-Europa sinds de val van het Romeinse Rijk?
A
Julius Caesar
B
Karel de Grote
C
Napoleon Bonaparte
D
Clovis

Slide 1 - Quizvraag

Welke familie leverde de eerste koningen van het Rijk der Franken?
A
Bourgondiërs
B
Merovingen
C
Habsburgers
D
Karolingen

Slide 2 - Quizvraag

Wat zijn vazallen?
A
Kooplieden die handel drijven
B
Boeren die land bewerken
C
Burgers die belastingen betalen
D
Leden van de adel die trouw zweren.

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van het feodale stelsel?
A
Leenheer en leenman die landruil uitvoeren
B
Boeren die het land bewerken in ruil voor bescherming
C
Koning die directe heerschappij over het land heeft
D
Handelaren die goederen ruilen voor bescherming

Slide 4 - Quizvraag

4.3: Een agrarische samenleving
Door de val van het West-Romeinse Rijk raakt de economie in verval. Onveiligheid zorgt ervoor dat akkers braak komen te liggen en dat de handel stilvalt. Veel mensen gaan leven op een domein onder de bescherming van de heer. Zij worden horigen.

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen 4.3
4.3A: Je kunt verklaren wat de oorzaken zijn dat de samenleving in Europa veranderde van een agrarisch-urbane samenleving naar een agrarische samenleving. 
4.3B: Je kunt uitleggen hoe het leven op het domein eruit zag aan de hand van het hofstelsel en de horigen. 

Slide 6 - Tekstslide

Terug naar eenvoud
  • Slechte economie bij val West-Romeinse Rijk
  • Onrust door vreemde volken en gewapende bendes, Romeinse leger geeft geen bescherming
  • Akkers lagen braak, handel en nijverheid nam af, reizen gevaarlijk
  • Krimp van stedelijke bevolking
  • Agrarische samenleving
LD: 4.3A

Slide 7 - Tekstslide

Leven op het domein
  • Domein: landgoed van een heer
  • Koning, edelman, bisschop, abt
  • Hofstelsel, twee delen grond:
    1: stond kasteel of klooster met akkers van de heer
    2: Akkers van boeren die bij het domein hoorden
  • Domeinen zelfvoorzienend; alles aanwezig om van te leven
LD: 4.3B

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Horigen
  • Boeren met akker op domein
  • Deel oogst afstaan aan heer
  • Aantal dagen werken op land van de heer
  • Herendiensten
  • Gebonden aan domein
  • O.a. voormalige slaven
  • Horigen krijgen bescherming en voedsel bij misoogst
LD: 4.3B

Slide 10 - Tekstslide

Benoem twee oorzaken voor het stilvallen van de handel rond het jaar 500.

Slide 11 - Open vraag

Het verschil tussen arm en rijk nam door het hofstelsel snel toe. Leg uit.

Slide 12 - Open vraag

Aan de slag!
  • Invullen leerdoelen
  • Maken opdrachten
  • Werkboek of laptop

Slide 13 - Tekstslide

Hoe functioneerden zelfvoorzienende domeinen?
A
Ze importeerden alles wat ze nodig hadden
B
Ze produceerden hun eigen goederen en voedsel
C
Ze hadden geen behoefte aan handel
D
Ze waren afhankelijk van buurlanden

Slide 14 - Quizvraag

Wat was een reden voor boeren om horig te worden?
A
Om hogere belastingen te betalen
B
Om minder werk te doen
C
Om meer rechten te verwerven
D
Om bescherming te krijgen van lokale heersers.

Slide 15 - Quizvraag