3A les 11

3A - Le 28 septembre
Grenoble
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3A - Le 28 septembre
Grenoble

Slide 1 - Tekstslide

Programme du jour
  • Informations générales sur le test (Moyenne: 6.2, 19/29, vocabulaire & phrases-clés vs. grammaire)
  • Réviser en profondeur les parties "Grammaire" du test:
    révision, pratiquer, contrôler
  • Distribution des tests
  • Évaluation de soi-même ("zelfevaluatieplan" invullen)

Slide 2 - Tekstslide

Révision: grammaire
  • Bezittelijk voornaamwoord (mon/ma/mes etc.)
    --> Ch. 1 Bron C (blz. 10) 
  • Zelfstandig gebruikt bezittelijk voornaamwoord (le mien, la mienne, les miens, les miennes etc.) 
    --> Ch. 1 Bron C (blz 10)
  • Bijvoeglijk naamwoorden (sportif, beau, grand, belle, vieux, bonne, jolie, petits, etc. etc.)
    --> Tekstboek blz. 125-126

Slide 3 - Tekstslide

Versie 1

16. Iris, comment s'appellent _____ soeurs? (jouw)
17. _____ maison est assez grande. (ons)
18. Mon oncle et ma tante ont renové _____ maison. (hun)
19. Patrick a passé ______ vacances en France, en Dordogne. (zelf uit context halen) 
20. Et vous, comment sont _____ chambres? (zelf uit context halen)

21. C'est ton chien? C'est __________?
22. Ce sont ses livres? Ce sont __________?

23. Moi, j'ai des parents très _______ (sportief).
24. Je trouve que c'est une très _________ idée! (goed)
25. Ma ___________ soeur est encore à l'école primaire. (klein)
26. Iris habite dans une ________ maison (oud).


Versie 2

16. Suzanne a oublié _________ livres (haar).
17. _______ maison est assez grande! (jullie)
18. zelfde als versie 1
19. J'ai passé ________ vacances en France, en Dordogne. (zelf uit context halen)
20. Guy, comment s'appelle ______ père? (zelf uit context halen)

21. C'est son chien? C'est __________?
22. Ce sont tes livres? Ce sont ________ ?

23. Moi, j'ai une mère très ______ (sportief).
24. zelfde als versie 1
25. Mes __________ soeurs sont encore à l'école primaire. (klein)
26. Pauline habite dans une _____ maison. (mooi/leuk).

TIP: GEBRUIK BIJ HET MAKEN VAN DEZE OPDRACHTEN BLZ. 10 (BEZ. VNW.) + BLZ. 125-126 (BIJV. NW.) VAN JE TEKSTBOEK

timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

6. Iris, comment s'appellent _____ soeurs? (jouw)

Slide 5 - Open vraag

17. _____ maison est assez grande. (ons)

Slide 6 - Open vraag

18. Mon oncle et ma tante ont renové _____ maison. (hun)

Slide 7 - Open vraag

19. Patrick a passé ______ vacances en France, en Dordogne. (zelf uit context halen)

Slide 8 - Open vraag

20. Et vous, comment sont _____ chambres? (zelf uit context halen)

Slide 9 - Open vraag

21. C'est ton chien? C'est __________?

Slide 10 - Open vraag

22. Ce sont ses livres? Ce sont __________?

Slide 11 - Open vraag

23. Moi, j'ai des parents très _______ (sportief).

Slide 12 - Open vraag

24. Je trouve que c'est une très _________ idée! (goed)

Slide 13 - Open vraag

25. Ma ___________ soeur est encore à l'école primaire. (klein)

Slide 14 - Open vraag

26. Iris habite dans une ________ maison (oud).

Slide 15 - Open vraag

Antwoorden versie 2

Kijk zelf na. Iets niet goed en snap je niet waarom? Vragen!

16. ses
17. votre
18. leur
19. mes
20. ton

21. le sien
22. les tiens





23. sportive
24. bonne
25. petites
26. belle / jolie 

Slide 16 - Tekstslide

Inzage + invullen evaluatie
Nu worden tegelijkertijd de toetsen + zelfevaluatieformulieren uitgedeeld. 

1) Loop je toets na: klopt alles? punten goed opgeteld? 
2) Check of je begrijpt waarom dingen fout zijn gerekend. Niet duidelijk? Vragen aan docent!
3) Gebruik je eigen toets om het zelfevaluatieformulier in te vullen. Ga hier serieus mee om: het helpt je bij de volgende toets + je hebt inspraak over de lesinvulling.

4) Klaar? Lever het formulier in. Je kunt vast het huiswerk voor de volgende les maken: 
doornemen p. 16 (bron I) + maken Révise bron I (exclusief in Grandes Lignes online, niet je in boek), waarin je het werkwoord "aller" herhaalt


Slide 17 - Tekstslide