In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
3.2 hofstelsel en horigheid
KA: de vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Val van het Romeinse Rijk
gevolgen:
reizen moeilijk en onveilig
steden liepen leeg
geen handel
geldeconomie verdween
landbouw stedelijke samenleving verdween
landbouw belangrijkste middel van bestaan
-> Gevolg voor onze bronnen?
Slide 4 - Tekstslide
Hofstelsel
Door toegenomen onveiligheid zoeken mensen bescherming.
Gevolgen:
- mensen geven vrijheid op (=horigheid)
- wonen en werken op domein van een grootgrondbezitter (adel)
- verrichten herendiensten
dit gebeurt op een zelfvoorzienend domein
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Wat is een gevolg van de dalende landbouwproductie door de invallen van de Germanen in het romeinse rijk?
A
geen voedsel meer voor de steden
B
werkloosheid
C
stijgende prijzen
D
verval van steden
Slide 7 - Quizvraag
Romeinse steden in de vroegen middeleeuwen...
A
bleven in de middeleeuwen in oorspronkelijke staat functioneren
B
waren leeggelopen
C
werden vervangen door Middeleeuwse steden
Slide 8 - Quizvraag
Waardoor viel de landbouwstedelijke samenleving weg na de val van het Romeinse rijk?
A
Er was geen bescherming meer, handel werd onveilig
B
De steden werden vernield
C
Er was geen geld meer waar mee gehandeld kon worden
D
De wegen werden niet meer onderhouden
Slide 9 - Quizvraag
Een donjon, of mottekasteel, was een versterkte wachttoren. Hier woonde de heer als er gevaar was.
Het gebied buiten het domein bestond uit de grond van de vrije boeren en de woeste gronden, onontgonnen gebied en bossen.
De vrije boeren moesten tijdens een oorlog wél meevechten met de heer. De wapenuitrusting moesten ze zelf betalen.
De akkers van de heer werden bewerkt door horigen. Er waren akkers waarbij de volledige opbrengst naar de heer ging, en er waren akkers waarbij een deel van de opbrengst voor de horige boeren was. Overigens moesten ze hun pacht ook weer van deze opbrengst betalen.
Het vroonhof was de boerderij (hoeve) van de heer. Hier woonde de heer als er geen gevaar was. De opbrengsten van zijn akkers werd in schuren opgeslagen. In woningen naast een vroonhof woonden de horige boeren in geval van gevaar, zoals oorlog.
Bij het vroonhof waren stallen voor de dieren en boomgaarden.
Horigen woonden in vredestijd buiten het vroonhof
Met het hofstelsel bedoelen we het hele systeem (stelsel) van heren en horigen, inclusief de pacht en de herendiensten.