In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Staatsinrichting VWO 3 H7
' Je stem laten horen ' B boek ( ! )
Slide 1 - Tekstslide
Leer- & lesdoelen vandaag
Je kunt uitleggen wat een 'parlementaire democratie' is en waarom we kunnen zeggen dat Nederland dit is
Je kunt met vier voorbeelden uitleggen dat je op verschillende manieren je stem kunt laten horen
Je kunt verschillende politieke stromingen noemen.
Slide 2 - Tekstslide
Vraag: ' Is Nederland een 'parlementaire democratie' ?
1.- Denk na over de vraag
2.- Beredeneer voor jezelf een antwoord
3.- Zorg ervoor dat je antwoord argumenten bevat
4.- Geef je antwoord ( wanneer je het woord krijgt )
Slide 3 - Tekstslide
Wie neemt er in een parlementaire democratie besluiten?
A
Burgers
B
Volksvertegenwoor-diging
C
de Koning
D
Burgemeester
Slide 4 - Quizvraag
Waaruit bestaat het Nederlandse Parlement ?
Slide 5 - Open vraag
Hoeveel leden heeft de ' Tweede Kamer ' ?
A
50
B
100
C
150
D
200
Slide 6 - Quizvraag
Je stem uitbrengen
Laten merken hoe je over iets denkt kan en mag op verschillende manieren.
1.- Lees blz. 181 en 182 aandachtig
2.- Geef een uiteenzetting hoe je in Nederland kan en mag laten merken hoe je je mening mag laten horen
Slide 7 - Tekstslide
Als je 18 bent krijg je . . .
A
Vrijheid van meningsuiting
B
Kiesrecht
C
Een auto van je ouders
D
Het recht om Jonko te roken
Slide 8 - Quizvraag
Wat mag je zoal als je kiesrecht krijgt?
Slide 9 - Open vraag
je stem uitbrengen
' Actief ' kiesrecht =
Je hebt het recht om je stem uit te brengen op iets of iemand waarvan jij denkt dat dit het meest overeenkomt zoals jij over zaken in de wereld denkt .
Slide 10 - Tekstslide
' Passief ' kiesrecht =
Je hebt het recht om jezelf verkiesbaar stellen. Dit betekent onder andere dat je een eigen politieke partij mag oprichten om zodoende te proberen macht uit te oefenen .
Slide 11 - Tekstslide
Geef een voorbeeld van iets waar een belangenorganisatie voor opkomt.
Slide 12 - Open vraag
Belangenorganisatie =
Groep die opkomt voor één onderwerp
Slide 13 - Tekstslide
Voor welk maatschappelijk probleem zou jij aandacht willen vragen ?
Slide 14 - Open vraag
Hoe noemen we het recht om te mogen zeggen hoe je over iets denkt ?
Slide 15 - Open vraag
Welk onderdeel van de Constitutie (Grondwet) is hieraan verbonden?
Slide 16 - Open vraag
Massamedia
Mag gebruikt worden om kritiek op iets of iemand te geven. In een democratie is dit zeer belangrijk.
Kranten, tijdschriften, opiniebladen, TV zenders, radiozenders, Internet etc.
Slide 17 - Tekstslide
Kun je verschillende politieke stromingen noemen en uitleggen waar zij voor staan ?
Slide 18 - Tekstslide
Zet de woorden bij de juiste politieke stroming / partij.
Liberalisme
socialisme
confessionalisme
One-issue
vrijheid
gelijkheid
geloof
één oonderwerp
weinig regels
katholiek
protestant
rijke mensen meer belasting
Slide 19 - Sleepvraag
Liberalisme
Politieke stroming die streeft naar zoveel mogelijk vrijheid voor burgers, met zo min mogelijk inmenging van de Overheid in het leven van die burgers.
Slide 20 - Tekstslide
Socialisme
Politieke stroming die streeft naar een wat meer meer gelijke verdeling van de welvaart, de Overheid bemoeit zich wel met het leven van burgers.
Slide 21 - Tekstslide
Confessionalisme
Politieke stroming waarbij de ideeën gebaseerd zijn op een geloof. De Overheid bemoeit zich op basis van geloofsovertuiging met het leven van burgers.
[ Katholieken, Protestanten, Islamieten, Hindoestanen etc. ]
Slide 22 - Tekstslide
' One-issue partijen '
Dit zijn partijen die zich richten op één bepaalde groep of één bepaald ideaal. Een voorbeeld is de Partij voor de Dieren. Ook hier vinden we 'gematigden' en 'radicalen'.
Slide 23 - Tekstslide
Per november 2023 : NSC
NSC = de nieuwe partij van dhr. Omtzigt. Deze partij staat momenteel op 46 ( ! ) zetels van de 150 in de Tweede Kamer.
Deze partij is momenteel nog moeilijk te omschrijven. NSC staat voor : Nieuw Sociaal Contract
Slide 24 - Tekstslide
Resumé :
Schrijf voor jezelf in je aantekeningenschrift aan de hand van de ' W - vragen ' wat je vandaag in deze les hebt geleerd.