Les 4 spelling

• Nederlands
• Basisschool
• Groep 8

Spelling blok 1 week 3 les 4 

Werkwoorden 

Doel van deze les 

Tijdens deze les herhaal je hoe je het werkwoordschema toepast bij het schrijven van werkwoorden in de tegenwoordige, verleden en voltooide tijd. 

Leerdoel: ik gebruik het werkwoordschema en lees de zinnen na. 

Dictee 

De vlag uit Rusland is een ......vlag
(R.........)

Eskimo's wonen in .......
( I.....) meervoud

Dat is een ......... regenwoud
( T.......)

Lijken op paarden, met zwart witte strepen, meervoud

Het is een klokje, je draagt het om je pols

typ een werkwoord

Wat is het hele werkwoord?

1. Jogg
2. Jogde
3. Jog
4. Joggen

Wat is het hele werkwoord?

1. roept
2. roepen
3. geroepen
4. riep

Typ de tegenwoordige tijd, verleden tijd en voltooide tijd van fietsen.
Ik ....

Typ de tegenwoordige tijd, verleden tijd en voltooide tijd van vieren.
Hij .....

Bedenk een zin in de voltooide tijd

Schrijf het juiste woord:
antwoorden
Hij ...... de telefoon

verbinden
Hij .... zijn pols

Een klein stukje chocola is een

Aan de slag 

Maak bladzijde 15

Klaar? Ga verder met bladzijde 70

Klaar? spellingoefenen.nl 

Krijg je het niet af? 

Maak het af in de weektaak.